Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over het bericht dat meerdere moorden op gewone Nederlanders zijn besteld via het dark web
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat meerdere moorden op gewone Nederlanders zijn besteld via het dark web (ingezonden 6 augustus 2025).
Antwoord van Minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 22 september
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2906.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van RTL Nieuws van 5 augustus 2025 waarin wordt vermeld
dat ten minste zeven moorden op gewone Nederlanders zijn besteld via het dark web?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Was de politie al eerder op de hoogte van deze praktijken? Zo ja, heeft dit tot opsporing
en vervolging van verdachten geleid en wat was de uitkomst daarvan? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
De politie heeft mij laten weten ervan op de hoogte te zijn dat via allerlei oplichtingssites
op het dark web opdrachten aangeboden en geplaatst worden voor uiteenlopende criminele
activiteiten. Het digitale domein kent geen landsgrenzen en vergt een internationale
aanpak. Derhalve wordt in internationaal verband opsporingsonderzoek gedaan naar deze
criminele praktijken. Zo ook in Nederland.
De zeven concrete zaken uit het bericht van RTL zijn nog onder de aandacht van de
politie met als primaire doel de potentiële Nederlandse slachtoffers te identificeren,
lokaliseren en te benaderen. De opsporingsonderzoeken zijn nog onder de aandacht van
de politie, wat maakt dat ik daar geen uitlatingen over kan doen.
Vraag 3 en 4
Klopt het dat in vier van deze zaken ook daadwerkelijk is betaald aan de zogenoemde
huurmoordwebsites? Hoe beoordeelt u de ernst van deze situatie, ook al zijn de moorden
uiteindelijk niet uitgevoerd?
Hoeveel onderzoeken lopen er momenteel naar aanleiding van dit soort moordopdrachten
via het dark web? Zijn alle potentiële slachtoffers op de hoogte gesteld? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 3 en 4
Ik ga niet in op individuele casuïstiek. In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat
– indien er concrete aanwijzingen zijn voor een poging tot moord – de politie potentiële
slachtoffers waar mogelijk informeert over een mogelijke dreiging op hun leven.
Vraag 5
Welke maatregelen worden er of zijn reeds genomen om slachtoffers die doelwit zijn
geweest van deze moordopdrachten te beschermen?
Antwoord 5
Met het oog op de veiligheid van individuen kan ik geen uitspraak doen over genomen
of te nemen beveiligingsmaatrelen.
Vraag 6
Wat zijn op dit moment de (on)mogelijkheden van de politie en het OM (Openbaar Ministerie)
om opdrachtgevers te identificeren, met name in gevallen waarin zij gebruikmaken van
cryptobetalingen en anonieme netwerken?
Antwoord 6
Om te voorkomen dat opsporing en vervolging van strafbare feiten in lopende onderzoeken
mogelijk wordt gefrustreerd, wordt door politie en het openbaar ministerie geen inzicht
gegeven in gehanteerde onderzoeksstrategieën en methodieken.
Vraag 7
Hoe staat het met de digitale recherchecapaciteit die opsporing in dit soort zaken
kan versnellen? Indien er tekorten zijn, welke acties worden ondernomen om de digitale
recherchecapaciteit uit te breiden?
Antwoord 7
Digitale recherche is een specialisatie binnen de opsporing. Sinds 2019 zijn er specialistische
zij-instromers bij de politie ingestroomd, waarvan een aanzienlijk deel een digitale
expertise heeft. Deze specialisten werken samen met andere rechercheurs aan de opsporing
van strafbare feiten.
De korpschef en ik werken met de vakbonden aan een structurele route voor directe
instroom in de Tactische Opsporing, om de bezetting in de opsporing op orde te krijgen.
Op 5 juni 2025 heeft besluitvorming hierover plaatsgevonden: het vakgebied Tactische
Opsporing wordt hybride. Dit houdt in dat het vakgebied toegankelijk is en blijft
voor breed opgeleide politiemensen (doorstroom) en daarnaast ook toegankelijk wordt
voor directe instroom van buiten de politie. Er zijn daarmee vier instroomroutes in
de opsporing. Ten eerste de doorstroom vanuit andere vakgebieden. Deze route bestond
van oudsher en zal blijven bestaan. Ten tweede via de bachelor rechercheur, de hbo-instroom
via de Politieacademie. Ten derde de nieuwe directe instroomroute in de opsporing
op mbo-niveau. Ten vierde blijft het ook mogelijk om als specialist in te stromen
in de opsporing, op o.a. de terreinen digitaal, financieel-economisch, forensisch,
milieu en zeden (executief specifieke inzet).
Vanuit de strategische personeelsontwikkeling zal de korpschef sturen op de gewenste
mix vanuit deze verschillende instroomroutes.
Vraag 8 en 9
Bent u bereid om nader onderzoek te laten doen naar het functioneren van huurmoordplatforms
op het dark web en hun impact op de veiligheid in Nederland?
Wordt er op Europees niveau samengewerkt in de opsporing van dit soort ernstige digitale
criminaliteit? Zijn er initiatieven binnen Europol om dergelijke praktijken gezamenlijk
te bestrijden? Zo ja, welke? Zo nee, bent u voornemens om dat te initiëren?
Antwoord 8 en 9
De aanpak van digitale infrastructuren dient in internationaal verband uitgevoerd
te worden. Het gaat tenslotte om het world wide web. Derhalve wordt in het Europol
Programma 2025–2027 een onderdeel opgenomen dat zich richt op criminaliteit op het
dark web en aanverwante platforms. Doelstellingen hiervan zijn bijvoorbeeld het ondersteunen
van lidstaten bij opsporing en onderzoeken, de opsporing van «high-value targets»
en het verbeteren van digitale forensische tooling, ontcijferen en analyseren van
data afkomstig van het dark web.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.