Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paternotte over het bericht ‘Unicef: duizenden ondervoede kinderen dreigen te sterven in belegerde stad in Sudan’
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Unicef: duizenden ondervoede kinderen dreigen te sterven in belegerde stad in Sudan» (ingezonden 29 augustus 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken (ontvangen 23 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Unicef: duizenden ondervoede kinderen dreigen te sterven
in belegerde stad in Sudan»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke mogelijkheden ziet u nog voor aanvullende sancties tegen de Rapid Support Forces
(RSF)? Bent u bereid hiervoor te pleiten tijdens de Raad Buitenlandse Zaken en tegelijkertijd
te bezien welke sancties Nederland op nationaal niveau kan instellen?
Antwoord 2
Het kabinet heeft al eerder in verschillende EU-gremia opgeroepen tot meer diplomatieke
druk door middel van een derde sanctiepakket gericht op RSF- en SAF-leden, en op diegenen
die zich in strijd met het geldende wapenembargo schuldig maken aan het bewapenen,
financieren of logistieke ondersteuning bieden aan de strijdende partijen, zowel binnen
als buiten Soedan. Als resultaat daarvan is afgelopen juli een uitbreiding van het
EU-sanctiepakket aangenomen.
Nederland stelt in beginsel geen eigenstandige nationale sancties in, maar voert internationale
sancties uit wanneer dit voortvloeit uit volkenrechtelijke verplichtingen, aanbevelingen,
of afspraken die hun oorsprong in de regel vinden in de VN of de EU. Nationale maatregelen
zijn minder effectief. Nationale sancties zijn slechts beperkt tot het Nederlands
grondgebied, terwijl Nederland deel uitmaakt van de EU interne markt en de Schengenzone.
Als sancties niet in onze buurlanden gelden, zijn mogelijkheden tot omzeiling groot
en de materiële impact zeer beperkt.
Vraag 3
In hoeverre is Nederland betrokken bij internationale coalities of fondsen, waaronder
coördinatie door de Verenigde Naties (VN), om de toegang tot hulp voor de belegerde
stad te verbeteren?
Antwoord 3
Nederland oefent samen met andere donoren en via de VN en de EU (ECHO) druk uit op
de partijen in het conflict om betere humanitaire toegang te waarborgen, ook in El
Fasher. Zo was Nederland afgelopen augustus medeondertekenaar van een verklaring2 waarin de EU en een brede groep landen expliciet opriepen tot het stoppen van de
belegering van de stad. De VN zet zich op het hoogste niveau in om humanitaire toegang
te bevorderen en een staakt-het-vuren te bewerkstelligen. Humanitaire hulp moet te
allen tijde de getroffen bevolking bereiken. Een humanitaire pauze met vrije toegang
is cruciaal voor de belegerde stad El Fasher, waar WFP al een jaar geen voedsel heeft
kunnen brengen en de bevolking nauwelijks toegang heeft tot voedsel. Helaas is deze
druk tot nu toe onvoldoende effectief gebleken, en blijft de RSF de toegangswegen
naar de stad blokkeren. Nederland blijft zich, bilateraal en in multilaterale fora,
inzetten om aandacht te vragen voor de situatie in Soedan. Zo organiseert Nederland
bijvoorbeeld samen met Liberia en het VK een evenement tijdens de ministeriële week
(22 t/m 26 september) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN),
mede ter bevordering van de internationale steun voor Soedanese humanitaire hulpverleners.
Vraag 4
Kan Nederland een extra bijdrage leveren aan het verzamelen van bewijs van oorlogsmisdaden
en bent u voornemens dit te doen?
Antwoord 4
Gerechtigheid voor slachtoffers en het tegengaan van straffeloosheid is van groot
belang voor een duurzame vrede op de lange termijn. Nederland zet zich onder meer
in voor mandaatverlenging van de Fact Finding Mission (FFM) in Soedan en is met dit doel toegetreden tot de kerngroep die aanname van de
resolutie in de VN-Mensenrechtenraad bewerkstelligt. In deze kerngroep werkt Nederland
samen met gelijkgezinde landen als Duitsland, Ierland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk.
De resolutie wordt in de 60e zitting (8 september tot en met 8 oktober) van de Mensenrechtenraad
behandeld. Met deze resolutie krijgt de FFM het mandaat om de feiten, omstandigheden
en grondoorzaken van alle vermeende mensenrechtenschendingen en schendingen van het
internationaal humanitair recht door alle strijdende partijen te onderzoeken en vast
te stellen. Tijdens de ministeriële week van de AVVN zal Nederland ook bij het eerdergenoemde
evenement aandacht vragen voor de FFM. Verder ondersteunt Nederland het kantoor van
de Hoge Commissaris van de Mensenrechten (OHCHR) met een jaarlijkse financiële bijdrage
voor het werk op accountability. Daarnaast geeft Nederland een significante financiële bijdrage aan het VN-mensenrechtenkantoor
(OHCHR) in Soedan voor documentatie en monitoren van de mensenrechtensituatie.
Vraag 5
Bent u bereid extra middelen vrij te maken voor een extra Nederlandse bijdrage aan
humanitaire hulpverlening, zoals voedselhulp of medisch materieel? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Nederland ondersteunt humanitaire organisaties werkzaam in Soedan bij het werk om
de hoogste noden te adresseren. Dit gaat zowel via flexibele financiering – zoals
aan de belangrijkste VN-organisaties (waaronder het Wereld Voedselprogramma en UNICEF)
en het Rode Kruis – als via financiering specifiek voor Soedan. Zo financiert Nederland
in Soedan de Dutch Relief Alliance en haar lokale partners (EUR 6,7 miljoen), het
Nederlandse Rode Kruis (EUR 1,4 miljoen) en het Soedan Humanitaire Fonds (EUR 16 miljoen),
dat ook lokale burgerinitiatieven, zoals lokale gaarkeukens ondersteunt. Hiermee is
de Nederlandse landenspecifieke bijdrage aan Soedan in 2025 significant, een erkenning
van de omvang van de humanitaire crisis.
Ook draagt Nederland dit jaar EUR 55 miljoen bij aan het VN Central Emergency Response
Fund (CERF) dat in 2.025 USD 22 miljoen heeft vrijgemaakt voor Soedan. De EU heeft
voor 2.025 EUR 160 miljoen vrijgemaakt voor humanitaire hulp in Soedan.
Vraag 6
Op welke manier kan Nederland het Rode Kruis bijstaan in het opsporen van vermiste
personen? Bent u bereid die hulp te bieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nederland steunt het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) met ongeoormerkte
meerjarige financiering wereldwijd, die ook ten goede kan komen aan Soedan. In 2025
gaat het om EUR 55 miljoen. Daaronder valt ook het faciliteren van gezinshereniging,
het opsporen van vermiste personen, en het voorkomen van verdwijningen door het ondersteunen
van een waardige omgang met overledenen. Zo heeft ICRC in Soedan in 2024 bijvoorbeeld
het onderlinge contact tussen leden van 45,000 families kunnen herstellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.