Schriftelijke vragen : Het bericht 'Gesol met kinderopvang verdient geen schoonheidsprijs'
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Gesol met kinderopvang verdient geen schoonheidsprijs» (ingezonden 22 september 2025).
Vraag 1
Deelt u de zorgen dat de personeelskrapte in de kinderopvangsector en het tekort aan
plekken, met een grotere vraag naar «gratis» opvang zullen toenemen?1
Vraag 2
Deelt u de zorg dat dit tot een verdringingsrisico kan leiden voor veel werkende gezinnen,
wat de kinderopvang als arbeidsmarktinstrument ondermijnt?
Vraag 3
Ziet u het risico dat met het invoeren van een Dienst van Algemeen Economisch Belang
(DAEB)-regime, investeringen, kruissubsidiëring van onrendabele locaties en innovaties
in de kinderopvangsector lastiger worden, terwijl we die met een toenemende vraag
juist nodig hebben?
Vraag 4
Hoe weegt u de zorgen van de sector, niet alleen de commerciële partijen, ten aanzien
hiervan?
Vraag 5
Waarom heeft u het plan om een DAEB-regime voor de kinderopvangsector in te voeren
niet eerder gecommuniceerd?
Vraag 6
Heeft u de sector voldoende meegenomen in uw plannen, wat niet zo lijkt te zijn gezien
de verraste reacties?
Vraag 7
Bent u bereid zo snel mogelijk de in uw brief toegezegde impactanalyse uit te laten
voeren voor de kabinetsplannen voor gratis kinderopvang inclusief invoeren van een
DAEB-regime, zodat de gevolgen voor de kinderopvang en voor werkende ouders uitvoerig
worden getoetst, alvorens verdere stappen worden genomen?
Vraag 8
Deelt u onze mening dat dit noodzakelijk is voordat we de stelselwijziging doorvoeren,
omdat elke keer dat barrières pas later in beeld komen en plannen moeten worden uitgesteld
en aangepast, dit de sector in grote onzekerheid brengt, wat investeringen juist niet
bevordert?
Vraag 9
Bent u bereid samen met de sector een realistische vormgeving en tijdspad te onderzoeken,
zodat we de sector en ook ouders duidelijkheid en zekerheid kunnen bieden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Inge van Dijk, Tweede Kamerlid