Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kostic over alternatieve plannen voor Tata Steel Nederland
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Ministers van Klimaat en Groene Groei en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over een groen en gezond alternatief voor de huidige plannen van Tata Steel (ingezonden 29 augustus 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Aartsen (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens
de Minister van Klimaat en Groene Groei en de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening (ontvangen 23 september 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport «Wijmond. Een business case voor alternatieve
invulling van het terrein van Tata Steel IJmuiden»?1
Antwoord 1
Ja, de Minister van Klimaat en Groene Groei (KGG) en ik hebben dit rapport voor de
zomer ontvangen tijdens een gesprek met omwonenden. Ook ambtelijk is dit rapport bekend:
de ministeries staan in nauw contact met alle betrokkenen, waaronder omwonenden- en
milieuorganisaties.
Vraag 2
Weet u nog dat verschillende economen ervoor hebben gewaarschuwd dat belastinggeld
geven aan het huidige «Groen Staal Plan» grote risico’s met zich meebrengt voor de
belastingbetaler en verspilling van belastinggeld zou kunnen betekenen?2 Welke garanties kunt u bieden dat het plan haalbaar is?
Antwoord 2
Dit signaal is bekend. Het doel van de maatwerkafspraak met Tata Steel is, naast de
realisatie van schone en groene staalproductie in de IJmond, juist ook om een duurzaam
verdienmodel te realiseren. Er moet zicht zijn op winstgevendheid van de onderneming,
voordat een eventuele subsidie toegekend wordt. Het Groen Staal-plan betreft een zeer
omvangrijke investering van Tata Steel Nederland (TSN) en het moederbedrijf Tata Steel
Limited (TSL). Het bedrijf zal niet investeren zonder zicht op een langetermijnverdienmodel.
In dat licht wordt ook verwezen naar uitspraken van de bestuursvoorzitter van TSL.3
Daarnaast zijn strenge voorwaarden verbonden aan een subsidie die verleend wordt door
de overheid. Op basis van de Europese regels voor staatssteun voor verduurzaming geldt
dat steun niet ingezet mag worden om een verlieslatend bedrijf overeind te houden.
De Europese Commissie toetst hier streng op. Verder biedt de maatwerkafspraak ook
de mogelijkheid voor de overheid om afspraken te maken over de beheersing van mogelijke
risico’s.
Vraag 3
Aangezien met het huidige plan van Tata Steel we nog decennia afhankelijk blijven
van aardgas, vindt u dat de best optie om geld van burgers in te investeren?
Antwoord 3
Ja, het huidige plan is nog steeds de betere optie van de onderzochte scenario’s uit
het rapport van Wijers en Blom4. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 beoogt het kabinet schone en groene
staalproductie die financieel levensvatbaar is. Het kabinet stuurt aan op een goede
afweging hierin. De inzet van aardgas is een tussenfase in de transitie naar groen
staal. In deze tussenperiode wordt gewerkt aan de beschikbaarheid van voldoende betaalbare,
beschikbare en betrouwbare groene, hernieuwbare energie. Door deze noodzakelijke tussenstap
neemt de kans toe dat de omvangrijke transitie doorgemaakt zal worden. Het uitsluiten
van het gebruik van aardgas zou ertoe kunnen leiden dat de verduurzaming en dus ook
de gezondheidswinst voor omwonenden pas veel later of niet wordt gerealiseerd.
Vraag 4
Ziet u ook in dat Nederland met het huidige plan van Tata sowieso afhankelijk blijft
van verre (niet-Europese) landen voor schadelijk aardgas en ijzererts?
Antwoord 4
TSN importeert op dit moment aardgas en ijzererts vanuit zowel Europese als niet-Europese
landen. Het is ook in de transitie een economische en strategische afweging van het
bedrijf zelf om al dan niet de benodigde ijzererts en aardgas te importeren ten behoeve
van de staalproductie, en zo ja, waarvandaan het bedrijf dat doet.
Vraag 5
Heeft u kennis genomen van het advies van de onafhankelijke Expertgroep Gezondheid
IJmond dat voor het goed borgen van gezondheid van omwonenden in de maatwerkafspraken
er een garantie moet komen voor een reductie van 90% voor PAK’s, benzeen en een selectie
aan metalen? Klopt het dat dat met het huidige plan waarover het kabinet onderhandelt
niet gerealiseerd en gegarandeerd wordt, ondanks oproepen van de Kamer om dat wel
te regelen?
Antwoord 5
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld5 zal naar verwachting sprake zijn van een forse reductie van PAK’s en benzeen, maar
waarschijnlijk niet 90%. Er zou dan dus nog een restopgave overblijven. Die zou deels
worden gerealiseerd na 2030 als gevolg van de verdere verduurzaming van het bedrijf
(na het vervangen van de resterende hoogoven en kooksgasfabriek). Het kabinet kan
in het openbaar geen verdere mededelingen doen over wat onderdeel is van de onderhandelingen
over maatwerkafspraken.
Vraag 6
Wat is uw reactie op het rapport «Wijmond. Een business case voor alternatieve invulling
van het terrein van Tata Steel IJmuiden»? Wat vindt u van de verschillende bouwstenen
in het rapport?
Antwoord 6
Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen van het rapport. De bouwstenen
zijn interessante denkrichtingen die veelal bijdragen aan de maatschappelijke uitdagingen
waar het kabinet aan werkt: voldoende betaalbare woningen, ruimte voor Defensie, de
energietransitie en natuurherstel. Tegelijkertijd neemt het rapport als vertrekpunt
dat TSN op korte termijn zal krimpen of sluiten, terwijl het bedrijf juist inzet op
het Groen Staal-plan. Die inzet, met versnelde reductie van de overlast voor omwonenden
en de leefomgeving, is ook de inzet van het kabinet voor de onderhandelingen over
maatwerkafspraken.
Overigens wil ik nog meegeven dat Tata Steel zelf eigenaar is van het terrein. Ook
als er geen maatwerkafspraak komt, is het primair aan het bedrijf zelf om mogelijke
alternatieve invulling van het terrein te wegen.
Vraag 7
Kunt u per scenario grondig onderbouwd toelichten welke potentie u daarin ziet?
Antwoord 7
In een eerder stadium zijn diverse scenario’s door Wijers en Blom onderzocht en door
het kabinet gewogen6. De uitkomst van die weging is dat het kabinet inzet op maatwerkafspraken die de
verduurzaming van TSN mogelijk helpen maken, met versnelde reductie van de overlast
voor omwonenden en de leefomgeving. Daarom is het niet opportuun om nu nieuw onderzoek
te doen naar de potentie van deze alternatieve denkrichtingen.
In het rapport komen veel aspecten aan de orde, maar nader onderzoek zou nodig zijn
om te kunnen spreken van echte business cases of een volwaardige maatschappelijke kosten-batenanalyse. De scenario’s zijn interessant
maar rusten ook op een aantal cruciale aannames, zoals over de bereidheid van TSN
om op korte termijn te krimpen of te sluiten, en over mogelijke kosten van bodemsanering
(zie ook het antwoord op vraag 10). Deze aannames zijn voor rekening van de auteur
van het rapport.
Vraag 8
In hoeverre neemt u de bevindingen uit dit rapport mee in de lopende onderhandelingen
met Tata Steel over de maatwerkafspraken?
Antwoord 8
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 6 bevat het rapport ideeën voor een hypothetisch
scenario waarin TSN op korte termijn zou krimpen of sluiten. Dat is echter niet de
inzet van de onderhandelingen over maatwerkafspraken.
Vraag 9
Heeft u kennis van genomen dat het Wijmond-rapport de financiële situatie van Tata
Steel, de juridische procedures en de marktvooruitzichten als factoren benoemt die
een onsuccesvolle transitie en mogelijke sluiting van de fabriek tot gevolg kunnen
hebben? Deelt u deze conclusie en zijn er, naast het Groen Staalplan, ook alternatieve
plannen voorbereid voor het geval Tata Steel de deuren sluit?
Antwoord 9
Ja, de analyse over deze punten in het Wijmond-rapport is bekend. Zoals ook aangegeven
in de beantwoording van vraag 2 hebben het kabinet en het bedrijf zelf als doel om
de transitie naar schone en groene staalproductie in de IJmond te realiseren. Ik deel
in zoverre de conclusie dat deze transitie essentieel is voor het toekomstperspectief
van het bedrijf in Nederland. De overheid en het bedrijf zijn juist om die reden intensief
in gesprek om deze transitie daadwerkelijk mogelijk te maken. Het rapport van Wijers
en Blom gaat ook in op alternatieve plannen voor het Groen Staal-plan. De sluitingsroute
werd als ongunstig beoordeeld, met zeer hoge financiële en uitvoeringsrisico’s. Het
kabinet kiest, mede gelet op de economische en strategische waarde, voor behoud van
staalproductie in de IJmond. Om die reden wordt de sluitingsroute niet verder uitgewerkt.
Vraag 10
Heeft u er kenis van genomen dat volgens de studie de kosten voor de sloop en sanering
van het terrein naar schatting 2 tot 4 miljard euro bedragen, wat aanzienlijk lager
is dan de 12 miljard euro die eerder in de media is genoemd? Erkent u deze inschatting?
Antwoord 10
Het rapport noemt een bandbreedte van 1,7 miljard tot 7,3 miljard euro; daarbinnen
schat de auteur dat de kosten 2 tot 4 miljard zouden bedragen (p. 81). Uit het rapport
blijkt niet duidelijk hoe deze berekening en inschatting tot stand zijn gekomen. De
berekening en inschatting zijn voor rekening van de auteur van het rapport.
Vraag 11
Kent u de motie van de leden Kostic en Soepboer, waarbij het kabinet de opdracht kreeg
om sterker te borgen dat vervuilers zelf de kosten van de schade die ze met vervuiling
veroorzaken gaan betalen, en niet de belastingbetaler?7
Antwoord 11
Ja. Zoals eerder in reactie op de motie aangegeven8 is het principe «de vervuiler betaalt» voldoende geborgd in de regelgeving.
Vraag 12
Erkent u dat Tata Steel aansprakelijk is voor de bodemvervuiling op het terrein en
dus zelf moet betalen voor de bodemsanering? Op welke manier gaat u ervoor zorgen
dat Tata Steel gaat betalen voor de enorme vervuiling die ze hebben veroorzaakt, in
plaats van de gewone burger?
Antwoord 12
Het klopt dat ieder bedrijf aansprakelijk is voor de bodemvervuiling die het veroorzaakt.
In de eerdere brief over de bodemvervuiling op het TSN-terrein wordt uitgebreid ingegaan
op het verschil tussen historische vervuiling en vervuiling door TSN9. Het kabinet zet in op maatwerkafspraken die de verduurzaming en het schoner maken
van de staalproductie van TSN mogelijk helpen maken, met versnelde reductie van de
overlast voor omwonenden en de leefomgeving. Toekomstige bedrijfsactiviteiten zullen
moeten voldoen aan de relevante wet- en regelgeving, zoals vergund door het bevoegd
gezag. Dat geldt ook voor eventuele eisen aan de bodemkwaliteit op het terrein.
Vraag 13
Heeft u er kennis van genomen dat het rapport stelt dat het scenario «Stad in de duinen»,
met de bouw van 30.000 tot 40.000 woningen, inkomsten kan genereren van 4 tot 5 miljard
euro die kunnen helpen bij het dekken van saneringskosten. Kunt u toelichten hoe de
overheid dit potentieel zou kunnen benutten?
Antwoord 13
Het rapport biedt interessante denkrichtingen voor de situatie waarin TSN op korte
termijn zou krimpen of sluiten. In dat hypothetische geval kunnen de geschetste scenario's
bijdragen aan de huidige uitdagingen rond de kwaliteit van de leefomgeving, schaarste
aan woonruimte en druk op werklocaties in het Noordzeekanaalgebied. Het gaat echter
om hypothetische scenario’s die niet aan de orde zijn en die deels gestoeld zijn op
belangrijke aannames, zoals ook aangegeven in de antwoorden op vragen 6, 7, 8 en 9.
Daar komt bij dat er in het gehele Noordzeekanaalgebied sprake is van een schaarste
aan ruimte voor economische activiteiten en het uitgangspunt is om bestaande ruimte
voor de economie te behouden10.
Vraag 14
Kunt u toelichten hoe u kijkt naar de potentiële bijdrage van het Wijmondplan aan
de oplossing van de wooncrisis?
Antwoord 14
Ik wil nogmaals benadrukken dat TSN de eigenaar is van het terrein. Ook als er geen
maatwerkafspraak komt, is het primair aan het bedrijf zelf om mogelijk alternatieve
invulling van het terrein te wegen.
Op zichzelf staand zouden 30.000 tot 40.000 extra woningen in positieve zin bijdragen
aan het woningtekort. In de woondeal van de Metropoolregio Amsterdam zijn echter voldoende
locaties afgesproken waarmee de woningbouwambitie van de regio kan worden ingevuld
tot en met 2030. Het benutten van de locatie van TSN kent, zoals in het Wijmond-rapport ook aan de orde komt, financiële en uitvoeringsrisico’s, onder meer vanwege
de bodemverontreiniging. Deze locatie zou bovendien pas op de lange termijn tot ontwikkeling
kunnen komen en is daarmee geen oplossing voor de wooncrisis op de korte termijn.
Tot slot is de potentiële bijdrage zoals gezegd hypothetisch van aard en deels gestoeld
op een aantal belangrijke aannames, zoals ook aangegeven in de antwoorden op vragen
6, 7, 8, 9 en 13.
Vraag 15
Heeft u er kennis van genomen dat het scenario «Natuur- en innovatiegebied» in het
rapport aangeduid wordt als de meest maatschappelijk rendabele optie vanwege de baten
van natuur, meer werkgelegenheid en lagere zorgkosten? Wat is uw onderbouwde visie
op het prioriteren van maatschappelijke baten?
Antwoord 15
Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen van deze denkrichting in het rapport.
De aanname dat bedrijven die elders in Nederland gevestigd zijn naar dit gebied willen
verhuizen, lijkt echter te optimistisch. Verschillende steden zijn innovatiedistricten
en campussen aan het opzetten. Daarbij blijkt het verleiden van bedrijven om te verplaatsen
een uitdaging. Ook dient voorkomen te worden dat een nieuw in te richten innovatiedistrict
gaat concurreren met bestaande en in ontwikkeling zijnde gebieden binnen dezelfde
regio.
Vraag 16
Bent u het eens met de conclusie van de studie dat dat het Groen Staalplan de minst
aantrekkelijke optie is wat betreft maatschappelijke baten? Welke andere scenario’s
worden meegenomen in de besluitvorming?
Antwoord 16
Het kabinet deelt deze conclusie niet. Zoals ook aangegeven in de beantwoording van
vragen 6, 7, 8 en 9 zet het kabinet, op basis van eerdere onderzoeken en besluitvorming11, in op het Groen Staal-plan. Deze route wordt nader uitgewerkt en maakt het mogelijk
om schoon en groen staal te produceren in de IJmond, waardoor de economische en strategische
waarde daarvan wordt behouden voor Nederland en Europa.
Vraag 17
Bent u bereid te stoppen met de onderhandelingen met Tata Steel, gebaseerd op het
achterhaalde, kostbare en risicovolle (voor milieu, gezondheid en belastingebetaler)
Groen Staal Plan? Zo nee, waarom gokt u met geld van belastingbetalers?
Antwoord 17
Nee, het kabinet is niet bereid om de onderhandelingen te stoppen. Het kabinet zet
juist in op een verantwoorde en zorgvuldige besteding van belastinggeld, zoals ook
aangegeven in de beantwoording van vragen 2 en 3. Deze inzet moet juist leiden tot
versnelde reductie van overlast voor omwonenden en de leefomgeving, zoals ook aangegeven
in de beantwoording van vraag 6.
Vraag 18
Kunt u de vragen zo snel mogelijk en één voor één beantwoorden?
Antwoord 18
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.