Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het bericht ‘We hebben geen zin meer in politiek’
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «We hebben geen zin meer in politiek» (ingezonden 21 augustus 2025).
Antwoord van Minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 22 september
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 3081.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «We hebben geen zin meer in politiek»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de gebeurtenissen zoals beschreven in het bericht?
Antwoord 2
Het Joods Politie Netwerk heeft besloten tijdelijk een rustpauze in te willen bouwen,
omdat collega’s het gevoel hebben zich in de organisatie te moeten verantwoorden voor
gebeurtenissen in het Midden-Oosten. Ik respecteer net als de Korpschef deze keuze
van de medewerkers. Wel wil ik aangeven dat ik het betreurenswaardig voor deze Nederlandse
Joodse agenten vind dat zij het gevoel hebben zich te moeten verantwoorden voor gebeurtenissen
in het Midden-Oosten. We moeten er in onze samenleving voor waken dat conflicten elders
een wig drijven tussen mensen en groepen hier. De politieleiding is goed in contact
met het Joods Politie Netwerk en ik heb er vertrouwen in dat de Korpschef hier op
een zorgvuldige manier mee omgaat.
Vraag 3
Heeft u contact gehad met de korpsleiding over de beslissing van het Joods politienetwerk
om zich terug te trekken uit het netwerkoverleg?
Antwoord 3
De politie heeft mij hierover geïnformeerd.
Vraag 4
Wat is volgens u het gevolg van deze terugtrekking voor de politieorganisatie en de
werkwijze van het netwerkoverleg?
Antwoord 4
De politie heeft mij laten weten dat het Joods Politie Netwerk heeft aangegeven tijdelijk
niet deel te nemen aan reguliere overleggen van de Netwerken Divers Vakmanschap. Daarbij
is ook aangegeven dat de leden van het Joods Politie Netwerk hun reguliere politiewerk
blijven doen en dat zij inzetbaar zijn op hun specifieke expertise. Ik heb er vertrouwen
in dat de Korpschef haar verantwoordelijkheid op een goede en zorgvuldige manier invult
en daarbij in nauw contact blijft met het Joods Politie Netwerk.
Vraag 5
Op welke manier worden Joodse politieagenten voldoende beschermd tegen haat en geweld
van buitenaf én binnenuit, en op welke manier wordt het dialoog hierover verbeterd?
Antwoord 5
De Netwerken Divers Vakmanschap, als onderdeel van Politie voor Iedereen, zijn een
interne aangelegenheid van de politie. Het is aan de Korpschef om er voor zorg te
dragen in het kader van haar werkgeversverantwoordelijkheid dat medewerkers zich veilig
voelen en vanuit professionaliteit hun werk kunnen doen.
Vraag 6
Bent u van mening dat de terugtrekking uit het netwerkoverleg ertoe kan bijdragen
dat de dialoog juist niet wordt gevoerd? Zo ja, deelt u dan de mening dat dit een
zorgelijke situatie is binnen het politiekorps?
Antwoord 6
Zoals ook aangegeven in het antwoorden op vraag 2 en 5 respecteer ik de keuze van
de medewerkers van het Joods Politie Netwerk, maar vind ik het betreurenswaardig voor
deze Nederlandse Joodse agenten dat zij het gevoel hebben zich te moeten verantwoorden
voor gebeurtenissen in het Midden-Oosten. We moeten er als samenleving voor waken
dat conflicten elders een wig drijven tussen mensen en groepen hier.
Vraag 7
Deelt u de mening dat Joden in Nederland niet verantwoordelijk mogen worden gehouden
voor het beleid van de regering Netanyahu, en dat ze niet onder druk mogen worden
gezet om zich daarover uit te spreken? Zo ja, bent u dan ook van mening dat dit ook
voor agenten binnen het politiekorps moet gelden?
Antwoord 7
In het algemeen geldt dat het niet juist is om mensen aan te spreken op zaken waarvoor
zij niet verantwoordelijk zijn omwille van een vermeende band met de verantwoordelijken.
Dat werkt polarisatie en stigmatisering in de hand. In gesprekken met Joden door het
hele land wordt regelmatig aangegeven dat zij verantwoordelijk worden gehouden voor
de acties van de Israël. Dat is niet acceptabel. Joden in Nederland zijn niet verantwoordelijk
voor de politiek in Israël, wat je er ook van vindt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.