Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wijen-Nass over ‘Hoogkarspel Zuid krijgt vorm: geen rijkssteun, wel plannen voor supermarkt en levendig buurtcentrum’
Vragen van het lid Wijen-Nass (BBB) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Hoogkarspel Zuid krijgt vorm: geen rijkssteun, wel plannen voor supermarkt en levendig buurtcentrum» (ingezonden 18 juni 2025).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
15 september 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het genoemde artikel?1 Bent u bekend met de plannen voor Hoogkarspel Zuid?
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van het genoemde artikel en ben bekend met het woningbouwplan
voor Hoogkarspel Zuid.
Vraag 2
Wanneer is het beoordelingskader van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening gewijzigd?
Antwoord 2
Er is geen sprake geweest van een wijziging van het beoordelingskader. In navolging
van het regeerprogramma zijn tijdens de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving vier
gemeenten benoemd waarbinnen een kansrijke grootschalige woningbouwlocatie ligt. Bij
de selectie van de gemeenten is gekeken naar onder andere de omvang van de potentiële
woningbouwlocatie, de complexiteit van de opgaven en het tempo waarin de woningen
kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast is ook gekeken naar regionale context van de
woningbouwlocatie.2
Vraag 3
Is dit beoordelingskader gewijzigd na het indienen van de aanvraag?
Antwoord 3
Nee, zie antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Wat betekende deze wijziging van het beoordelingskader voor de lopende aanvragen en
specifiek voor Hoogkarspel Zuid?
Antwoord 4
Zie antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Wat was de reden voor de wijziging waarbij nog maar één gemeente en één plangebied
per aanvraag is toegestaan?
Antwoord 5
Het Rijk kan niet op alle woningbouwlocaties in Nederland mede regie voeren. Daarbij
is het belangrijk indien regie door het Rijk wordt gevoerd om te kunnen leveren op
de aangewezen locaties. Dit pleit ervoor om een beperkt aantal nieuwe grootschalige
woningbouwlocaties aan te wijzen. Er zijn vanuit het kabinet (financiële) middelen
beschikbaar gesteld voor de stimulering en ontsluiting van de woningbouw van grootschalige
woningbouwlocaties. Het toevoegen van een veelvoud aan extra grootschalige plangebieden
zou leiden tot een verdunning van de beschikbare middelen per grootschalige woningbouwlocaties,
waarmee randvoorwaardelijke investeringen in deze gebieden verder onder druk komen
staan. Om de middelen effectief en doelmatig in te zetten is het noodzakelijk om zorgvuldig
om te gaan met de beschikbaarheid van deze middelen per grootschalige woningbouwlocatie.
Vraag 6
Hoeveel geld is de regio Noord-Holland Noord hierdoor misgelopen?
Antwoord 6
Geen. Zie ook het antwoord op vraag 15.
Vraag 7
Zijn er aanvragen uit Noord-Holland Noord gehonoreerd?
Antwoord 7
De periode voor het aanvragen van bijdragen uit de regeling in het antwoord op vraag 6
loopt momenteel nog of moet nog starten. De aanvragen in het kader van het Gebiedsbudget
en de Woningbouw op Kort termijn- regelingen dienden voor 31 augustus 2025 te worden
ingediend en worden getoetst. Voor de Woningbouwimpuls, de Realisatiestimulans en
de Regeling Grondverwerving voor Woningbouw starten de aanvraagprocedures, respectievelijk
in het najaar van 2025 en 2026. Dit betekent dat er momenteel nog geen aanvragen uit
deze instrumenten gehonoreerd zijn.
Vraag 8
Had de gemeente Drechterland met een individuele aanvraag voor Hoogkarspel-Zuid aan
de criteria kunnen voldoen?
Antwoord 8
Bij de selectie van potentiële nieuwe grootschalige woningbouwlocatie zijn alle locaties
die onderdeel uitmaken van de woondeals meegenomen. Vervolgens zijn de locaties getoetst
op onder andere de omvang en samenhang van de potentiële woningbouwlocatie (minimaal
3.500 woningen t/m 2034), de complexiteit van de opgaven en het tempo waarin de woningen
kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast is ook gekeken naar de regionale context van
de woningbouwlocatie.
Vraag 9
Is er contact geweest met de gemeente over een mogelijke hersteltermijn?
Antwoord 9
Voor de selectie van de potentiële nieuwe grootschalige woningbouwlocaties is geen
sprake geweest van het indienen van een aanvraagformulier of propositie. Bij de selectie
van potentiële locaties zijn de woondeals als vertrekpunt genomen. Daarnaast is gebruik
gemaakt van openbare bronnen, zoals de nieuwbouwmonitor. Gegeven deze werkwijze was
contact met geen enkele gemeente nodig.
Vraag 10
Zo nee, waarom is er geen contact geweest?
Antwoord 10
Er is gekozen om op basis van bestaande informatie de selectie te maken voor nieuwe
grootschalige woningbouwlocaties. Daarom was contact met de gemeente niet nodig.
Vraag 11
Wat betekent het mislopen van de steun voor de versnelling van dit woningbouwproject?
Antwoord 11
Er is geen sprake van het mislopen van financiële middelen.
Vraag 12
Wat betekent dit voor andere woningbouwprojecten in Noord-Holland Noord?
Antwoord 12
Voor andere woningbouwprojecten in Noord-Holland Noord geldt hetzelfde als hiervoor
toegelicht.
Vraag 13
Wat betekent de aanpassing van de regeling voor de regionale samenwerking op het gebied
van woningbouw?
Antwoord 13
De keuze voor nieuwe grootschalige woningbouwgebieden loopt niet via een regeling.
Vraag 14
In hoeverre is deze nieuwe regeling nadelig voor kleinere gemeentes in het kader van
aantallen woningen en beschikbare ambtelijke kennis en capaciteit?
Antwoord 14
Er is geen sprake van een nieuwe regeling. Zie ook antwoord op vraag 15.
Vraag 15
Wat kunt u doen om rijkssteun ook voor kleinere gemeentes haalbaar en uitvoerbaar
te houden?
Antwoord 15
In mijn brief van 19 mei (kamerstuk 32 847, nr. 1344, Financieel instrumentarium woningbouw) heb ik toegelicht hoe ik de beschikbare middelen
voor woningbouw inzet via een pakket aan regelingen. Doel is dat deze voor álle gemeenten
toegankelijk en laagdrempelig zijn, ook voor kleinere gemeenten die vaak niet voldoen
aan een minimumaantal woningen en beperkte ambtelijke capaciteit hebben. Daarom is
de realisatiestimulans ontwikkeld: een eenvoudige regeling zonder minimumaantal woningen,
met een standaardbedrag van € 7.000 per betaalbare woning bij start bouw. Daarbovenop
zijn er toeslagen voor zorggeschikte woningen en kwetsbare gebieden, en komt er een
aanvullende regeling voor het versterken van de ambtelijke capaciteit.
Momenteel bestaan ook nog de Stimuleringsregeling Flex- en transformatiewoningen en
de Regeling Huisvesting aandachtgroepen. Ook hier kunnen ook kleinere gemeenten een
beroep op doen. Daarnaast blijven de bestaande Woningbouwimpuls en het gebiedsbudget
beschikbaar voor grotere projecten en locaties met complexe knelpunten. Voor financiële
ondersteuning van mobiliteitsopgaven ten behoeve van woningbouw heeft het Ministerie
van IenW de regeling Woningbouw op korte termijn (WOKT)
Vraag 16
Blijft bij de regeling Woningbouw en kwaliteit (WOKT) een gezamenlijke aanvraag van
meerdere gemeenten mogelijk?
Antwoord 16
Bij de beantwoording van bovenstaande vraag ga ik er vanuit dat het Kamerlid Wijen-Nass
doelt op de Woningbouw op Korte Termijn- regeling vanuit IenW. Deze regeling biedt
gemeenten ondersteuning bij het ontsluiten en bereikbaar maken van nieuwe woningen.
Deze regeling bevat de mogelijkheid om als gemeente een aanvraag in te dienen namens
meerdere gemeenten. De deadline voor het indienen van een WoKT aanvraag was 31 augustus
2025. Momenteel toetsen Ministeries van IenW en VRO de ingediende aanvragen.
Vraag 17
Deelt u de mening dat rijkssteunregelingen onoverzichtelijk worden wanneer de ene
keer individueel en de andere keer gezamenlijk moet worden aangevraagd?
Antwoord 17
Ik deel uw mening dat uniformiteit in de aanvraagprocedure wenselijk is. Voor alle
bovengenoemde regelingen (regeling in het kader van grootschalige woningbouw, woningbouwimpuls,
realisatiestimulans en de Woningbouw op Korte Termijn) geldt daarom ook dat een individuele
gemeenten een aanvraag indienen.
Vraag 18
Kunt u toelichten waarom er gekozen is voor deze verschillende aanvraagvormen per
regeling?
Antwoord 18
Zie antwoord 17.
Vraag 19
Op welke manier wordt gemeenten duidelijk gemaakt wat per regeling wel en niet is
toegestaan bij het indienen van een aanvraag?
Antwoord 19
Gemeenten, provincies en koepelorganisaties worden via diverse (informatie)kanalen
geïnformeerd over de uitgangpunten van de regelingen. U kunt hierbij denk aan de websites
(bijvoorbeeld de website Volkshuisvestingnederland.nl), webinars of bijeenkomsten.
Ook worden de aanvraagformats tijdig beschikbaar gesteld, zodat gemeenten hun aanvraag
goed kunnen voorbereiden en zijn er vaak regionale bijeenkomsten waar uitleg wordt
gegeven en hulp wordt aangeboden.
Vraag 20
Wordt overwogen om meer uniformiteit aan te brengen in de aanvraagprocedures voor
woningbouwsubsidies?
Antwoord 20
Ja, waar mogelijk proberen we de aanvraagprocedures zoveel mogelijk te uniformeren
om zo ook de administratieve last bij gemeenten te beperken. Zo werk ik bijvoorbeeld
bij de grootschalige woningbouwgebieden met één (gezamenlijk) aanvraagformulier voor
de VRO en IenW middelen. Het is niet altijd mogelijk dezelfde aanvraagformulieren
te gebruiken, omdat de inhoud en doelstelling van regelingen van elkaar verschillen.
Daar waar niet gewerkt kan worden met een gezamenlijk aanvraagformulier wordt getracht
de regelingen zoveel mogelijk in samenhang te bekijken. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij
de Woningbouwimpuls en de Woningbouw op Korte Termijn-regeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.