Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid van het lid Wijen-Nass over het bericht ‘Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek: ’Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?’
Vragen van het lid Wijen-Nass (BBB) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek: «Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?»» (ingezonden 4 augustus 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Rutte (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 september
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2970.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek:
«Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?»?»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Op welke manier is het mogelijk dat een persoon met een ernstig geweldsverleden een
Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) heeft kunnen verkrijgen voor een functie in de
zorg?
Is bij het afgeven van de VOG rekening gehouden met het feit dat het hier een moord
betrof, gepleegd met 40 messteken, in de aanwezigheid van een kind?
Antwoord 2 en 3
Het leven van nabestaanden is blijvend veranderd door het leed dat hen is aangedaan.
Tegelijkertijd is het van belang dat veroordeelden, nadat zij hun straf hebben uitgezeten
en/of zijn behandeld, kunnen terugkeren in de samenleving en aan het werk gaan als
dit op een veilige manier kan.
Vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen kan ik niet
ingaan op individuele casussen. In het algemeen kan ik aangeven dat bij iedere VOG-beoordeling
een belangenafweging plaatsvindt. Met de VOG komen meerdere belangrijke maatschappelijke
doelen samen:2
1. De samenleving wordt beschermd tegen strafbaar handelen in de rol waarvoor de VOG
wordt aangevraagd.
2. De veroordeelde kan na gestraft te zijn weer deelnemen aan de maatschappij – waar
dit passend wordt geacht.
3. De inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de aanvrager wordt zoveel als mogelijk
beperkt.
Aan ernstige geweldsdelicten kent Justis veel gewicht toe vanuit het belang van de
bescherming van de maatschappij tegen de risico’s die uitgaan van een dergelijk delictverleden.
Bij elke VOG-aanvraag waarbij justitiële gegevens aanwezig zijn beoordeelt de screeningsautoriteit
Justis de relatie tussen dat justitieel gegeven en de functie die de aanvrager gaat
vervullen. Die relatie bepaalt of dat gegeven, gelet op het risico voor de samenleving,
een belemmering vormt voor een behoorlijke uitoefening van de functie. Vervolgens
worden ook de omstandigheden van het geval betrokken in de beoordeling. De VOG blijft
een afweging tussen de verschillende maatschappelijke doelen die het instrument nastreeft.
Vraag 4
Acht u het verantwoord dat personen met een dergelijk verleden werkzaam zijn binnen
instellingen voor geestelijke gezondheidszorg waar zij in contact komen met kwetsbare
cliënten?
Antwoord 4
De inzet van ervaringsdeskundigen binnen zorginstellingen kan verantwoord zijn en
passen binnen een professioneel zorgkader. Voorwaarde daarbij is dat aan de eisen
van een veilig behandelklimaat wordt voldaan.
Om in een zorginstelling te kunnen werken dient eenieder conform de richtlijnen in
ieder geval in het bezit van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te zijn. Daarbij
komt dat screening onderdeel is van een breder integriteitsbeleid.
Zowel in de geestelijke gezondheidszorg als in de forensische zorg wordt het belang
van de inzet van ervaringsdeskundigen onderschreven door veldpartijen en de verantwoordelijke
ministeries. Ervaringsdeskundigen in de forensische zorg zijn daartoe opgeleide personen
met een verleden van delictgedrag samenhangend met een stoornis of een ander relevant
herstelverhaal. Ervaringsdeskundigen kunnen een brugfunctie vervullen tussen patiënten
of cliënten en professionals en zij kunnen daarin beide perspectieven belichten vanuit
hun ervaring en opleiding. Voor de forensische zorg geldt dat de inzet van ervaringsdeskundigen
is opgenomen in het Kwaliteitskader forensische zorg 2022–2028.3
Vraag 5 en 6
Klopt het dat in een vergelijkbare zaak, waarbij een ex-tbs’er met een levensdelict
werkzaam wilde zijn als ervaringsdeskundige in een tbs-kliniek en in een adviesraad,
in 2022 geen VOG werd afgegeven?
Hoe verklaart u het verschil tussen deze casus en de situatie bij GGNet, waarin een
soortgelijk delict wel leidde tot het verkrijgen van een VOG?
Antwoord 5 en 6
Het klopt dat in een andere zaak geen VOG is afgegeven. Vanwege de bescherming van
de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen kan ik niet ingaan op de beoordeling in
individuele casussen. De beoordeling van VOG-aanvragen wordt altijd gedaan op basis
van de omstandigheden van het geval, zoals de afdoening van de strafzaak, het tijdsverloop
en de hoeveelheid antecedenten.
Vraag 7
Deelt u de mening dat mensen met een dergelijk strafverleden nooit met kwetsbare personen
mogen werken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen bent u bereid om te nemen?
Antwoord 7
Het is van belang dat veroordeelden, nadat zij hun straf hebben uitgezeten en/of zijn
behandeld, kunnen terugkeren in de samenleving en aan het werk gaan als dit op een
veilige manier kan. Daarom wordt met de VOG beoordeeld wat het risico is van recidive
in de betreffende functie. Daarbij worden bij VOG-aanvragen voor functies waarin in
een omgeving met kwetsbaren wordt gewerkt, relevante delicten zwaarder meegewogen.
Justis dient daarbij altijd te bezien of een weigering proportioneel en evenredig
is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C.L. Rutte, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.