Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kathmann en Six Dijkstra over de uitspraken van minister van Justitie en Veiligheid over de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten
Vragen van de leden Kathmann (GroenLinks-PvdA) en Six Dijkstra (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de uitspraken van Minister van Justitie en Veiligheid over de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten (ingezonden 16 juli 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Van Marum (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties),
            mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 23 september 2025).
            Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2795.
         
Vraag 1
            
Zijn uw uitspraken in de uitzending van Goedenavond Nederland op maandag 14 juli jl.,1 over de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten, representatief voor het kabinetsstandpunt?
Antwoord 1
            
Hoewel gechargeerd, is het zo dat de Europese cloudmarkt niet goed functioneert. Zie
               verder het antwoord op vraag 2.
            
Vraag 2
            
Wat bedoelde u precies met de uitspraak: «We hebben geen Europese cloudbedrijven»?
               In welke zin zit Nederland in een «hele ongemakkelijke positie tegenover de grote
               techbedrijven»?
            
Antwoord 2
            
Vier grote niet-Europese bedrijven domineren op dit moment wereldwijd de markt voor
               openbare cloudinfrastructuur2: Amazon, Microsoft, Google Cloud Platform en het Chinese Alibaba (vooral actief op
               de Chinese markt). De Nederlandse markt lijkt in grote lijnen op de Europese markt,
               met dominante posities voor met name de Amerikaanse aanbieders Amazon en Microsoft.
               Daarnaast zijn er nog een aantal andere Europese partijen actief, die relatief jong
               en klein zijn op de markt voor clouddiensten. De ACM verwacht dat de consolidatie
               in de markt voor clouddiensten verder doorzet als gevolg van onder meer schaalvoordelen
               en netwerkeffecten.3 Het is voor kleinere spelers moeilijk om effectief met grote geïntegreerde aanbieders
               te concurreren. Nederlandse bedrijven en consumenten zijn als afnemers van clouddiensten
               grotendeels afhankelijk van grote technologiebedrijven uit de VS. De toenemende consolidatie
               in combinatie met overstapdrempels (er is sprake van vendor lock-in) en gebrekkige
               dataportabiliteit en cloudinteroperabiliteit vergroten deze afhankelijkheid.
            
Vraag 3
            
Noopt de hele ongemakkelijke positie van Nederland tegenover de grote techbedrijven
               niet tot het nemen van maatregelen om op zo kort mogelijke termijn de afhankelijkheid
               af te bouwen?
            
Antwoord 3
            
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid.
               Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de in
               het vierde kwartaal verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
            
Het afbouwen van afhankelijkheden nemen wij momenteel mee in de herziening van het
               Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de overheidsbrede visie voor digitale autonomie
               en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het
               kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief
               voor public clouddiensten voor de (rijks)overheid, conform de motie Kathmann.4
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor
               het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid
               van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
            
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst.
               Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen
               waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen
               kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
            
Vraag 4
            
Kunt u bondig het kabinetsstandpunt over digitale autonomie toelichten? Op welke manier
               is het Ministerie van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk voor het vergroten van
               de digitale autonomie?
            
Antwoord 4
            
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats
               voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als
               EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid
               nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het
               kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen
               ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud
               verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
            
Voor een overzicht van de verdere Nederlandse inzet op Europees niveau omtrent cloudsoevereiniteit
               verwijzen wij u graag door naar het recent gepubliceerde non-paper «Versterken van
               cloudsoevereiniteit van overheden».5
JenV is, net als andere departementen, medeverantwoordelijk voor de digitale autonomie
               en specifiek voor de digitale autonomie binnen het eigen verantwoordelijkheidsdomein.
            
Vraag 5
            
Wat is het kabinetsstandpunt over een Europese digitale taks voor Amerikaanse techbedrijven?
               Hoort dit wat u betreft tot de mogelijkheden voor een Europese reactie op de aangekondigde
               Amerikaanse importheffingen? Acht u dit in het belang van Nederland?
            
Antwoord 5
            
Op 21 augustus jl. hebben de EU en de VS een gemeenschappelijke verklaring met handelsafspraken
               gepubliceerd.6 In navolging daarvan heeft de EU de inwerkingtreding van de op 24 juli jl. vastgestelde
               rebalancerende maatregelen jegens de VS tot februari 2026 opgeschort.7 Voorlopig is van een Europese tegenmaatregel naar aanleiding van de verhoogde Amerikaanse
               importheffingen dus geen sprake. Tegelijkertijd valt het niet uit te sluiten dat de
               Europese rebalancerende maatregelen jegens de VS in de toekomst alsnog in werking
               treden of dat toekomstige ontwikkelingen aanleiding geven tot voorstellen voor nieuwe
               vormen van rebalancerende maatregelen. Het kabinet zal voorstellen daartoe te zijner
               tijd op hun eigen merites beoordelen.
            
Vraag 6
            
Kunt u toezeggen dat ook het Ministerie van Justitie en Veiligheid zich zal inspannen
               voor het vergroten van de digitale autonomie van Nederland, onder andere door zelf
               meer Europese alternatieve digitale diensten af te nemen, in lijn met alle aangenomen
               Kamermoties?8
Antwoord 6
            
Het Ministerie van JenV zet, onder coördinatie van het Ministerie van BZK in op het
               herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, de overheidsbrede visie voor digitale autonomie
               en soevereiniteit van de overheid en de IT-sourcingstrategie Rijk. Zie verder het
               antwoord op vraag 3.
            
Vraag 7
            
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Antwoord 7
            
Er heeft departementale afstemming plaatsgevonden en zowel het Ministerie van Justitie
               en Veiligheid als het Ministerie van Binnenlandse zaken is akkoord met de beantwoording
               van deze vragen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede namens
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.