Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Saris over het bericht ‘Communicatieplannen grote fondsen laten tegenvallers onbesproken’
Vragen van het lid Saris (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Communicatieplannen grote fondsen laten tegenvallers onbesproken» (ingezonden 2 september 2025).
Antwoord van Minister Paul (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 23 september
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Communicatieplannen grote fondsen laten tegenvallers
onbesproken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wat is uw duiding van de constatering van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dat
veel communicatieplannen lacunes bevatten?
Onderschrijft u de aansporing van de AFM aan fondsen om na te denken over de communicatie
bij het scenario dat de ambities voor de overgang niet worden gehaald en dit te verwerken
in het communicatieplan? Zo ja, hoe bent u voornemens dat onder de aandacht te brengen
bij pensioenfondsen?
Antwoord 2 en 3
Met de AFM deel ik dat het belangrijk is deelnemers goed mee te nemen in de transitie
naar de nieuwe pensioenregelingen. Tijdens de Kamerbehandeling van het wetsvoorstel
verlenging pensioentransitie zijn er aanvullende maatregelen toegezegd.2 Onderdeel daarvan is een aanscherping van de regelgeving voor pensioenuitvoerders
die er beter dan voorheen voor zorgt dat de getoonde transitie-informatie leidt tot
realistische verwachtingen bij deelnemers. Het streven is om dit voor het eind van
het jaar in regelgeving op te nemen.
Mondiale economische ontwikkelingen en fluctuaties op financiële markten kunnen van
invloed zijn op de waarde van beleggingen die pensioenfondsen aanhouden en daarmee
op de dekkingsgraad. In het transitieplan van het pensioenfonds moet beschreven staan
welke procedure in werking treedt en welke alternatieve transitie-afspraken van toepassing
worden als in aanloop naar de transitie de dekkingsgraad zakt onder een kritische
grens.3 Het beeld is dat transitieplannen hieraan voldoen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de recente turbulente ontwikkelingen in de wereld waar de AFM
op wijst het belang onderstrepen van tijdige en realistische communicatie aan deelnemers
over de voordelen en nadelen van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel?
Antwoord 4
Het is niet voorgeschreven om in het communicatieplan vast te leggen wat pensioenfondsen
gaan doen bij tegenvallers; dat staat aangegeven in het transitieplan. Wat beschreven
staat in de communicatieplannen hoeft geen uitputtende opsomming te zijn van de communicatie-uitingen
en informatiedragers die pensioenuitvoerders bij de transitie (gaan) inzetten. In
de Pensioenwet is voorgeschreven dat pensioenfondsen rond de transitiedatum hun deelnemers
op een duidelijke, evenwichtige en correcte wijze informeren over hun te verwachten
pensioen in de oude en in de nieuwe situatie; wat kon men verwachten in de oude regeling
en hoeveel wordt het in de nieuwe regeling. Onderdeel van dit voorschrift is ook om
te tonen wat het verwachte pensioenbedrag wordt als het heel erg tegen zit. AFM houdt
hier toezicht op.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u het gegeven dat diverse grote fondsen die per 1 januari 2026 overgaan
naar het nieuwe stelsel in tegenspraak met de wens van de AFM niets hebben vastgelegd
in hun communicatieplan over wat ze gaan doen bij tegenvallers?
Antwoord 5
Volgens de jaarverslagen over 2024 hebben de genoemde pensioenfondsen gezamenlijk
in totaal meer dan 5,5 miljoen (gewezen) deelnemers.4
Vraag 6
Hoeveel (gewezen) pensioendeelnemers vertegenwoordigen Pensioenfonds Zorg en Welzijn
(PFZW), Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) en Detailhandel gezamenlijk?
Antwoord 6
Alle deelnemers aan pensioenregelingen moeten in de communicatie van de pensioenuitvoerder
ook gewezen worden op mogelijke tegenvallers die voor hun verwacht pensioen kunnen
ontstaan. De wijze waarop tegenvallende pensioenuitkomsten getoond en berekend moeten
worden, is wettelijk voorgeschreven in de Pensioenwet en in de regels van de uniforme
rekenmethode.5
Vraag 7
Deelt u de mening dat het hier gaat om een substantiële groep deelnemers, en dat deze
groep in de communicatie ook gewezen moet worden op mogelijke tegenvallers? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 7
Zoals aangegeven bij antwoord 2 en 3, is het streven voor het einde van het jaar de
betreffende regelgeving aan te passen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.