Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het artikel 'Zorgvuldige nieuwe wetgeving kan regelbrij voorkomen'
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Ministers van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het artikel «Zorgvuldige nieuwe wetgeving kan regelbrij voorkomen» (ingezonden 4 augustus 2025).
Antwoord van Minister Paul (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister
van Financiën (ontvangen 23 september 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2024–2025, nr. 2960.
Vraag 1
Bent u bekent met het rapport van PricewaterhouseCoopers (PwC): Feiten en effecten
wet- en regelgeving op uitvoeringsorganisaties?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de gedane constateringen in het rapport en kunt u toelichten of deze in
lijn zijn met de reeds gedane constateringen binnen het kabinet en of u van mening
bent dat, gezien dit rapport, de acties vanuit het kabinet voldoende zijn om deze
tendens te doorbreken?
Antwoord 2
Ja. Wij herkennen dat er uitvoeringsdruk is op uitvoeringsorganisaties door complexe
wet- en regelgeving. Ook door de stijging van het aantal wetten dat eisen stelt op
het gebied van privacy en (informatie)beveiliging (vaak wetgeving die voor alle uitvoerders
geldt). En de hoeveelheid aan regels en uitzonderingen. De constateringen in het rapport
zijn in lijn met de constateringen van het kabinet. In het regeerprogramma van dit
kabinet was hier aandacht voor: «De complexiteit van regelgeving moet worden teruggedrongen. De (digitale) dienstverlening
moet voor iedereen eenvoudig en te begrijpen zijn».Ook zet het kabinet-Schoof vanuit het programma Werk aan Uitvoering in op onder andere
een actieagenda vereenvoudiging, waarin het terugdringen van complexiteit van regelgeving
voor mensen en bedrijven centraal staat. In de kamerbrief WaU die in oktober aan uw
Kamer wordt verzonden, wordt u hierover geïnformeerd. Een belangrijk initiatief hierin
is de Hervormingsagenda Inkomensondersteuning, waarover de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (hierna: SZW) u eerder in een Kamerbrief informeerde.2
Om de tendens van toenemende complexiteit en opeenstapeling van wet- en regelgeving
te doorbreken is het van belang om langdurig aandacht te besteden aan vereenvoudiging,
niet alleen door het huidige kabinet, maar ook door toekomstige kabinetten. Vereenvoudiging
is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Kamers, kabinet en (uitvoerings)organisaties.
Daarbij is het ook van belang dat de uitvoeringsconsequenties van generieke wetgeving
(zowel nationaal als internationaal) zo goed mogelijk in kaart worden gebracht. De
implementatie hiervan vergt verandercapaciteit van uitvoeringsorganisaties en kan
leiden tot prioriteringskeuzes in samenhang met onderhanden of voorgenomen beleid.
Vooruitkijken is hierbij van groot belang.
Vraag 3
Hoe verklaart u het grote verschil in de gedane analyse die aantoont dat sinds 2005
het aantal wetten en regels voor uitvoeringsorganisaties is toegenomen met 147% terwijl
de toename van wetten en regels maatschappij breed aanzienlijk lager was namelijk
14%?
Antwoord 3
Het rapport van PwC geeft een overzicht van het aantal wetten en regels voor de 51
grootste uitvoeringsorganisaties die onder een groot aantal departementen vallen.
Deze zijn niet uitgesplitst per departement. De achterliggende data zijn niet gepubliceerd
en de onderzoeksmethode wordt globaal geduid in het rapport. Wij vinden het hoe dan
ook belangrijk om door vereenvoudiging de complexiteit en hoeveelheid regelgeving
te beperken. Dit is een opgave van ons allemaal.
Vraag 4
Hoe kijkt u naar de constatering in het rapport dat, op basis van de adviezen van
de Raad van State niet kan worden gesteld dat de kwaliteit van wet- en regelgeving
noemenswaardig is afgenomen maar dat het wel zo kan zijn dat de uitvoerbaarheid (één
van de vier toetsingscriteria) achteruit is gegaan?
Antwoord 4
De afdeling Advisering van de Raad van State hanteert een beoordelingskader met vier
onderdelen, waaronder uitvoerbaarheid. De verschillende onderdelen hangen vaak met
elkaar samen. Ook in de beleidsvoorbereiding wordt rekening gehouden met uitvoerbaarheid.
Het kan zo zijn dat wetgeving leidt tot extra uitvoeringslasten voor de uitvoeringsorganisaties,
bijvoorbeeld om het juiste dienstverleningsniveau of maatwerk te kunnen bieden aan
specifieke groepen burgers en bedrijven. Een toename van wet- en regelgeving kan de
uitvoering daarom complexer maken.
Ook internationale afspraken of gerechtelijke uitspraken die resulteren in nieuwe
wetgeving leiden doorgaans tot aanvullende uitvoeringslasten. In antwoord 5 gaan wij
verder in op hoe in de beleidsvoorbereiding met uitvoerbaarheid wordt omgegaan.
Vraag 5
Indien u van mening bent dat dit inderdaad samenhangt met achteruitgang van de uitvoerbaarheid,
bent u dan voornemens en hoe bent u voornemens, hier steviger op te gaan sturen aan
de voorkant van het proces, namelijk bij de totstandkoming van regelgeving?
Antwoord 5
Bij totstandkoming van nieuwe wet- en regelgeving worden standaardprocessen gevolgd.
Het Beleidskompas is hierbij leidend. Binnen het Beleidskompas is de uitvoerbaarheid
van nieuwe wet- en regelgeving een van de verplichte kwaliteitseisen. Nauwe samenwerking
tussen beleid en uitvoering is belangrijk om maatschappelijke wensen te kunnen vertalen
naar uitvoerbare wetgeving. Het vroegtijdig en integraal in beeld brengen van de uitvoerbaarheid
van beleidsvoornemens stelt ons in staat om gewogen en zorgvuldig beslissingen te
nemen.
Voor uitvoerders is het steeds belangrijker dat een bewuste afweging en prioritering
wordt gemaakt in de eisen en wensen die op hen afkomen. Dat gaat bijvoorbeeld om nieuwe
wetgeving, gewenste verbeteringen in de dienstverlening en het toezicht en de benodigde
modernisering van de ICT. Vooruitblikken op aankomende wet- en regelgeving is hier
onderdeel van. De meerjarige planning van het totaal aan opdrachten en ambities vergt
goede afstemming tussen politiek, beleid en uitvoering.
Die politieke betrokkenheid en steun bij moeilijke keuzes in vereenvoudiging is ook
vanuit de Kamer nodig. Alle partijen moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen.
Vraag 6
Waarom worden, in plaats van belangrijk stelsels zoals het toeslagenstelsel, te herzien,
deze regelmatig uitgebreid met nieuwe uitwerkingen van wetten en regels zonder stevige
toetsing vooraf, bijvoorbeeld door een Raad van State?
Antwoord 6
Het kabinet vindt het belangrijk dat wetsvoorstellen, AmvB’s en regelingen een zorgvuldig
wetgevingsproces doorlopen. Zoals gebruikelijk worden wetsvoorstellen en AmvB’s getoetst
door de Raad van State. Ministeriële regelingen worden, zoals het rapport van PwC
schetst, niet door dit orgaan getoetst. Hoewel de Raad van State bij ministeriële
regelingen geen advies uitbrengt, betekent dit niet dat er geen sprake is van andere
waarborgen in de totstandkoming van regelgeving. Regelingen kunnen, net zoals wetsvoorstellen
en AmvB’s, door andere instanties worden getoetst, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens
en de Raad voor de Rechtspraak. Daarnaast is het bij alle wijzigen aan wetten en regels
gebruikelijk dat de betreffende uitvoeringsorganisatie een uitvoeringstoets doet.
Bovendien worden nieuwe trajecten ontwikkeld aan de hand van het Beleidskompas. Er
vindt geen wijziging van wet- of regelgeving plaats zonder een zorgvuldige en diepgaande
afweging.
Vraag 7
Vindt u het verstandig dat, zeker bij een politiek gevoelig onderwerp, snelheid voor
zorgvuldigheid dreigt te gaan (asielwetten en zorgen over uitvoerbaarheid bij de Immigratie-
en Naturalisatiedienst (IND) is hier een voorbeeld van) en is ze zich bewust van de
risico’s van deze keuze en zou ze die hieronder kunnen beschrijven?
Antwoord 7
In het wetgevingsproces zitten vaste checks and balances ingebouwd om te komen tot zorgvuldige wetgeving. Bijvoorbeeld uitvoeringstoetsen,
wetgevingstoetsen, doenvermogenscans en adviezen van de Raad van State. Deze checks and balances zorgen ervoor dat verschillende perspectieven, zoals het uitvoerbaarheidsperspectief,
tot hun recht komen. Daar waar dit proces onder tijdsdruk komt te staan, neemt het
risico op onuitvoerbare wetgeving toe. Bijvoorbeeld bij amendementen. Daarom is eerder
aangegeven om terughoudend en zorgvuldig te zijn bij het indienen van en het stemmen
over amendementen. Het is belangrijk om de tijd te nemen voor het uitwerken van wet-
en regelgeving en dat voor te laten gaan voor de snelheid van het proces. Investeren
in zorgvuldige wetgeving aan de voorkant kent voordelen. Het doelbereik is groter
en de noodzaak van reparaties achteraf kleiner. Het is een uitdaging om de juiste
balans te vinden tussen het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, grondigheid
en snelheid. Wij vinden zorgvuldige wet- en regelgeving binnen de dynamiek van het
politieke en wetgevingsproces van belang, dit vraagt om een goed samenspel.
Vraag 8
Bent u bereid tijdelijk bedoelde maatregelen in beeld te brengen met een onderbouwing
waarom deze nog niet zijn afgebouwd en dit overzicht naar de Kamer te sturen, aangezien
het aantal uitzonderingen per wet of regel bijna is verdubbeld (+88%) en voor tijdelijk
bedoelde uitzonderingen geldt vaak: niets is zo permanent als een tijdelijke maatregel?
Antwoord 8
Er is op dit moment geen Rijksbreed beeld van tijdelijke maatregelen of maatregelen
met een horizonbepaling. Hiervoor draagt ieder departement zelf de verantwoordelijkheid.
Tijdelijke maatregelen kunnen echter ook nuttig zijn om – in afwachting van een permanentere
oplossing – sneller een probleem te kunnen oplossen of om invulling te kunnen geven
aan de menselijke maat en maatwerk. Het is een uitdaging om tijdelijke maatregelen
af te schaffen, zeker als deze begunstigend zijn.
Vraag 9
Staat arbeidsproductiviteit hoog op de gezamenlijke agenda van ministeries en uitvoeringsorganisaties
en hoe wordt hier gezamenlijk op geacteerd aangezien arbeidsproductiviteit in onze
krappe arbeidsmarkt een grote zorg is en er is een sterk verband tussen de toename
van het aantal uitzonderingen en de daling van de productiviteit van uitvoerders?
Antwoord 9
Grote maatschappelijke opgaven en arbeidskrapte verhouden zich lastig tot elkaar.
Hoe om te gaan met (personele) schaarste is op dit moment bij zowel ministeries als
uitvoeringsorganisaties een belangrijke vraag. Arbeidskrapte vraagt om keuzes maken
en om innovatie in de wijze waarop het werk gedaan wordt. Grip op schaarste is een
van de thema’s waarmee het overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering aan de slag
is. Hier bent u per brief van 20 juni jl. over geïnformeerd via de Voortgangsrapportage
Programma Werk aan Uitvoering.3
Vereenvoudiging kan een middel zijn om de uitvoering van wet- en regelgeving te vergemakkelijken
en daarmee minder arbeidsintensief te maken. Vereenvoudiging zorgt ook voor minder
gerichte maatregelen. De afweging tussen eenvoud en gerichtheid heeft het kabinet
samen met de publieke dienstverleners en met uw Kamer te maken.
Vraag 10
Zou u per aanbeveling uit het rapport willen reageren hoe u voornemens bent hiermee
om te gaan?
Antwoord 10
Aanbeveling 1) Diagnosticeer per uitvoerder samen met de werkvloer waar bestaande
wetten en regels knellen in de uitvoering. Vereenvoudig deze wetsvoorschriften waar
mogelijk door scherpe keuzes te maken: is de burger gebaat bij een complexere maatwerkregeling
en maken we daar extra capaciteit voor beschikbaar, of versimpelen we de regeling
zodat deze uitvoerbaar is met de bestaande capaciteit?
Reactie op aanbeveling 1)
In het ambtelijk rapport Fiscale Regelingen werkt FIN beleidsopties uit om te komen
tot een eenvoudiger en beter belastingstelsel. Ook wordt in de Stand van de uitvoering
Belastingdienst stilgestaan bij knelpunten en opgehaalde signalen van binnen en van
buiten de organisatie. Daarnaast werkt FIN actief aan het in kaart brengen van uitvoeringswensen.
Dit zijn kansen om via wetgeving omissies in wet- en regelgeving op te lossen, de
interactie met burgers en bedrijven te stroomlijnen, het stelsel te vereenvoudigen
en om naleving te bevorderen.
Bij SZW wordt hier ook invulling aan gegeven. Sinds 2018 publiceert SZW, samen met
UWV en de SVB, halfjaarlijks de Stand van de uitvoering sociale zekerheid. In dit
rapport wordt ingegaan op wat er goed gaat in de uitvoering, maar ook waar UWV en
de SVB knelpunten signaleren. Sinds 2021 publiceren zij elk hun eigen knelpuntenbrief.
Het doel van deze brieven is om uw Kamer te informeren over waar wetten en regels
knellen voor burgers en uitvoering. De knelpuntenbrieven worden gevoed door signalen
van cliënten en medewerkers. Tevens geeft de uitvoering oplossingsrichtingen mee.
De Landelijke Cliëntenraad (LCR) publiceert sinds 2023 ook jaarlijks een knelpuntenbrief
over domeinoverstijgende knelpunten binnen de sociale zekerheid.
Hervorming en vereenvoudiging gaan gepaard met politieke keuzes, omdat vereenvoudiging
in veel gevallen betekent dat regelingen minder gericht worden. Dat kan gepaard gaan
met negatieve inkomenseffecten of budgettaire effecten. Bij de concrete uitwerking
van beleidsopties voor verschillende wetten zullen deze keuzes zorgvuldig in kaart
worden gebracht en aan de Kamer worden voorgelegd.
Aanbeveling 2) Maak middelen en tijd vrij om verouderde IT-systemen door te ontwikkelen
en overvraag de IT in de tussentijd niet met grote hoeveelheden nieuw beleid
Bekijk of ook maatwerkdossiers (semi-)automatisch kunnen worden verwerkt. Immers,
elk dossier dat niet automatisch kan worden afgehandeld, moet handmatig worden afgehandeld
Reactie op aanbeveling 2)
Modernisering van IT is essentieel. Deze opgave vraagt structureel middelen en tijd
en vooral ook gerichte keuzes. Modernisering zorgt ervoor dat de technologie toekomstbestendig
is en dat wijzigingen eenvoudiger, met minder capaciteit en in kortere tijd uitgevoerd
kunnen worden. Dit draagt eraan bij om grotere wetswijzigingen of zelfs stelselwijzigingen
te kunnen doorvoeren en de dienstverlening voor burgers en bedrijven te verbeteren.
Daarvoor investeren onder andere het UWV, de SVB en de Belastingdienst, naast de vervanging
van verouderde systemen, steeds meer in lifecyclemanagement. Bij de uitvoeringstoets
door de uitvoerder(s) is de uitvoerbaarheid van beleid in relatie tot de IT-veranderopgave
een belangrijk aandachtspunt. Voor maatwerkdossiers wordt verwezen naar antwoord 15.
Aanbeveling 3) Wij pleiten niet per se voor minder wetten en regels omdat we begrijpen
dat ze de reflectie zijn van politieke afwegingen en maatschappelijke voorkeuren.
We pleiten echter wel dat de stapeling van wetten en uitzonderingen ingeperkt wordt
en grote stelsels periodiek worden opgeschoond.
Reactie op aanbeveling 3)
Het kabinet heeft aangekondigd het stelsel van inkomensondersteuning te willen vereenvoudigen
en de regelingen te versimpelen. De realiteit laat zien dat de complexiteit die volgt
uit een zo gericht mogelijke regeling, er juist voor kan zorgen dan burgers en bedrijven
niet krijgen wat ze nodig hebben. Ons uitgangspunt is dan ook: hervorming en vereenvoudiging
is nodig.
Vraag 11, 12 en 13
Bent u bereid heldere keuzes te maken waarmee huidige regels uitvoerbaarder worden
en om per uitvoerder samen met de werkvloer te onderzoeken waar bestaande wetten en
regels knellen in de uitvoering, zoals het rapport vraagt?
Bent u bereid, zoals het rapport vraagt, tot vereenvoudig van wetsvoorschriften waar
mogelijk door scherpe keuzes te maken: is de burger gebaat bij een complexere maatwerkregeling
en maken we daar extra capaciteit voor beschikbaar, of versimpelen we de regeling
zodat deze uitvoerbaar is met de bestaande capaciteit?
Bent u bereid werk te maken van stelselhervormingen met specifieke aandacht voor het
inperken van de stapeling van wetten en uitzonderingen en waarbij grote stelsels periodiek
worden opgeschoond, zoals het rapport vraagt?
Antwoord 11, 12 en 13
Wij hebben voorwerk gedaan voor – en verder gewerkt aan – stelselhervormingen. Dit
blijkt uit onder andere de inzet van het programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning
voor Mensen (VIM), de hervormingsagenda inkomensondersteuning, het ambtelijk rapport
Fiscale Regelingen voor een eenvoudiger en beter belastingstelsel en de brief taakopdracht
hervorming belasting en toeslagenstelsel. Deze hervormingen vragen om scherpe en heldere
keuzes in afstemming met de uitvoeringsorganisaties en de politiek. Het is een belangrijke
opgave voor een volgend kabinet om een (stelsel)hervorming verder te brengen.
Vraag 14
Bent u bereid in beeld te brengen hoeveel middelen en tijd nodig zijn om binnen nu
en acht jaar verouderde IT-systemen door te ontwikkelen ervan uitgaande dat de IT
in de tussentijd niet met grote hoeveelheden nieuw beleid wordt belast?
Antwoord 14
Uitvoeringsorganisaties van FIN en SZW, zoals het UWV, de SVB en de BD beschikken
over meerjarenplannen en portfolio overzichten waarin ook de vervanging van verouderde
IT-systemen is opgenomen en er wordt ingezet op lifecyclemanagement om bestaande systemen
up-to-date te houden. In deze plannen is expliciet aandacht voor de benodigde middelen,
beschikbare capaciteit, prioritering, uitvoerbaarheid, en afhankelijkheden.
Vraag 15
Bent u bereid te bekijken of ook maatwerkdossiers (semi-)automatisch kunnen worden
verwerkt?
Antwoord 15
Zoals reeds aangegeven in de brief «Voortgang Professionals voor Maatwerk Multiproblematiek»
van 8 juli 2025 worden maatwerkdossiers gekenmerkt door complexiteit: er zijn vaak
meerdere wetten en regelingen van toepassing die met elkaar interacteren, en meerdere
organisaties betrokken vanuit verschillende domeinen.4 De unieke omstandigheden van het individu wegen zwaarder dan de standaardregels.
Persoonlijk contact is daarom noodzakelijk voor goede afhandeling van maatwerkdossiers.
Deze dossiers kunnen hierdoor niet altijd (semi-)automatisch worden uitgevoerd en
vragen om professionele beoordeling en menselijke afweging.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.