Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het artikel ‘Prijs medicijnen omhoog door eis Trump’
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Prijs medicijnen omhoog door eis Trump» (ingezonden 7 augustus 2025).
Antwoord van MinisterBruijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 september
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Slecht nieuws voor Nederlandse patiënt: «Prijs medicijnen omhoog door eis Trump»» uit De Telegraaf van 7 augustus 20251, waarin wordt beschreven dat president Trump grote farmaceutische bedrijven onder
druk zet om de geneesmiddelenprijzen in de Verenigde Staten fors te verlagen, en waarin
zorgexperts waarschuwen voor negatieve gevolgen voor de beschikbaarheid en betaalbaarheid
van medicijnen in Nederland?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat zijn volgens u de potentiële gevolgen van deze Amerikaanse druk op farmaceuten
in de Verenigde Staten voor de beschikbaarheid en betaalbaarheid van geneesmiddelen
in Nederland?
Antwoord 2
Op dit moment is nog veel onduidelijk over de vorm en reikwijdte van de maatregelen
die in de Verenigde Staten zijn aangekondigd. Het is dan ook niet goed in te schatten
in hoeverre dit beleid gevolgen zal hebben voor Europese en niet-Europese landen met
een zorgsysteem gebaseerd op brede solidariteit en toegang. Nederland kent net als
veel andere Europese landen een vorm van referentieprijzen. De Wet Geneesmiddelenprijzen
(Wgp) stelt een Nederlandse maximumprijs vast op basis van prijzen in ons omringende
landen. Indien de Verenigde Staten daadwerkelijk een vergelijkbaar systeem van «External
Reference pricing (ERP)» zouden invoeren, dan kan dit in theorie enkele effecten hebben:
1. Europese landen kunnen door fabrikanten onder druk gezet worden om hun vergoedingen
voor geneesmiddelen te verhogen. Dit om te voorkomen dat lagere prijzen in Europa
de referentieprijs in de VS kunnen beïnvloeden.
2. Farmaceutische bedrijven kunnen innovatieve medicijnen bewust pas later in landen
met lagere prijzen introduceren om hun omzet in de Verenigde Staten te maximaliseren.
Dit zou kunnen leiden tot tragere toegang tot nieuwe geneesmiddelen in Europa.
3. Er zou een mogelijke verstoring van lopende prijsonderhandelingen en vergoedingen
van geneesmiddelen uit zorgbudgetten in Europese landen kunnen plaatsvinden.
Dit handelen van fabrikanten is over het algemeen bedoeld om de prijs in de Verenigde
Staten kunstmatig hoog te houden.
Enkele bedrijven hebben openlijk aangegeven voor bepaalde producten hun prijzen in
Europa te verhogen, omdat zij prijsverlaging (en daarmee de lagere omzet) in de Verenigde
Staten willen compenseren met hogere prijzen inEuropa2, 3. Daardoor zullen de prijzen en uitgaven in andere landen buiten de Verenigde Staten
waarschijnlijk stijgen.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de zorgen van hoogleraar Carin Uyl-de Groot dat Nederland door zijn
kleine markt en strenge toelatingseisen mogelijk minder aantrekkelijk wordt voor farmaceuten?
Antwoord 3
Het is nu nog te vroeg om aannames te doen over mogelijke, nog niet uitgekristalliseerde
effecten van prijsbeleid elders. Nederland is voor bedrijven overigens nog steeds
een interessante markt binnen Europa. Dit zal naar mijn verwachting niet veranderen.
Vraag 4
Wat doet Nederland momenteel om te voorkomen dat de prijsdruk uit andere landen, zoals
de Verenigde Staten, leidt tot hogere geneesmiddelenprijzen in ons land?
Antwoord 4
Diverse instrumenten in het Nederlandse vergoedingsbeleid zorgen voor beheersing van
prijzen. Zo bepaalt de Wgp de Nederlandse maximumprijs op basis van de prijzen in
ons omringende landen en onderhandel ik over echt dure geneesmiddelen. Naast ons nationale
vergoedingsbeleid werk ik op diverse niveaus samen met andere Europese landen. Bijvoorbeeld
in Beneluxa-verband4. Het uitwisselen van informatie en het waar mogelijk samen onderhandelen over prijzen
helpen om prijzen in Nederland op een verantwoord peil te houden.
Daarnaast voeren het Zorginstituut, de Nederlandse Zorgautoriteit en de Autoriteit
Consument en Markt op dit moment, mede naar aanleiding van de motie van het lid Kuiken,
een advies over maatschappelijk aanvaardbare uitgaven aan geneesmiddelen (MAUG). Doel
hiervan is om niet zo zeer te kijken naar de gevraagde prijs van geneesmiddelen, maar
veel meer te kijken naar wat we als maatschappij een aanvaardbare prijs vinden. Daarmee
kunnen we op een voor patiënten en burgers verantwoorde manier keuzes maken in de
besteding van zorgmiddelen.
Vraag 5
Deelt u de zorg dat Nederlandse patiënten langer moeten wachten op innovatieve medicijnen
als farmaceuten hogere prijzen gaan vragen of deze minder snel toelaten tot onze markt?
Antwoord 5
Ik neem dit mogelijke effect serieus. Er is nu al sprake van alsmaar stijgende uitgaven
aan nieuwe geneesmiddelen. Die worden mede veroorzaakt door hoge prijzen en leggen
een grote druk op onze solidariteit.
Hoge prijzen van geneesmiddelen gaan ten koste van de betaalbaarheid van zorg. In
Nederland en andere Europese lidstaten. Het zou betreurenswaardig zijn als fabrikanten
patiënten niet op de eerste plaats stellen door hun prijzen ten koste van patiënten
nog verder te verhogen, of ze zelfs langer op geneesmiddelen te laten wachten die
ze nodig hebben.
Vraag 6
Hoe gaat u voorkomen dat invoerheffingen van de VS op geneesmiddelen – zoals aangekondigd
door president Trump – indirect de kosten en toegang in Nederland beïnvloeden?
Antwoord 6
Op dit moment is nog veel onduidelijk over de vorm en reikwijdte van de maatregelen
die in de Verenigde Staten zijn aangekondigd. Het is dan ook niet goed in te schatten
in hoeverre dit beleid gevolgen zal hebben voor Europese en andere landen. Wel heb
ik over de ontwikkelingen contact met de Europese Commissie, mijn Beneluxa-partners
en andere Europese Lidstaten.
Vraag 7
Welke invloed heeft het Nederlandse toelatings- en vergoedingensysteem op de snelheid
waarmee nieuwe geneesmiddelen beschikbaar komen? Bent u bereid dit systeem te herzien
als blijkt dat patiënten hierdoor significant benadeeld worden?
Antwoord 7
Dure, nieuwe geneesmiddelen moeten voldoen aan de pakketcriteria die door het Zorginstituut
worden getoetst. Sinds een aantal jaar onderhandel ik op basis van de adviezen van
het Zorginstituut over de prijzen van nieuwe, te dure geneesmiddelen. Deze processen
vergen enige tijd. Ik streef ernaar deze niet langer te laten duren dan strikt noodzakelijk.
Uw Kamer is eerder bericht over de plannen voor een toekomstbestendig stelsel5. Onder meer wil ik, door vroeger in het proces samen met de beroepsgroepen de risico’s
in te schatten – niet alleen financiële maar ook ten aanzien van de effectiviteit
en gepast gebruik –, sneller kunnen bepalen welke risicobeheersing nodig is voor een
verantwoorde pakketopname. Dit moet de snelheid van besluitvorming ten goede komen.
Momenteel werk ik met partijen, waaronder ook de industrie, deze plannen verder uit.
Ik informeer u hier nader over later dit jaar.
Vraag 8
Kunt u toelichten hoe de Nederlandse overheid de farmaceutische industrie aanspreekt
op transparantie rond ontwikkelingskosten, prijsstelling en onderhandelingsruimte?
Antwoord 8
Ik hecht waarde aan beter inzicht in de ontwikkelkosten, prijsstelling en de onderhandelde
en werkelijk betaalde prijzen voor geneesmiddelen, maar kan deze niet afdwingen. Wel
benadruk ik het belang van inzicht in afgesproken prijzen bij voortduring in onder
meer de prijsonderhandelingen. In de praktijk blijkt dat leveranciers doorgaans niet
bereid zijn om tot openbare prijsafspraken te komen, die door mij acceptabel worden
geacht.
Omdat ik toegang tot geneesmiddelen voor de patiënt belangrijk vind, ga ik daarom
akkoord met vertrouwelijke prijsafspraken. Om de vertrouwelijkheid te waarborgen,
ben ik beperkt in de wijze waarop ik inzicht kan geven in hoeverre de geadviseerde
kortingspercentages worden gerealiseerd: ik kan dit alleen op een bepaald aggregatieniveau
doen omdat het anders tot een individueel geneesmiddel zou zijn terug te leiden.6
Vraag 9
Bent u bereid een analyse te laten uitvoeren over de mogelijke gevolgen van het Amerikaanse
beleid op de Nederlandse geneesmiddelenmarkt, en deze met de Kamer te delen?
Antwoord 9
Ik vind het belangrijk om samen met mijn Europese collega’s de ontwikkelingen nauwlettend
in de gaten te houden, maar zie nog onvoldoende aanknopingspunten voor zo’n analyse.
De attaché Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij de Nederlandse ambassade in Washington
D.C. houdt mij op de hoogte van de gebeurtenissen aldaar en ik heb contact met de
brancheorganisatie Vereniging voor Innovatieve Geneesmiddelen. Wel ben ik bereid om
de Tweede Kamer nauwgezet te informeren zodra ik meer duidelijkheid heb over de mogelijke
maatregelen en de uitwerking daarvan op het Nederlandse systeem.
Vraag 10
Bent u bereid om op korte termijn in Europees verband overleg te voeren met andere
lidstaten over gezamenlijke inkoop en prijsafspraken met farmaceutische bedrijven?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Dit is al onderdeel van mijn beleid. Nederland speelt in Europees verband immers al
geruime tijd een vooraanstaande rol rond samenwerking op dit terrein. Zo is Nederland
actief deelnemer aan de Beneluxa-initiatief, waarin onder meer gezamenlijke prijsonderhandelingen
worden gevoerd. Daarnaast staat Nederland in beginsel positief tegenover het voorstel
voor de Verordening kritieke geneesmiddelen7, die ook gezamenlijke inkoop door EU-lidstaten van geneesmiddelen van gemeenschappelijk
belang onder voorwaarden beoogt te faciliteren. Dit zou een mogelijkheid kunnen bieden
voor de gezamenlijke inkoop van geneesmiddelen die door marktfalen mogelijk niet op
de Nederlandse markt zouden kunnen komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.