Schriftelijke vragen : De uitspraken van de minister over regenboogsymbolen en hakenkruizen
Vragen van lid Kostic (PvdD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitspraken van de Minister over regenboogsymbolen en hakenkruizen (ingezonden 10 september 2025).
Vraag 1
Weet u nog dat u naar aanleiding van het bericht «Regenboogzebrapad in Appingedam
nog voor opening beklad met hakenkruis en leuzen» van de Telegraaf de volgende tweet
heeft geplaatst: «Zo werkt polarisatie. Jammer, van beide kanten jammer»?1
Vraag 2
Wat bedoelde u precies met die reactie en «beide kanten» en «polarisatie»?
Vraag 3
Welke beide kanten zijn er in deze situatie waarbij een symbool van liefde en jezelf
zijn wordt beklad met een hakenkruis?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de enige juiste reactie op het bekladden van een regenboogsymbool
met een hakenkruis, een keiharde aanpak en veroordeling is van de bekladders en dat
er verder geen twee kanten aan het verhaal zijn? Zo nee, wat is dan precies uw opvatting?
Vraag 5
Biedt u uw excuses aan de hele LHBTQIA+ gemeenschap en Joodse gemeenschap omdat u
niet meteen ondubbelzinnig en zonder kanttekeningen het bekladden van een regenboogpad
heeft veroordeeld?
Vraag 6
Weet u nog dat u op vragen hierover destijds antwoordde: «De kant die bedacht heeft
dat daar zo'n regenboogpad moet komen en daarmee volledig de belevingswereld van veel
jongeren daar negeert (misschien zelfs provoceert) en de kant die daar dan met hakenkruizen
tegenin gaat.» Staat u nog steeds achter deze woorden? Zo nee, wat bedoelde u dan
hiermee precies en biedt u hiervoor uw excuses aan?2
Vraag 7
In een toelichting zei u het jammer te vinden dat de twee groepen «zo ver van elkaar
af staan»; begrijpt u dat u hiermee de antisemitische en LHBTQIA+ hatende mensen die
een hakenkruis hebben getekend, op gelijke voet zet als mensen die LHBTQIA+ zijn en
regenboogsymbolen in de publieke ruimte uitdragen en biedt u hiervoor uw excuses aan?3
Vraag 8
In reactie op een statement van zes politieke fracties uit de Groningse provinciale
staten stelt u: «Ik sta voor mijn woorden, ik heb niks verkeerd gezegd. Mijn enige
punt is dat zo’n regenboogzebra niet het handigste middel is om discriminatie en onveiligheid
te bestrijden. Omdat het inderdaad júist de groepen die je wilt bereiken, wegjaagt.»
Staat u nog steeds achter deze specifieke uitspraak en dus achter uw woorden van toen
of biedt u ook hiervoor uw excuses aan?4
Vraag 9
In een radiointerview vertelde u: «Polarisatie werkt zo: je hebt twee partijen die
tegenover elkaar staan en niet willen toegeven. Dat heb ik willen aankaarten.» Wat
bedoelde u hiermee en begrijpt u dat u hiermee de antisemitische en LHBTQIA+ hatende
mensen die een hakenkruis hebben getekend op gelijke voet zet als mensen die LHBTQIA+
zijn en regenboogsymbolen in de publieke ruimte uitdragen en biedt u hiervoor uw excuses
aan?5
Vraag 10
Vindt u het normaal dat u regenboogsymbolen problematiseert terwijl ze met hakenkruizen
en haatleuzen zijn beklad?
Vraag 11
Kunt u vertellen wat u weet over de geschiedenis van het regenboogsymbool en de belangrijke
betekenis ervan in de beweging voor LHBTQIA+ rechten?
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat u het regenboogsymbool van LHBTQIA+ gemeenschap belangrijk vindt
en ziet als een betekenisvol symbool van liefde en respect voor het recht van iedereen
om zichzelf te zijn, dat een plek in de publieke ruimte verdient?
Vraag 13
Kunt u schetsen of u begrijpt wat de meerwaarde is van regenboogsymbolen in de politieke
ruimte?
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat u het regenboogsymbool van LHBTQIA+ gemeenschap in welke vorm
dan ook nooit de schuld geeft van welke vorm van polarisatie en haat dan ook?
Vraag 15
Op 5 september stelt u dat u «de formulering heeft teruggenomen» en «ik snap heel
goed dat er mensen zijn die dat wel als provocerend of als pijnlijk hebben ervaren.
En het is natuurlijk netjes als je dan sorry zegt. En bij dezen doe ik dat ook.» Hoe
rijmen deze woorden met al uw bovengenoemde uitspraken waarbij excuses juist uitbleef?6
Vraag 16
Waar zegt u precies sorry voor; dat mensen uw woorden als «provocerend en pijnlijk
hebben ervaren» of dat u destijds heeft laten zien geen enkel verstand te hebben van
LHBTQIA-worstelingen en het belang van het regenboogsymbool en dat u de suggestie
heeft gewekt dat er twee kanten aan het verhaal zitten bij het bekladden van een regenboogpad
met een hakenkruis?
Vraag 17
Waarom heeft u al die tijd sinds het incident met de hakenkruis geen excuses aangeboden
richting LHBTQIA+ en Joodse gemeenschap en bleef u verwijzen naar twee groepen en
polarisatie?
Vraag 18
Begrijpt u dat u nu totaal niet geloofwaardig meer bent en het er nu ernstig op lijkt
dat u alleen uw eigen positie probeert te redden?
Vraag 19
Kunt u deze vragen één voor één en met spoed beantwoorden, maar uiterlijk vóór het
volgende OCW-tweeminutendebat aanstaande donderdag?
Indieners
-
Gericht aan
G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
Ines Kostić, Kamerlid