Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 22-23 september 2025 en Appreciatie van de wetenschappelijke vangstadviezen van de Raad voor het Onderzoek naar Zee (ICES) (Kamerstuk 21501-32-1726)
2025D39208 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
en Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over over de
geannoteerde agenda voor de Landbouw- en Visserijraad op 22-23 september 2025 (Kamerstuk
21501, nr. 32 (2025Z16436).
De voorzitter van de commissie,
Aardema
De griffier (wnd.) van de commissie,
Van den Brule-Holtjer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
II Antwoord/Reactie van de Minister voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda.
Deze leden hebben hun vragen en opmerkingen uiteengezet op de volgorde gehanteerd
in de Kamerbrief (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1726). De inbreng richt zich op de visserij-gerelateerde onderwerpen op de agenda.
Visserij
Vaststelling voorwaarden van de steun van de Unie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het moeilijk om te reageren op het
kabinetsstandpunt in deze gedachtewisseling, zolang de Kamerbrief waarin het standpunt
wordt toegelicht nog niet is gedeeld. Deze leden vragen de demissionair Minister en
Staatssecretaris daarom om zich terughoudend op te stellen in dit overleg. Kunnen
de bewindspersonen op hoofdlijnen toelichten wat zij in zullen brengen in deze gedachtewisseling
en toezeggen hierin geen toezeggingen te doen, totdat de Kamer de inbreng vooraf heeft
kunnen beoordelen?
Jaarlijkse consultaties vangstmogelijkheden voor 2026
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn kritisch op de wijze waarop de vangstmogelijkheden
tot stand komen. De verschillende inzichten, ingegeven door de nationale belangen
van verschillende landen, leiden tot een ongelijk speelveld en politiseren het proces.
Dit leidt tot een onwenselijke en oneerlijke situatie, waarin de gezondheid van vispopulaties
en de maritieme natuur uiteindelijk aan het kortste eind trekken. Deze leden vragen
de demissionair Minister om vast te houden aan de International Council for the Exploration
of the Sea (ICES)-adviezen als leidende wetenschappelijke onderbouwing. Is de demissionair
Minister van mening dat de Europese Unie (EU) in gesprek moet gaan met het Verenigd
Koninkrijk (VK) en Noorwegen om te komen tot heldere lange termijn afspraken over
gedeelde bestanden? Is de demissionair Minister bereid om in haar inzet te pleiten
om de gezondheid van vispopulaties en de maritieme natuur tot uitgangspunt te maken
van nieuw te maken afspraken?
Beheer aalscholvers
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie benadrukken het belang van terughoudendheid
bij het beheren van vogelpopulaties. Het beheren van dieren in het belang van commerciële
activiteit is niet de bedoeling: dieren horen zoveel mogelijk met rust gelaten te
worden. Daarom vragen deze leden om nooit in te stemmen met beheersmaatregelen zonder
een onomstreden wetenschappelijke onderbouwing waaruit blijkt dat het proportioneel
en noodzakelijk is om de natuur en biodiversiteit te waarborgen. Is daar in het geval
van de aalscholverspopulatie nu sprake van? Deze leden vragen de demissionair Minister
om zich wat dit betreft uiterst terughoudend op te stellen.
Ministeriële lunch over slimmere en eenvoudigere visserijregelgeving
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie agenderen graag een diversenpunt onder dit
agendapunt. Deze leden hebben zorgen over de dalende mosselkweekproductie, terwijl
mosselen en schelpdierenkweek een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de noodzakelijke
eiwittransitie naar duurzamere bronnen van proteïne in ons dieet. Heeft de demissionair
Minister deze zorgen ook? Wat is haar analyse van de dalende teelt van mosselen in
Nederland? Deelt zij de mening dat mosselteelt een unieke en typisch Nederlandse bijdrage
kan zijn voor een duurzamere voedselconsumptie?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn ermee bekend dat mosselkwekers in de
Oosterschelde deels over willen stappen naar zogenaamde «hangculturen» om de dalende
teelt van bodemmosselen te compenseren. Ziet de demissionair Minister mogelijkheden
om gebieden die zijn aangewezen voor mosselzaadinvang (MZI), waarbij gebruik wordt
gemaakt van dezelfde touwgordijnen als bij hangculturen, ook beschikbaar te stellen
voor mosselteelt met hangculturen? Deze leden brengen ter aandacht dat dit momenteel
wordt bemoeilijkt door de richtlijn dat touwgordijnen bij MZI-locaties ’s winters
worden neergehaald, wegens het risico dat de ankers waar zij tussen worden gespannen
zouden kunnen losslaan. Is dit risico reëel volgens de demissionair Minister en zo
ja, waaruit blijkt dat? Is de demissionair Minister bereid om, in het kader van slimmere
visserijregelgeving, samen met de sector ervaring op te doen met hangculturen in MZI-locaties
door enkele van deze gebieden als pilotlocaties aan te wijzen?
Appreciatie wetenschappelijke vangstadviezen
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderschrijvenhet belang van voorzorg voor
vangstquota voor vissoorten waar weinig over bekend is. Echter gaan deze leden niet
mee in de analyse van de demissionair Staatssecretaris dat er «zorgvuldig per situatie
beoordeeld [moet] worden» om te onderzoeken welke vangst acceptabel is voor dit soort
vissoorten. Dit achten deze leden in strijd met het voorzorgsprincipe. Erkent de demissionair
Staatssecretaris dat het uit voorzorg reduceren van vangstmogelijkheden het uitgangspunt
moet zijn voor vissoorten waar weinig over bekend is? Hoe verwacht de demissionair
Staatssecretaris per situatie te beoordelen wat een gepaste vangst is? Hoe weegt de
demissionair Staatssecretaris het belang van gezonde vispopulaties en het beschermen
van de maritieme natuur af tegen de commerciële belangen van de visserijsector?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
Landbouw- en Visserijraad en de appreciatie van de ICES-adviezen. Deze leden hebben
daarover de volgende opmerkingen en vragen.
Agendapunt 2: Jaarlijkse consultaties vangstmogelijkheden 2026 (EU-VK, EU-Noorwegen,
IJsland)
De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris hoe hij in de lopende onderhandelingen
met het VK, Noorwegen en IJsland de Nederlandse positie verdedigt en hoe wordt voorkomen
dat herverdeling van quota leidt tot structurele achteruitgang van de Nederlandse
vloot. Daarnaast vragen deze leden aandacht voor de juridische onduidelijkheid rond
de 5 procent-regel in de meerjarenplannen. Hoe zet Nederland zich in om hierover helderheid
te verkrijgen, zodat vissers niet jaar op jaar met onzekerheid blijven zitten?
Agendapunt 6: Ministeriële lunch – slimmere en eenvoudigere visserijregelgeving
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet om de aanlandplicht te herzien. In de
huidige vorm leidt deze plicht tot inefficiëntie, voedselverspilling en onnodige lasten
voor vissers. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe hij er in Brussel voor gaat
zorgen dat er daadwerkelijk ruimte komt voor praktisch uitvoerbare alternatieven die
de ecologische doelstellingen wél halen, maar zonder dat dit leidt tot disproportionele
administratieve lasten voor vissers. Ook vragen deze leden hoe de economische gevolgen
van de huidige aanlandplicht worden ingebracht in de Europese discussie.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Staatssecretaris inzet op vereenvoudiging
van de Europese visserijregelgeving. Deze leden benadrukken dat het daarbij niet alleen
gaat om beleidsvoornemens, maar vooral om merkbare verlichting in de praktijk. Deze
leden vragen daarom welke concrete knelpunten Nederland in Brussel op tafel legt en
hoe wordt geborgd dat vissers daadwerkelijk minder tijd kwijt zijn aan administratie
en regels.
Diversenpunt Zweden: beheersmaatregelen aalscholvers
De leden van de VVD-fractie nemen kennis van het Zweedse voorstel om predatie door
aalscholvers op de Europese agenda te zetten. Ook in Nederland ervaren vissers schade
door aalscholvers. Deze leden vragen de Staatssecretaris of Nederland bereid is om,
naast onderzoek, ook praktische en effectievere beheersmaatregelen te bepleiten, en
daarbij desnoods aanpassing van de Vogelrichtlijn te onderzoeken. Daarnaast merken
deze leden op dat met de huidige status al beheersmaatregelen mogelijk zijn wanneer
schade wordt ondervonden, bijvoorbeeld via vergunningverlening door provincies, maar
dat dit in de praktijk nauwelijks wordt toegepast. Deze leden vragen de Staatssecretaris
waar dit volgens hem aan ligt en of er mogelijkheden zijn om provincies te ondersteunen
of te stimuleren dit instrument effectiever te benutten.
II. Appreciatie ICES-adviezen
De leden van de VVD-fractie onderstrepen het belang van duurzaam beheer van de visbestanden,
in lijn met de doelstellingen van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Tegelijk
vragen deze leden aandacht voor de stabiliteit en voorspelbaarheid van de vangstmogelijkheden.
De recente adviezen van ICES, met forse schommelingen en aanzienlijke verlagingen,
leiden tot grote onzekerheid in de sector. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe
hij zich in Europees verband inzet om te zorgen voor tijdige en stabiele adviezen,
zodat ondernemers niet worden geconfronteerd met late of sterk wisselende uitkomsten
(zoals het uitstel bij tong en kabeljauw).
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de «Geannoteerde
agenda Landbouw- en Visserijraad (22 en 23 september (ovb))». Deze leden hebben geen
vragen of opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
komende Landbouw- en Visserijraad. Deze leden willen enkele punten nadrukkelijk onder
de aandacht brengen.
De leden van de BBB-fractie blijven benadrukken dat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
(GLB) eenvoudiger, uitvoerbaarder en voorspelbaarder moet worden voor boeren. Uit
de Gecombineerde opgave en aanmelding 2025 (Kamerstuk 28 625, nr. 376) blijkt opnieuw dat de eco-regeling te complex en te krap is gefinancierd. Boeren
tonen massaal bereidheid om te vergroenen, maar zien zich geconfronteerd met dalende
tarieven en een wirwar aan regels. Deze leden vinden dat de norm moet zijn dat boeren
hun aanvraag zelfstandig kunnen invullen zonder dure adviseurs.
De leden van de BBB-fractie constateren dat tijdens de Landbouw- en Visserijraad de
voortgang van handelsakkoorden met onder meer Mercosur en Mexico wordt besproken.
Deze leden zijn hier uiterst kritisch op. Handelsafspraken mogen nooit leiden tot
oneerlijke concurrentie voor onze boeren en vissers. Het kan niet zo zijn dat Europese
producenten moeten voldoen aan de strengste dierenwelzijns-, milieu- en voedselveiligheidsnormen,
terwijl producten van buiten de Europese Unie (EU) die standaarden niet hoeven te
halen en tóch onze markt overspoelen. Dat is een ongelijk speelveld dat onze sector
kapotmaakt. Deze leden roepen de Minister daarom op om het principe van gelijke standaarden
voor import onwrikbaar te verdedigen en daarbij duidelijk te maken dat Nederlandse
boeren en vissers niet de rekening mogen betalen voor geopolitieke deals.
De leden van de BBB-fractie constateren dat ook in bredere zin er reden is tot zorg.
Uit recente cijfers van de Directorate-General for Agriculture and Rural Development
(DG AGRI) blijkt dat de EU-agrovoedingsimporten in mei 2025 € 17 miljard bedroegen:
een stijging van 15 procent ten opzichte van mei 2024, vooral door hoge prijzen voor
cacao en koffie. Over de eerste vijf maanden van dit jaar stegen de importen met € 11,5 miljard
(plus 16 procent) (European Commission, 4 september 2025, «EU agri-food trade remains
stable in May» (https://agriculture.ec.europa.eu/media/news/eu-agri-food-trade-remains-…)). Deze leden vragen de Minister hoe deze ontwikkeling zich verhoudt tot de Europese
inzet op voedselzekerheid en marktstabiliteit.
De leden van de BBB-fractie lezen voorts dat er tijdens de Landbouw- en Visserijraad
zal worden gesproken over regels inzake de beschikbaarheid van voorraden in noodsituaties
en ernstige crises en de veiligheid. Deze leden willen benadrukken dat voedselzekerheid
een strategisch belang van de hoogste orde is. De recente ervaringen met geopolitieke
spanningen en verstoringen in handelsketens laten zien dat Europa onvoldoende voorbereid
is op crisissituaties. Deze leden vinden dat de EU een gezamenlijke strategie moet
ontwikkelen om basisvoedsel en agrarische grondstoffen op peil te houden, zodat burgers
en boeren niet de dupe worden van tekorten. Daarbij rijst voor deze leden de vraag
of er in het kader van voedselzekerheid in uiterste gevallen ruimte moet zijn om (tijdelijk)
af te wijken van bepaalde milieuregels, mits dit zorgvuldig, tijdelijk en proportioneel
gebeurt. Een balans tussen natuurdoelen en voedselzekerheid is noodzakelijk: voedsel
voor de bevolking mag in geen geval in gevaar komen. Deelt de Minister deze mening?
Is de Minister bereid om dit in te brengen in de Landbouw- en Visserijraad?
De leden van de BBB-fractie vragen daarnaast om een appreciatie van het Commissievoorstel
om de bestaande EU-schoolregeling te beëindigen en te vervangen door een breder pakket
aan maatregelen binnen het Nationaal en Regionaal Partnerschapsfonds. Kan de Minister
toelichten of dit soort programma’s daadwerkelijk voldoende bijdragen aan gezond consumptiegedrag
bij jongeren en kennis over voedselproductie of dat hiermee juist een beproefd instrument
verloren gaat?
De leden van de BBB-fractie maken zich grote zorgen over de sectorale voorstellen
voor het GLB in het Meerjarig Financieel Kader (MFK) na 2027. Het voorstel van de
Europese Commissie (EC) om het tweepijlersysteem en de Goede landbouw- en milieuconditie
(GLMC)-verplichtingen af te schaffen en te vervangen door één geïntegreerd «Single
Plan» betekent een forse verschraling van het beleid. Volgens de EC daalt de inkomenssteun
met 20 tot 30 procent in constante prijzen, terwijl boeren juist stabiliteit en voorspelbaarheid
nodig hebben. Ministers uit België, Oostenrijk en Letland hebben al gewaarschuwd dat
dit voorstel leidt tot systemische ontwrichting, verwarring voor boeren, verlies van
plattelandsfinanciering en een ongelijk speelveld tussen lidstaten. Ook in het Europees
Parlement klonk stevige kritiek, omdat het totale MFK stijgt terwijl juist op landbouw
wordt bezuinigd.
De leden van de BBB-fractie zijn het hiermee eens en benadrukken dat Nederland zich
moet aansluiten bij de landen die pleiten voor behoud van een robuust GLB-budget.
Deze leden vragen de Minister bovendien hoe zij de risico’s beoordeelt van sterk uiteenlopende
uitbetalingen, controles en voorwaarden tussen lidstaten. Dat leidt tot fragmentatie
van beleid en oneerlijke concurrentie. Verder vragen deze leden hoe de Minister aankijkt
tegen het verdwijnen van de GLMC-standaarden en de vervanging door «boerenrentmeesterschap».
Is dit in de praktijk uitvoerbaar en controleerbaar?
De leden van de BBB-fractie constaterne het volgende ten aanzien van het belang van
generatievernieuwing. De European Council of Young Farmers (CEJA) heeft erop gewezen
dat het huidige voorstel onvoldoende garanties biedt voor jonge boeren (De Boerderij,
25 juli 2025, «Europese jonge boeren teleurgesteld: plannen maar geen geld» (https://www.boerderij.nl/europese-jonge-boeren-teleurgesteld-plannen-ma…)). Deze leden vinden dat er meer concrete financiële ruimte moet komen om jonge boeren
te ondersteunen, zodat zij perspectief hebben om bij te dragen aan de groene transitie
én de voedselvoorziening.
De leden van de BBB-fractie benadrukken dat de Nederlandse visserij gebaat is bij
zekerheid en eerlijkheid. De jaarlijkse onzekerheid over quota is funest voor vissers
die moeten plannen en investeren. Deze leden vragen daarom of de Staatssecretaris
bereid is zich wederom hard te maken voor meerjarige vangstafspraken binnen de EU,
maar ook met het VK en Noorwegen.
De leden van de BBB-fractie stellen vast dat Noorwegen in eerdere jaren eenzijdig
hogere quota heeft vastgesteld, wat leidt tot oneerlijke concurrentie. Deze leden
vinden dat wetenschappelijk advies van ICES leidend moet zijn en vraagt de Staatssecretaris
om in EU-verband stevig op te treden tegen deze praktijken van Noorwegen. Anders worden
onze eigen vissers zeer benadeeld, doordat er dan op lange termijn overbevissing optreed.
Deze leden willen graag dat er bij het GVB voldoende ruimte blijft voor nationale
keuzes en dat vissers niet opnieuw verstrikt raken in extra Brusselse regels. Vereenvoudiging
moet merkbaar zijn op het water, niet alleen op papier.
De leden van de BBB-fractie zien dat vissers en kustgemeenschappen steeds vaker de
dupe worden van de toenemende aalscholverpopulatie. Ook neemt de biodiversiteit in
veel sloten af, wat tot problemen leidt met de Kaderrichtlijn Water. Deze leden vragen
de Staatssecretaris of hij erkent dat de huidige bescherming knelpunten oplevert en
of Nederland pleit voor een Europees beheersplan dat de schade voor visserij en aquacultuur
beperkt.
De leden van de BBB-fractie vinden dat sociaaleconomische belangen van vissers en
hun gemeenschappen volwaardig moeten meewegen. Innovatieve pilots en praktijkoplossingen
verdienen een plek in het beleid. Deelt de Staatssecretaris deze mening?
De leden van de BBB-fractie willen graag dat er binnen de Europese Gemeenschap GVB
aandacht komt voor een aanpassing van de Haagse Preferenties, zodat er een gelijk
speelveld ontstaat met Ierland. Het kan niet zo zijn dat Ierland onevenredig veel
quota krijgt ten opzichte van andere EU-landen, waaronder Nederland vanwege de Brexit.
De leden van de BBB-fractie vragen speciale aandacht voor de makreelquota. Het VK,
de Faeröer en Noorwegen vissen hier momenteel onevenredig veel op. Dit brengt het
bestand onder veilige waardes en leidt ertoe dat Europese vissers straks gedwongen
worden om minder te vissen. Deze leden dringen erop aan dat dit bestand, samen met
de tonijnquota, grote prioriteit krijgt in de onderhandelingen.
De leden van de BBB-fractie vragen daarnaast de Staatssecretaris of hij in EU-verband
opnieuw aandacht wil vragen bij de EC over de situatie rond de Real Time Closed Area’s
(RTC’s). De EC heeft eerder beloofd aanpassingen te doen in de wet- en regelgeving,
maar tot op heden is er niets gebeurd. Ondanks meerdere Kamervragen en brandbrieven
blijven vissers vastzitten aan verouderde regels die hen onevenredig hard treffen.
De leden van de BBB-fractie maken zich zorgen over signalen vanuit de sector over
onevenredig harde controles door Denemarken op Nederlandse vissers. Er is sprake van
vrijwel wekelijkse zeer strenge controles waarbij straffen en boetes disproportioneel
hoog zijn. Dit krijgt volgens vissers de vormen van een heksenjacht. Deze leden vragen
de Staatssecretaris of hij in EU-verband en richting andere lidstaten kan aandringen
op proportionele en eerlijke controles.
De leden van de BBB-fractie willen verder vragen of de Staatssecretaris in gesprek
wil gaan met de directeur van Wageningen Marine Research (WMR) over de Aalbeheerordening
in Europees verband. De huidige manier waarop aal in het verre verleden werd gemeten
is niet meer in lijn met moderne wetenschappelijke methoden. Wat ertoe leidt dat er
telkens nul vangstadviezen worden afgegeven, terwijl de aalpopulatie volgens vissers
en wetenschappers wel toeneemt. Deze leden vragen de Staatssecretaris om in EU-verband
aandacht te vragen voor een herziening van de aalbeheerverordening, en om andere lidstaten
nadrukkelijk op te roepen meer te doen voor de bescherming van de aal. Dat betekent:
harder optreden tegen de illegale vangst van glasaal voor export naar China, en zorgen
voor betere doorgangen voor de aal bij barrierés.
De leden van de BBB-fractie vragen de Staatssecreatris ook in verband met de rivierkreeft
te onderzoeken of er extra Europese financiële middelen beschikbaar zijn voor de bestrijding.
Ook vragen deze leden of de Staatssecretaris in Europees verband beter kan optreden
en ervaringen kan uitwisselen met zijn collega’s in andere lidstaten over hoe zij
deze aanpak vormgeven. Deze leden vragen daarnaast hoe de Minister gaat borgen dat
er een eerlijk budgettair evenwicht blijft bestaan tussen landbouw en visserij binnen
het nieuwe MFK.
De leden van de BBB-fractie benadrukken dat demersale en pelagische visserij verschillende
uitdagingen kennen. Eén uniforme regel is vaak onwerkbaar. Hoe zorgt de Minister ervoor
dat er maatwerk komt voor de verschillende soorten visserij? Deze leden vragen hoe
het staat met de plannen rond Fully Documented Fisheries en hoe de Minister ervoor
zorgt dat vissers niet worden opgezadeld met disproportionele lasten of kosten.
De leden van de BBB-fractie benadrukken tot slot dat innovatie en pilots in de sector
direct moeten worden vertaald naar werkbaar beleid. Deze leden willen dat goede ideeën
uit de praktijk niet stranden in Brusselse bureaucratie, maar echt hun weg vinden
naar regelgeving.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor de Landbouw-
en Visserijraad van 22 en 23 september en hebben hier nog een aantal vragen over.
Visserij
De leden van de PvdD-fractie constateren dat het kabinet zich op het gebied van visserij
voornamelijk inzet voor het verruimen van de mogelijkheden voor Nederlandse vissers
om meer te kunnen vissen. Deze leden vinden dit kortzichtig, omdat de oceanen steeds
meer onder druk komen te staan, door overbevissing, bijvangsten, aantasting van kwetsbare
ecosystemen en de achteruitgang van de biodiversiteit. Deze leden lezen dat de Staatssecretaris
met «relevante stakeholders» in gesprek is over de vangstadviezen. Kan de Staatssecretaris
aangeven welke stakeholders dat zijn? Gaat hij hierover ook in gesprek met organisaties
die de belangen van de dieren of de natuur vertegenwoordigen, zoals de Dierencoalitie
of de Vissenbescherming? Zo nee, waarom niet?
De leden van de PvdD-fractie wijzen erop dat de Kamer ook moties heeft aangenomen
die juist vragen om verbeterd welzijn van onderwaterdieren. Kan de Staatssecretaris
aangeven wat de laatste stand van zaken is omtrent de motie van de leden Kostić en
Holman over zich inzetten voor een Europees importverbod op garnalen met afgeknipte
ogen (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1640)? Is de Staatssecretaris bereid om zich bij de aankomende Landbouw- en Visserijraad
in te zetten voor een Europees importverbod, zoals de motie verzoekt, aangezien deze
Raad voor een belangrijk deel over visserij gaat? Zo nee, waarom niet? Kan de Staatssecretaris
aangeven in welke mate nog garnalen met afgeknipte ogen worden verkocht in Nederlandse
supermarkten en andere afzetkanalen? Op welke manier gaat hij ervoor zorgen dat hier
een einde aan komt?
Aalscholvers
De leden van de PvdD-fractie lezen dat vissers stellen «last te hebben» van aalscholvers
en dat zij willen dat deze dieren worden gedood. Onderschrijft de Staatssecretaris
dat de vissen in de oceaan niet toebehoren aan de vissers, maar een belangrijk onderdeel
zijn van het mariene ecosysteem en dat andere dieren, zoals aalscholvers, gewoon vis
mogen vangen en eten? Zo nee, waarom niet? Kan de Staatssecretaris aangeven hoeveel
aalscholvers de afgelopen vijf jaar in Nederland zijn gedood door de mens? Hoeveel
hiervan vanwege concurrentie met vissers? Is de Staatssecretaris bereid zich bij de
Landbouw- en Visserijraad uit te spreken tegen het doden van aalscholvers? Zo nee,
waarom niet?
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 22-23 september 2025 en Appreciatie
van de wetenschappelijke vangstadviezen van de Raad voor het Onderzoek naar Zee (ICES)
Kamerstuk 21 501-32, nr. 1726 – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Voedselkwaliteit,
F.M. Wiersma, d.d. 9 september 2025
Gecombineerde opgave en aanmelding GLB 2025
Kamerstuk 28 625, nr. 376 – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Voedselkwaliteit,
F.M. Wiersma, d.d. 4 juli 2025
Reactie op verzoek van de Europese Commissie om input voor een effectbeoordeling in
relatie tot modernisering van de EU-wetgeving Dierenwelzijn
Kamerstuk 22 112, nr. 4108 – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Voedselkwaliteit,
F.M. Wiersma, d.d. 14 juli 2025
Kwartaalrapportage lopende EU-wetgevingshandelingen tweede kwartaal 2025
Kamerstuk 22 112, nr. 4112 – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Voedselkwaliteit,
F.M. Wiersma, d.d. 19 augustus 2025
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Aardema, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
A. van den Brule-Holtjer, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.