Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Oostenbrink over Europese plannen voor troepeninzet in Oekraïne aan de hand van het artikel 'Europe has 'pretty precise' plan to send troops to Ukraine, von der Leyen says'
Vragen van het lid Oostenbrink (BBB) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over Europese plannen voor troepeninzet in Oekraïne aan de hand van het artikel «Europe has «pretty precise» plan to send troops to Ukraine, von der Leyen says» (ingezonden 4 september 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken) en de Antwoord van Minister Brekelmans
(Defensie) (ontvangen 11 september 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het interview met de Voorzitter van de Europese Commissie
Ursula von der Leyen in de Financial Times waarin zij spreekt over «pretty precise
plans» voor de inzet van Europese troepen in Oekraïne?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat er op EU-niveau plannen worden uitgewerkt voor een multinationale troepenmacht
in Oekraïne, met «backstop» van de Amerikanen?
Antwoord 2
Er is geen sprake van een EU-initiatief voor een multinationale troepenmacht in Oekraïne.
Nederland neemt deel aan het militaire planningsproces van de multinationale Coalition of the Willing. President van de Europese Commissie Ursula Von der Leyen neemt eveneens deel aan
de internationale gesprekken in het verband van deze coalitie. Ook de VS is betrokken
bij deze gesprekken, evenals de NAVO.
Vraag 3
Is Nederland betrokken bij deze gesprekken en zo ja, op welk niveau? En zo ja, wat
is onze inbreng geweest?
Antwoord 3
Ja. Nederland neemt deel aan deze gesprekken op militair niveau, hoogambtelijk niveau,
ministerieel niveau en het niveau van regeringsleiders. Nederland heeft deelgenomen
aan het militaire planningsproces van de Coalition of the Willing en heeft, evenals vijfentwintig andere internationale partners, tijdens een regeringsleidersbijeenkomst
op 4 september jl. gezegd een bereidwillige houding te hebben om in een later stadium
een substantiële bijdrage te leveren. Een definitief besluit over inzet van Nederlandse
militairen is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de condities van een beëindiging
van vijandelijkheden, de uitwerking van de rules of engagement en modaliteiten omtrent bestandsmonitoring.
Vraag 4
Erkent u dat het uitzenden van Nederlandse militairen een exclusieve bevoegdheid is
van de Nederlandse regering, met voorafgaande parlementaire instemming?
Antwoord 4
Nederlandse besluitvorming over deelname aan militaire missies en operaties, inclusief
een eventuele inzet in Oekraïne, verloopt via de artikel 100-procedure, waarbij de
regering vooraf aan de Staten-Generaal inlichtingen geeft over de inzet of het ter
beschikking stellen van de krijgsmacht ter bevordering van de internationale rechtsorde.
Hoewel uw Kamer formeel geen instemmingsrecht heeft, streeft het kabinet naar zo breed
mogelijke parlementaire steun voor een zo zwaarwegend besluit als militaire inzet.
Het kabinet zal uw Kamer zo goed mogelijk meenemen in de ontwikkelingen in de planvorming
van Coalition of the Willing. Op het moment dat er sprake is van overeenstemming tussen de partijen over beëindiging
van vijandelijkheden en tenuitvoerlegging in zicht komt, zal uw Kamer conform artikel 100
van de Grondwet worden geïnformeerd.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de uitspraken van Von der Leyen in het licht van de nationale soevereiniteit
van lidstaten?
Antwoord 5
Zoals president van de Europese Commissie Von der Leyen benoemt in het interview in
de Financial Times, is de inzet van militairen altijd een nationale bevoegdheid. Zie ook het antwoord
op vraag 4 over Nederlandse besluitvorming over deelname aan militaire missies en
operaties.
Vraag 6
Onderschrijft u dat de NAVO de hoeksteen is van de Nederlandse en Europese veiligheid
en dat veiligheidsgaranties primair via de NAVO verlopen?
Antwoord 6
De NAVO is de hoeksteen van ons Nederlandse en Europese veiligheidsbeleid. Militaire
inzet, ook ter ondersteuning van mogelijke veiligheidsgaranties, kan via de NAVO verlopen
of in een ander verband. De huidige militaire planning vindt plaats in het kader van
een Coalition of the Willing.
Vraag 7
Ziet u in de uitspraken van Von der Leyen een beweging richting een Europees leger
of een parallelle veiligheidsstructuur naast de NAVO?
Antwoord 7
Nee, president van de Europese Commissie Von der Leyen refereert naar plannen van
de multinationale Coalition of the Willing. Deze internationale coalitie bestaat uit een groep landen die zich inzet voor steun
aan Oekraïne om zich tegen de Russische agressie te weren, ook via planning voor een
eventuele internationale militaire presentie.
Vraag 8
Welke gevolgen zou een EU-geleide missie in Oekraïne hebben voor de rol en de cohesie
van de NAVO?
Antwoord 8
Er is op dit moment geen sprake van een EU-geleide militaire missie in Oekraïne. Daarbij
zijn de EU en de NAVO verschillende organisaties, met een eigen profiel en instrumenten,
maar met deels overlappende belangen en doelstellingen. De militaire steunverlening
aan Oekraïne is bij uitstek een dossier waarbij de EU en de NAVO elkaar kunnen versterken.
Dit geldt ook voor de inspanning van de Coalition of the Willing.
Vraag 9
Zijn de beweringen van Von der Leyen afgestemd met de lidstaten, of spreekt zij op
eigen gezag?
Antwoord 9
President van de Europese Commissie Von der Leyen spreekt hierover op eigen gezag.
Vraag 10
Hoe waardeert u de rol van de Voorzitter van de Europese Commissie in dit dossier,
aangezien defensie en troepeninzet buiten de verdragsmatige bevoegdheid van de Commissie
vallen?
Antwoord 10
President Von der Leyen is betrokken bij gesprekken van de Coalition of the Willing. De betrokkenheid van de Unie en de inzet van President Von der Leyen voor de brede
steun aan Oekraïne acht Nederland van belang. De EU kan binnen haar bevoegdheden op
verschillende manieren bijdragen aan inspanningen van de Coalition of the Willing. Dit kan bijvoorbeeld via de EU-trainingsmissie EUMAM, waarmee Oekraïense militairen
worden getraind op EU-grondgebied. Daarnaast bestaan verschillende EU-initiatieven
die bijdragen aan het versterken van de Oekraïense defensie-industrie. Nederland spant
zich ervoor in om EU-instrumenten en -initiatieven te laten aansluiten op de inspanningen
van de Coalition of the Willing. Daarnaast levert de EU ook niet-militaire steun die essentieel is om Oekraïne sterk
te positioneren, bijvoorbeeld begrotingssteun, en zijn de Europese sanctiemaatregelen
een belangrijk middel om de druk op Rusland te vergroten om de agressieoorlog te beëindigen.
Vraag 11
Heeft Nederland in EU-verband bezwaar gemaakt tegen het wekken van de indruk dat er
Europese plannen bestaan voor troepeninzet in Oekraïne?
Antwoord 11
Nee. Nederland neemt actief deel aan het plannen van Europees geleide opties voor
een militaire presentie in en nabij Oekraïne in het kader van de Coalition of the Willing. De EU is bij deze gesprekken betrokken.
Vraag 12
Hoe verhouden de door Von der Leyen aangekondigde «nieuwe financieringsstromen» voor
Oekraïense strijdkrachten zich tot de Nederlandse begroting en het budgetrecht van
de Tweede Kamer?
Antwoord 12
Op dit moment liggen er geen concrete voorstellen voor nieuwe aanvullende EU-financiering
voor Oekraïense strijdkrachten voor in Brussel. Indien de Commissie een dergelijk
voorstel doet zal het kabinet dit serieus in overweging nemen en uw Kamer hierover
informeren via de gebruikelijke procedures. Het kabinet onderstreept in EU-verband
het belang van geïntensiveerde steun aan Oekraïne, waarbij ook de EU-lidstaten hun
eerlijke bijdrage moeten leveren.
Vraag 13
Bent u voornemens om extra middelen te reserveren voor EU-fondsen die (indirect) bijdragen
aan de financiering van een Europese militaire aanwezigheid in Oekraïne?
Antwoord 13
Er zijn momenteel geen concrete voorstellen in EU-verband om middelen te reserveren
voor de (indirecte) financiering van een Europese militaire aanwezigheid in Oekraïne.
Wanneer de Commissie een concreet voorstel hiertoe doet zal het kabinet dit serieus
in overweging nemen. In het algemeen hecht het kabinet aan onverminderde steun aan
Oekraïne, ook in EU-verband.
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat bij eventuele troepeninzet van Nederland in of rond Oekraïne,
de Kamer daarover tijdig geïnformeerd wordt langs de procedure zoals beschreven in
artikel 100 van de Grondwet?
Antwoord 14
Ja. Indien tenuitvoerlegging van de militaire plannen aanstaande lijkt, zal uw Kamer
conform artikel 100 van de Grondwet worden geïnformeerd.
Vraag 15
Welke stappen zult u zetten om te voorkomen dat de Europese Commissie de indruk wekt
dat zij namens de lidstaten spreekt over troepeninzet?
Antwoord 15
Het kabinet acht het niet noodzakelijk stappen te zetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.