Schriftelijke vragen : Governance bij pensioenfondsen
Vragen van het lid Joseph (BBB) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over governance bij pensioenfondsen (ingezonden 11 september 2025).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Statuten geven fondsbesturen te veel invloed op intern
               toezicht» van A. Laning in Pensioen Pro van 9 september 2025?1
Vraag 2
            
Herkent u het geschetste beeld dat pensioenfondsbesturen formeel in de praktijk veel
               invloed hebben op de samenstelling en werkwijze van het verantwoordingsorgaan (VO)
               en de raad van toezicht (rvt)? Zo niet, waarom niet?
            
Vraag 3
            
Hoe beoordeelt u de constatering dat het bestuur daarmee feitelijk invloed heeft op
               organen die hiërarchisch boven het bestuur staan?
            
Vraag 4
            
Acht u het wenselijk dat besturen bepalend zijn bij zaken als profielschetsen, verkiezingsreglementen
               en benoemingen van leden van VO en rvt?
            
Vraag 5
            
Welke waarborgen bestaan er op dit moment om het onafhankelijk functioneren van het
               VO en de rvt te garanderen?
            
Vraag 6
            
Ziet u aanleiding om extra waarborgen te treffen, zodat de onafhankelijkheid van intern
               toezicht beter wordt gewaarborgd?
            
Vraag 7
            
Hoe verhoudt de huidige praktijk zich tot governance-modellen in andere sectoren,
               waar raden van toezicht doorgaans zelf hun leden benoemen en de werkgeversrol richting
               het bestuur vervullen? Kunt u daarbij in ieder geval meenemen de sectoren woningcorporaties,
               onderwijs en zorg?
            
Vraag 8
            
Bent u van mening dat verdere democratisering van pensioenfondsgovernance, bijvoorbeeld
               via verplichte rechtstreekse verkiezingen voor het VO, kan bijdragen aan meer draagvlak
               onder deelnemers en gepensioneerden?
            
Vraag 9
            
Hoe kijkt u daarbij naar de vertegenwoordiging van slapers in de governance van pensioenfondsen?
Vraag 10
            
Bent u bereid om met de sector en sociale partners in gesprek te gaan over een mogelijke
               herziening van de bevoegdheden van het bestuur, VO en rvt op het gebied van de governance
               van pensioenfondsen?
            
Vraag 11
            
Is de aangenomen motie Palland cs. (Kamerstuk 36 067, nr. 149), die vraagt om «te onderzoeken of na de invoering van de Wet toekomst pensioenen
               de vertegenwoordiging door de belanghebbenden in het pensioenfonds afdoende is voor
               de evenwichtige besluitvorming binnen het stelsel van de Wet toekomst pensioenen»
               inmiddels uitgevoerd? Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit onderzoek? Zo nee, wanneer
               wordt dit onderzoek uitgevoerd?
            
Vraag 12
            
Welke stappen overweegt u op korte en middellange termijn om te waarborgen dat intern
               toezicht bij pensioenfondsen daadwerkelijk onafhankelijk en effectief kan functioneren?
            
Vraag 13
            
Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
Agnes Joseph, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.