Schriftelijke vragen : Het artikel 'Zorgen over misstanden in propvolle Oekraïense opvanglocaties'
Vragen van het lid Van Zanten (BBB) aan de Minister voor Asiel en Migratie over het artikel «Zorgen over misstanden in propvolle Oekraïense opvanglocaties» (ingezonden 17 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Zorgen over misstanden in overvolle Oekraïne-opvang:
«Vrouwen mishandeld en verkracht, kinderen aangezet tot prostitutie»» van de Telegraaf,
waarin onderzoeksgroep Opora stelt dat Oekraïense vluchtelingenvrouwen en kinderen
regelmatig slachtoffer zijn van (seksueel) geweld, verkrachting en dat kinderen worden
aangezet tot prostitutie?1
Vraag 2
Welke concrete meldingen van misstanden zijn bekend bij u en betrokken overheidsinstanties
(politie, Openbaar Ministerie, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Immigratie-
en Naturalisatiediens, maatschappelijke opvang) die overeenkomen met de signalen van
Opora (seksueel geweld, verkrachting, aanzetten tot prostitutie)?
Vraag 3
Klopt het dat de gemeente Vlaardingen, die wordt genoemd in het artikel, gezien de
geschokte reactie, niet op de hoogte is gesteld van misstanden in de opvanglocatie
waar deze gemeente zelf voor verantwoordelijk is?
Vraag 4
Welke opvanglocaties voor Oekraïense vluchtelingen zijn momenteel overvol en welke
normen gelden voor maximale bezetting per locatie in relatie tot doelgroep (vrouwen,
kinderen)? Hoe wordt gecontroleerd of die normen worden nageleefd?
Vraag 5
Kunt u mij cijfers geven over (aantal) meldingen en aangiften van seksueel geweld,
misbruik en mensenhandel in Oekraïense opvanglocaties in Nederland over de afgelopen
12 maanden, uitgesplitst naar provincies en gemeenten?
Vraag 6
Heeft u inzicht in de herkomst en achtergrond van de verdachten en daders van (seksueel)
geweld tegen Oekraïense vluchtelingen in Nederlandse opvanglocaties? Hoe vaak betreft
het verdachten en daders die ook zelf in de opvang verblijven en hoe vaak gaat het
om medewerkers of buitenstaanders?
Vraag 7
In hoeverre zijn de verdachten die het betreft inmiddels opgepakt door de politie?
Hoeveel zijn hiervan tot dusver strafbaar bevonden?
Vraag 8
Welke meldkanalen bestaan voor slachtoffers van (seksueel) geweld en mensenhandel
in vluchtelingenopvanglocaties, specifiek voor Oekraïense vluchtelingen? Zijn die
kanalen bekend en toegankelijk?
Vraag 9
Klopt het dat ook enkele medewerkers verdacht worden of schuldig zijn bevonden aan
genoemde strafbare feiten?
Vraag 10
Wat is de inschatting van de omvang van het probleem, naar aanleiding van de signalen
van Opora, van onderrapportage (het «dark number») van seksueel geweld en mensenhandel
in deze opvanglocaties? Wordt daarvoor onderzoek gedaan of gepland?
Vraag 11
Welke maatregelen zijn of worden genomen om preventie te versterken, zoals scherper
toezicht op wie toegang heeft tot opvanglocaties, screening van personeel en vrijwilligers
en beveiliging en toezicht voorzieningen bij locaties?
Vraag 12
Is er al contact geweest met Opora, of met andere onafhankelijke organisaties, om
de signalen verder te verifiëren? Zo ja, wat is de uitkomst? Zo nee, is dat in de
planning?
Vraag 13
Welke wettelijke- of beleidsmaatregelen zijn mogelijk/verlangd om slachtoffers beter
te beschermen en daders strafrechtelijk te vervolgen in deze context (mensenhandel,
seksueel geweld)?
Vraag 14
Bent u bereid om te onderzoeken of de Richtlijn Tijdelijke Bescherming Oekraïne (RTB)
tussentijds of na afloop van de lopende termijn kan worden aangepast of aangescherpt
om Oekraïners die verdacht worden/schuldig zijn bevonden de toegang te kunnen weigeren
tot bescherming of opvang?
Vraag 15
Waartoe verplicht de RTB ons?
Vraag 16
Hoe vult u uw verantwoordelijkheid in wat betreft de opvangcapaciteit, kwaliteit van
opvang en veiligheid in deze noodsituatie voor vluchtelingen (qua regulering, inspecties,
verantwoordelijkheid gemeenten en Rijk)?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Claudia van Zanten, Tweede Kamerlid