Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Eijk en Michon-Derkzen over het bericht ‘Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek: ’Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?
Vragen van de leden Michon-Derkzen en Van Eijk (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek: «Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?»» (ingezonden 4 augustus 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Rutte (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 september
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2968.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek:
«Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?»» gepubliceerd door De Telegraaf op 31 juli 2025?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorgen van nabestaanden en andere betrokkenen over het feit dat iemand
met een dergelijk ernstig verleden werkzaam is met kwetsbare cliënten?
Antwoord 2
De zorgen van nabestaanden begrijp ik goed. Hun leven is blijvend veranderd door het
leed dat hen is aangedaan. Tegelijkertijd is het van belang dat veroordeelden, nadat
zij hun straf hebben uitgezeten en/of zijn behandeld, kunnen terugkeren in de samenleving
en aan het werk gaan als dit op een veilige manier kan.
Om in een zorginstelling te kunnen werken dient eenieder conform de richtlijnen in
ieder geval in het bezit van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te zijn. Daarbij
komt dat screening onderdeel is van een breder integriteitsbeleid.
Zowel in de geestelijke gezondheidszorg als in de forensische zorg wordt het belang
van de inzet van ervaringsdeskundigen onderschreven door veldpartijen en de verantwoordelijke
ministeries. Ervaringsdeskundigen in de forensische zorg zijn daartoe opgeleide personen
met een verleden van delictgedrag samenhangend met een stoornis of een ander relevant
herstelverhaal. Ervaringsdeskundigen kunnen een brugfunctie vervullen tussen patiënten
of cliënten en professionals en zij kunnen daarin beide perspectieven belichten vanuit
hun ervaring en opleiding.
Voor de forensische zorg geldt dat de inzet van ervaringsdeskundigen is opgenomen
in het Kwaliteitskader forensische zorg 2022–2028.2
Vraag 3
Hoe vaak is het in de afgelopen tien jaar voorgekomen dat iemand met een veroordeling
voor een ernstig geweldsmisdrijf tóch een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) heeft
gekregen voor werkzaamheden in de zorg? Welke zaken betroffen dit precies, en wat
waren de motiveringen van Justis om in die gevallen toch een VOG te verlenen?
Antwoord 3
Het is onbekend hoe vaak het in de afgelopen tien jaar is voorgekomen dat een persoon
met een veroordeling voor een ernstig geweldsmisdrijf toch een VOG heeft gekregen
voor een functie in de zorg.
Vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen kan ik niet
ingaan op individuele casussen. In het algemeen kan ik aangeven dat bij iedere VOG-beoordeling
een zorgvuldige belangenafweging plaatsvindt. Met de VOG komen meerdere belangrijke
maatschappelijke doelen samen:3
1. De samenleving wordt beschermd tegen strafbaar handelen in de rol waarvoor de VOG
wordt aangevraagd.
2. De veroordeelde kan na gestraft te zijn weer deelnemen aan de maatschappij – waar
dit passend wordt geacht.
3. De inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de aanvrager wordt zoveel als mogelijk
beperkt.
Bij elke VOG-aanvraag kijkt de screeningsautoriteit Justis of relevante strafrechtelijke
gegevens aanwezig zijn, gelet op de aard van het delict, de functie en locatie. De
relatie tussen een justitieel gegeven en de functie die de aanvrager gaat vervullen
bepaalt of dat gegeven, gelet op het risico voor de samenleving, een belemmering vormt
voor een behoorlijke uitoefening van de functie. De VOG blijft een afweging tussen
de verschillende maatschappelijke doelen die het instrument nastreeft. Aan ernstige
geweldsdelicten kent Justis veel gewicht toe vanuit het belang van de bescherming
van de maatschappij tegen de risico’s die uitgaan van een dergelijk delictverleden.
Vraag 4 en 5
Kunt u bevestigen wanneer de betrokkene in deze casus een VOG heeft aangevraagd, voor
welk type functie dit was, welk screeningsprofiel daarbij is gehanteerd, en of het
levensdelict uit 2001 daarbij is meegewogen?
Kunt u toelichten of in deze zaak politiegegevens zijn geraadpleegd voorafgaand aan
het verlenen van de VOG? Zo ja, welke gegevens betroffen dit en wie nam uiteindelijk
de beslissing?
Antwoord 4 en 5
Vanwege de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan ik niet ingaan op individuele
casussen. De screeningsprofielen die Justis hanteert zijn te vinden op de website
van Justis.4 Bij reguliere VOG-aanvragen, niet zijnde de VOG Politiegegevens (VOG P), kan Justis
alleen politiegegevens opvragen bij de politie indien justitiële gegevens daartoe
aanleiding geven. Bij aanvraag van een VOG P worden standaard politiegegevens opgevraagd
die ook een zelfstandige grond vormen om afgifte van een VOG P te weigeren. Een VOG
P is verplicht voor functies die zijn aangewezen bij ministeriële regeling, waaronder
bepaalde functies bij de Forensische Psychiatrische Centra (FPC’s) en Forensische
Psychiatrische Klinieken (FPK’s). Andere zorginstellingen zijn niet aangewezen voor
de VOG P. Voor de aangewezen functies verwijs ik naar de Regeling aanwijzing functies
VOG Politiegegevens.5 Voor beoordeling van een VOG-aanvraag van personeel werkzaam in een inrichting van
de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) geldt een afwijkende terugkijktermijn in de
justitiële gegevens van dertig jaar.
Vraag 6
Waarom is in het onderhavige geval wél een VOG verstrekt, terwijl in een soortgelijke
zaak door Justis en de Staatssecretaris van Rechtsbescherming een VOG geweigerd werd
wegens de ernst van het levensdelict en het risico voor de maatschappij?
Antwoord 6
Het klopt dat in een andere zaak geen VOG is afgegeven. De beoordeling van VOG-aanvragen
wordt altijd gedaan op basis van de omstandigheden van het geval, zoals de afdoening
van de strafzaak, het tijdsverloop en de hoeveelheid antecedenten.
Vraag 7
In hoeverre stelt Justis bij de VOG-procedure expliciet rekening met het risico dat
iemand met een aangetoonde ernst van geweldshandeling een functie zal vervullen met
kwetsbare personen? Wordt daarbij al dan niet maatwerk toegepast?
Antwoord 7
Zie antwoord op vraag 3.
Vraag 8
In hoeverre wordt de VOG-P momenteel benut bij het aannemen van personeel in de zorgsector,
en zijn er plannen dit instrument breder toe te passen binnen zorginstellingen waar
kwetsbare personen verblijven?
Antwoord 8
Functies komen in aanmerking voor aanwijzing voor de VOG P wanneer sprake is van een
bevoegdheid geweld te gebruiken, er toegang is tot gevoelige informatie bij de uitvoering
van wettelijke taken op het terrein van openbare orde en veiligheid of handhaving
van de rechtsorde of integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.6 De VOG P is momenteel verplicht voor bepaalde functies bij de Forensische Psychiatrische
Centra (FPC’s) en Forensische Psychiatrische Klinieken (FPK’s). Voor de volledige
lijst van aangewezen functies verwijs ik naar de Regeling aanwijzing functies VOG
Politiegegevens.7
Er is vooralsnog geen voornemen om dit instrument breder toe te passen binnen zorginstellingen
waar kwetsbare personen verblijven. Zoals de mijn ambtsvoorganger ook heeft aangegeven
in zijn brief van 24 juni 2025 wordt er momenteel, in opdracht van het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Datacentrum (WODC) onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van het
standaard betrekken van politiegegevens en het gebruik daarvan als zelfstandige weigeringsgrond
voor functies waarin sprake is van een gezags- of afhankelijkheidsrelatie of functies
die worden uitgevoerd op een locatie waar zich kwetsbare personen bevinden.8 De onderzoeksresultaten worden naar verwachting in het eerste kwartaal van 2026 opgeleverd.
Tevens wordt de evaluatie van de Wet VOG politiegegevens medio 2027 verwacht.9 Naar aanleiding van deze onderzoeken zal ik bezien of het passend is om de VOG P
breder toe te passen.
Vraag 9
Is in deze zaak sprake geweest van continue screening? Zo nee, waarom niet? Acht u
het wenselijk om continue screening uit te breiden naar functies in de forensische
en geestelijke gezondheidszorg?
Antwoord 9
Er is in dit geval geen sprake van continue screening. Momenteel wordt op grond van
wet- en regelgeving alleen continu gescreend in de kinderopvang en de taxibranche.
In de (forensische) geestelijke gezondheidszorg is een VOG bij indiensttreding voor
zorgverleners verplicht gesteld. De reden hiervoor is dat in de ggz wordt gewerkt
met kwetsbare personen. Geestelijke gezondheidszorgorganisaties mogen zelf bepalen
hoe vaak ze tussentijds gedurende de dienstbetrekking een nieuwe VOG vragen. DJI levert
ook psychiatrische forensische zorg aan justitiabelen via Rijksinstellingen en koopt
forensische zorg in via particuliere klinieken. DJI hanteert binnen de forensische
zorg het beleid om medewerkers van de instellingen periodiek te screenen. Ik zie op
dit moment geen aanleiding om continue screening toe te passen in de forensische zorg,
of om dit onder de aandacht te brengen bij de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en
Sport die verantwoordelijk is voor de geestelijke gezondheidszorg.
Vraag 10
Hoeveel VOG-aanvragen in de gezondheidszorg zijn sinds januari 2024 afgewezen op basis
van het verscherpte toetsingskader, bijvoorbeeld via de VOG-P? Wat zegt dit weigeringspercentage
over de effectiviteit van het instrument in functies met hoge integriteitseisen?
Antwoord 10
Bij de beoordeling van VOG-aanvragen past Justis twee verscherpte toetsingskaders
toe: ten eerste voor seksuele misdrijven in combinatie met een gezags- of afhankelijkheidsrelatie
of specifieke locatie; ten tweede voor terroristische misdrijven of misdrijven ter
voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf in combinatie met
een gezags- of afhankelijkheidsrelatie, gevoelige informatie of specifieke locatie.
Als sprake is van een verscherpt toetsingskader in verband met seksuele delicten of
terroristische misdrijven kan in deze gevallen enkel een VOG worden afgegeven indien
de weigering van de VOG evident disproportioneel is. Justis heeft hierin daardoor
slechts zeer beperkte ruimte om op basis van de belangenafweging alsnog over te gaan
tot de afgifte van een VOG.
Bij de toepassing van de VOG P worden altijd politiegegevens geraadpleegd en kunnen
deze politiegegevens een zelfstandige weigeringsgrond vormen. Zoals ik ook aangaf
in mijn antwoord op vraag 8 is de VOG P momenteel verplicht voor bepaalde functies
bij de FPC’s en FPK’s. Dit zijn de enige zorginstanties waarvan functies zijn aangewezen
voor de VOG P.
Justis kan alleen data genereren van de particuliere FPC’s en FPK’s omdat de rijks-forensische
zorginstellingen hun aanvragen via DJI doen en deze aanvragen daardoor niet kunnen
worden onderscheiden van andere aanvragen van DJI. In de periode tussen 1 januari
2024 en 31 augustus 2025 zijn er 30 VOG P-aanvragen geweigerd (0,5%), waarvan één
onder het verscherpte toetsingskader voor zedendelicten. Het weigeringspercentage
over 2024 lag voor de VOG op 0,2% en voor de VOG P op 0,6%.
Zoals eerder vermeld verwacht ik in juli 2027 de evaluatie van de VOG P te kunnen
delen met uw Kamer, waarin wordt gekeken naar de effectiviteit van de VOG P.
Vraag 11
Wordt bij VOG-aanvragen in de zorgsector structureel rekening gehouden met langere
terugkijktermijnen bij ernstige geweldsdelicten, vergelijkbaar met de zeden- en terrorismekaders?
Klopt het dat deze mogelijkheid bestaat, maar in de praktijk niet altijd wordt benut?
Antwoord 11
De terugkijktermijnen zijn niet specifiek voor de zorgsector bepaald, maar afhankelijk
van de specifieke functie of de gepleegde strafbare feiten. In de (particuliere) zorgsector
geldt de reguliere terugkijktermijn van vier jaar, tenzij sprake is van een functie
die aangewezen is voor de VOG P, waarvoor regulier een terugkijktermijn van tien jaar
geldt. Voor functies bij DJI is bij hoge uitzondering een termijn van 30 jaar afgesproken.
Bij seksuele misdrijven en terroristische delicten wordt de terugkijktermijn niet
in duur beperkt.
Een apart verscherpt toetsingskader is er niet (expliciet) voor ernstige geweldsdelicten.
Voor alle VOG-aanvragen geldt wel dat in uitzonderlijke gevallen, zeer ernstige feiten
die buiten de terugkijktermijn vallen, tot een maximum van twintig jaar, aanleiding
kunnen zijn om gebruik te maken van de bijzondere weigeringsgronden. Deze mogelijkheid
dient terughoudend te worden ingezet omdat dit de rechtszekerheid, evenredigheid en
proportionaliteit van de VOG kan ondergraven.
Vraag 12
Welke verantwoordelijkheid rust op zorginstellingen en hun bestuur om antecedenten
van werknemers en ervaringsdeskundigen te controleren? Acht u het nodig om deze verantwoordelijkheid
te verduidelijken of uit te breiden bijvoorbeeld door een aangescherpte verantwoordingsplicht?
Antwoord 12
Op grond van onder meer de Wet forensische zorg (Wfz) en de Wet kwaliteit, klachten
en geschillen zorg (Wkkgz) zijn zorgaanbieders verplicht om te zorgen voor veilige
en verantwoorde zorg. Daar hoort bij dat medewerkers geschikt en bekwaam zijn en worden
gescreend op relevante justitiële antecedenten. De Inspectie Justitie en Veiligheid
en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houden toezicht op de kwaliteit en veiligheid
van de forensische zorg. Ik zie vooralsnog geen aanleiding om verantwoordelijkheid
van de zorginstellingen in dit verband te verduidelijken of uit te breiden.
Vraag 13
Hoe weegt u in deze zaak de belangen van re-integratie (werk voor ex-justitiabelen)
af tegen de noodzaak van bescherming van kwetsbare personen in zorginstellingen? Klopt
het dat in bepaalde gevallen het belang van de aanvrager zwaarder kan wegen dan het
maatschappelijk risico?
Antwoord 13
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 3 maakt Justis een zorgvuldige belangenafweging.
Doelstelling van de VOG is de samenleving te beschermen tegen strafbaar handelen in
de rol waarvoor de VOG wordt aangevraagd. Waar dit passend wordt geacht met oog op
de risico’s geeft Justis een VOG af. Daarmee kan de veroordeelde na gestraft te zijn
weer deelnemen aan de maatschappij. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het risico
beperkt wordt ingeschat op basis van informatie over behandeling en het tijdsverloop
na het eerste delict zonder recidive. Of als er een beperkt verband is tussen het
feit en de beoogde functie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C.L. Rutte, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.