Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid El Abassi over het bericht 'Verdachte die biddende moslim doodstak in Zuid-Frankrijk, meldt zich op Italiaans politiebureau'
Vragen van het lid El Abassi (DENK) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Verdachte die biddende moslim doodstak in Zuid-Frankrijk, meldt zich op Italiaans politiebureau» (ingezonden 30 april 2025).
Antwoord van Minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 23 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de aanval op de 22-jarige Aboubakar Cissé in een moskee in Frankrijk,
waarbij het slachtoffer vijftig keer werd neergestoken terwijl hij aan het bidden
was?1
Antwoord 1
Ja, het is verschrikkelijk wat er is gebeurd.
Vraag 2
Bent u er ook mee bekend dat de kritiek in Frankrijk ook op de overheid is gericht
vanwege het aanjagen van een «islamofoob klimaat» in Frankrijk, onder andere vanwege
uitspraken van bewindspersonen als «weg met de hoofddoek»?
Antwoord 2
Ik ben ermee bekend dat er veel reacties zijn geweest op het incident in Frankrijk,
waaronder kritische geluiden over de toon van bepaalde politieke bewindslieden jegens
de islam.
Vraag 3
Zou u zich aangesproken voelen vanwege het aanjagen van een islamofoob klimaat in
Nederland vanwege uitspraken die bewindspersonen in Nederland hebben gedaan, onder
andere over de hoofddoek van moslimvrouwen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Nee. Ik herken mij niet in het beeld dat Nederlandse bewindspersonen een islamofoob
klimaat zouden aanjagen in Nederland. Laat ik vooropstellen dat er in Nederland geen
plaats is voor haatzaaien, opruien en haat tegen welke religieuze stroming ook. Het
kabinet staat voor een open en vrije samenleving waarin iedereen – ongeacht geloofsovertuiging
of levenswijze – zichzelf moet kunnen zijn en zich veilig moet voelen. Dat betekent
ook dat mensen in vrijheid hun religie kunnen belijden, inclusief het dragen van religieuze
kledingstukken zoals een hoofddoek, zolang dit past binnen de kaders van de wet.
Vraag 4
Denkt u dat er in Nederland een serieus probleem van moslimhaat bestaat, zeker gezien
meerdere islamofobe terroristen verwijzing hebben gemaakt naar bepaalde politici in
Nederland die hen in hun moslimhaat geïnspireerd zouden hebben?
Antwoord 4
Het kabinet erkent dat moslimdiscriminatie en -haat aanwezig zijn in Nederland. In
het hoofdlijnenakkoord en regeerprogramma is opgenomen dat er daadkrachtig opgetreden
zal worden tegen alle vormen van discriminatie waaronder moslimdiscriminatie. U ontvangt
binnenkort van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de Staatssecretaris
Participatie en Integratie de aan uw Kamer toegezegde kabinetsreactie op het Nationaal
onderzoek moslimdiscriminatie.
Vraag 5 en 6
Deelt u dat het tragisch is dat de Franse koepelorganisatie van moslims zegt dat een
grote meerderheid van moslims in Frankrijk het gevoel heeft dat moslimhaat niet even
serieus wordt genomen als andere vormen van haat?
Hoort u eenzelfde soort verwijt ook van de moslimgemeenschap in Nederland, namelijk
dat discriminatie en haat tegen haar niet even serieus genomen wordt als tegen andere
gemeenschappen?
Antwoord 5 en 6
Het kabinet vindt het in alle gevallen tragisch en zorgwekkend als mensen het gevoel
hebben dat hun ervaringen met discriminatie of haat minder serieus worden genomen.
Discriminatie, in welke vorm dan ook, is onacceptabel en in strijd met artikel 1 van
de Nederlandse Grondwet. In Nederland streven wij ernaar dat alle vormen van discriminatie,
of het nu gaat om moslimdiscriminatie, antisemitisme, racisme of andere vormen, met
dezelfde ernst en inzet worden aangepakt. Ik sta voor een land waarin eenieder in
vrijheid zichzelf kan zijn, ongeacht levensovertuiging, seksuele gerichtheid, etniciteit
of geslacht.
In dit kader wil ik ook wijzen op de rol van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie
en Racisme (NCDR). Deze fungeert als aanjager, waakhond en verbinder bij de bestrijding
van alle discriminatiegronden, waaronder ook moslimdiscriminatie.
Vraag 7
Kunt u opsommen hoe vaak de regering signalen heeft ontvangen van ofwel individuen
of islamitische organisaties waarin ze hun zorg uitspreken over hun veiligheid?
Antwoord 7
Het kabinet is in contact met moslimgemeenschappen over diverse thema’s waaronder
ook over zorgen op het gebied van veiligheid. Het kabinet registreert niet het aantal
binnengekomen signalen. Het kabinet herkent de zorgen en neemt deze mee in verdere
beleidsontwikkeling en ondersteuning. Ook naar aanleiding van recente bedreigingen
richting moskeeën is er contact opgenomen met koepelorganisaties en moskeeën.
Op basis van eerdere signalen heeft de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) van
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in het verleden in samenwerking
met de NCTV de Handreiking Veilige Moskee uitgebracht en breed verspreid. Tevens is
vanuit de NCTV, in samenwerking met de gemeenten Den Haag en Rotterdam, het Handboek
Veiligheid voor Religieuze Instellingen gepubliceerd.
Vraag 8
Heeft u naar uw gevoel de zorgen van de moslimgemeenschap wél serieus genomen? Zo
ja, waarom denkt u dat Nederlandse moslims dat niet zo hebben ervaren?
Antwoord 8
Zowel mijn departement als ik en andere leden van het kabinet zijn in gesprek met
de moslimgemeenschap over gevoelens van onveiligheid, haat en discriminatie om beter
zicht te krijgen op de omvang van het probleem. Op basis hiervan beoordelen we of
het nodig is om aanvullend beleid te formuleren.
Bedreigingen van geloofsgemeenschappen zijn binnen een vrije en open samenleving als
de onze onacceptabel. De zorgen van de moslimgemeenschappen neem ik, evenals mijn
collega-bewindspersonen, zeer serieus. Wij hebben daarom ook periodiek gesprekken
met moskeeën, koepelorganisaties en vertegenwoordigers uit de moslimgemeenschappen.
Vraag 9
Kunt u opnoemen hoeveel contactmomenten ervanuit de regering zijn geweest met gebedshuizen
om hun zorgen omtrent hun veiligheid aan te horen? Kunt u de data uitsplitsen naar
geloofsgemeenschap?
Antwoord 9
Het kabinet houdt geen registratie bij van het aantal contactmomenten met maatschappelijke,
religieuze of culturele organisaties. Desalniettemin onderhoudt het kabinet regelmatig
contact met moslimgemeenschappen over diverse thema’s waaronder ook over zorgen op
het gebied van veiligheid. Deze contacten vinden plaats via diverse departementen.
Zo onderhoudt het Ministerie van Justitie en Veiligheid contact met religieuze gemeenschappen
via de erediensten, het Ministerie van SZW via de interreligieuze dialoog en het netwerk
van de ESS, en het Ministerie van OCW in relatie tot levensbeschouwelijk onderwijs.
Tijdens deze gesprekken is er ruimte om zorgen te bespreken.
Vraag 10
Bent u bereid om als preventieve maatregel de beveiliging van moskeeën in Nederland
structureel te verhogen? Zouden de best practices daarin meegenomen kunnen worden van de maatregelen die op dit moment voor synagoges
in Nederland worden getroffen? Zo ja, welke maatregelen kunnen op korte termijn ook
voor moskeeën worden ingezet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Over beveiligingsmaatregelen doe ik in het openbaar nooit uitspraken. Wel kan ik u
verzekeren dat de veiligheid van religieuze instellingen in Nederland, waaronder moskeeën,
voortdurend onder de aandacht is van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Beveiligingsmaatregelen
voor religieuze instellingen worden genomen op basis van een zorgvuldige afweging
van de dreiging en risico en vallen onder de verantwoordelijkheid van het lokaal bevoegd
gezag. Indien er sprake is van een verhoogde dreiging of risico ten opzichte van hun
veiligheid, worden passende maatregelen getroffen. Op dit moment is er geen aanleiding
om algemene structurele maatregelen te treffen.
Vraag 11
Bent u bereid aanvullende maatregelen te treffen om moslimhaat en islamofobie in Nederland
actief te bestrijden, onder andere door bijvoorbeeld een nationale bewustwordingscampagne
of een Rijksbrede aanpak tegen moslimhaat?
Antwoord 11
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 8 zijn meerdere leden van het kabinet in
gesprek met de moslimgemeenschap over gevoelens van onveiligheid, haat en discriminatie.
Over zowel discriminatie als gevoelens van onveiligheid en haat is ook gesproken tijdens
de Catshuissessie met moslimjongeren op 26 augustus jl. Het kabinet vindt het belangrijk
dat we deze dialoog samen blijven voortzetten, er is afgesproken dat halfjaarlijks
te blijven doen met verschillende partijen middels een bestuurlijk overleg onder coördinatie
van de Minister van BZK.
De kabinetsreactie op het Nationaal onderzoek moslimdiscriminatie zal binnenkort door
de Staatssecretaris van Participatie en Integratie en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties naar uw Kamer worden gestuurd. Daarin wordt ook ingegaan
op veiligheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid -
Namens
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.