Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over Vliegveiligheid (o.a. Kamerstuk 31936-1148)
2025D37270 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over de verscheidene brieven inzake vliegveiligheid, te weten de achtste
voortgangsrapportage veiligheid Schiphol (Kamerstuk 29 665, nr. 476), de brief inzake de rapportage vermoeidheid onder piloten (Kamerstuk 24 804, nr.199), de brief inzake de stand van zaken brandveiligheidseisen kleine regionale luchthavens
(Kamerstuk 31 936, nr. 1148), de beleidsreactie op de Staat van de Luchtvaart 2023 (Kamerstuk 31 936, nr. 1152), de brief inzake de stand van zaken opvolging aanbevelingen Onderzoeksraad voor
Veiligheid 10 jaar na het neerhalen van vlucht MH17 (Kamerstuk 33 997, nr.185), de brief inzake de wijziging van het Besluit toestemming archiefstukken Bijlmervliegramp
(Kamerstuk 22 861, nr. 49), het Nederlands Actieplan Luchtvaartveiligheid (Kamerstuk 31 936, nr. 1182), de brief inzake reflectie van zonnepanelen bij Schiphol (Kamerstuk 29 665, nr. 534), de brief inzake de actie van Extinction Rebellion in beveiligd gebied van Schiphol
(Kamerstuk 24 804, nr. 200), de brief inzake de uitvoering van de vierde aanbeveling uit het ACOI-rapport «Geen
afgesloten hoofdstuk, Advies om de openbaarheid van het archief over de Bijlmervliegramp»
(Kamerstuk 22 861, nr. 50), de verzamelbrief Luchtvaart (1e kwartaal 2025) (Kamerstuk 31 936, nr. 1225), de beleidsreactie op de Staat van de luchtvaart 2025 (Kamerstuk 31 936, nr. 1230), de brief inzake het convenant Reduceren vogelaanvaringen Schiphol 2025–2031 (Kamerstuk
29 665, nr. 576), de brief inzake het zonnepark nabij de Polderbaan (Kamerstuk 29 665, nr. 575), en de beleidsreactie van het ACOI-rapport over aanbeveling 3 (Kamerstuk 22 861, nr. 51).
De voorzitter van de commissie,
Peter de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
PVV-fractie
GroenLinks-PvdA-fractie
NSC-fractie
BBB-fractie
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de stukken voor dit schriftelijk
overleg en hebben de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-factie hebben de stukken gelezen en hebben nog enkele
vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben naar aanleiding
hiervan nog enkele vragen. Ook danken zij de Minister voor de beantwoording van de
schriftelijke vragen van de leden Postma en Omtzigt over de veiligheidswaarschuwingen
boven Oekraïne vóór het neerhalen van MH17 en spreken tevens hun waardering uit voor
het feit dat de betreffende stukken inmiddels vertrouwelijk ter inzage aan de Kamer
zijn gelegd.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de verschillende stukken inzake
vliegveiligheid. Deze leden hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen wat nu de stand van zaken is met betrekking tot
overlastgevende passagiers op Nederlandse luchthavens. Zij vragen wat nu de stand
van zaken is met betrekking tot de onderlinge gegevensuitwisseling tussen luchtvaartmaatschappijen.
De leden van de PVV-fractie lezen in de antwoorden op gestelde vragen dat het kabinet
de portemonnee trekt om op de overlastgevende zonnepanelen folie te bevestigen. Zij
vragen of dit voorgeschoten bedrag uiteindelijk verhaald gaat worden op de veroorzaker
van dit vliegveiligheidsprobleem. Deze leden vragen de Minister of deze tot nu toe
genomen maatregelen (het verwijderen van een aantal zonnepanelen en het plakken van
folie op zonnepanelen) voldoende is om de vliegveiligheid rondom Schiphol te garanderen.
De leden van de PVV-fractie zijn positief over de tot nu toe gezette stappen rondom
openheid van zaken rondom de Bijlmervliegramp. Echter vragen deze leden of er nu,
gezien het openbaar maken, voldoende aandacht is besteed aan het behouden van de rechtvaardige
cultuur («just culture») en de hierbij behorende kernprincipes in de luchtvaart in
het kader van vliegveiligheid.
De leden van de PVV-fractie vragen in het kader van vliegveiligheid, gezien aanhoudende
acties op Schiphol, of de Minister bereid is om de extreemlinkse milieu-activistische
organisatie genaamd Extinction Rebellion (XR) toe te voegen aan de lijst van terroristische
organisaties. Zo nee, waarom niet?
GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken uit de stukken op dat de lange lijst
met te nemen maatregelen die de veiligheid rond Schiphol moet verbeteren, gestaag
wordt afgewerkt. Tegelijk zorgen technische innovaties en nieuwe procedures voor veiligere
vliegtuigen en betere ondersteuning van piloten. Toch schrijft het Nederlands Lucht-
en Ruimtevaartcentrum (NLR) dat de actualisaties laten zien dat de risico’s op dodelijke
slachtoffers in de omgeving van de luchthaven slechts beperkt kleiner zijn geworden.
Kan de Minister uitleggen hoe het kan dat de luchtvaart aan alle kanten veiliger zou
zijn geworden, maar de risico’s voor omwonenden amper afnemen? Wat is volgens de Minister
nodig om die risico’s wel fors te laten afnemen? Hoe groot is het risico voor een
omwonende van Schiphol, vergeleken met een omwonende van bijvoorbeeld een chemisch
complex, een goederenspoorlijn of een munitieopslag van Defensie? Hoeveel groter zijn
de risico’s van omwonenden van Schiphol vergeleken met de gemiddelde Nederlander en
om hoeveel mensen gaat het?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich zorgen over een tweede punt, namelijk
het personeelsgebrek in grote delen van de sector. Deze leden hebben eerder schriftelijke
vragen gesteld over het onderhoud dat maatschappijen laten uitvoeren bij niet-gecertificeerde
onderhoudsbedrijven in verre landen en het tijdelijk registreren van vliegtuigen in
landen als San Marino die geen vliegveld hebben, daarom geen lid zijn van de International
Civil Aviation Organization (ICAO) en buiten alle regels vallen. De vergoelijkende
antwoorden en laisser-fairehouding van het ministerie ten opzichte van dergelijke
praktijken is zeer zorgelijk. De reden voor maatschappijen is uiteraard altijd de
kosten, maar ook een tekort aan technisch personeel. De Minister schrijft zelf dat
personeelstekorten kunnen leiden tot fouten door hoge werkdruk of het niet juist/volledig
volgen van procedures. De Minister beschrijft vervolgens allerlei initiatieven om
het personeelstekort in de sector, voor de sector, te bestrijden. Maar is het aan
ons om dit probleem voor de sector op te lossen? Moet de luchtvaart dat niet zelf
doen? Moeten we niet de omvang van de luchtvaart aanpassen aan wat we kunnen dragen?
Qua werk en veiligheid, maar ook milieu en klimaat? En is het niet zo dat vrijwel
alle sectoren tekorten hebben aan technisch geschoold personeel? Is er een onderzoek
dat laat zien dat de inzet van schaars technisch talent het grootste maatschappelijke
rendement oplevert als ze terechtkomen in de luchtvaartsector? Of zouden we die talenten
niet moeten aanmoedigen om juist in andere sectoren aan het werk te gaan?
NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie vragen naar de archivering van de meldingen vóór het neerhalen
van MH17. De Minister heeft aangegeven dat de meldingen in het MH17-hotspotarchief
zijn opgenomen. Op welke wijze krijgen nabestaanden en onderzoekers in de toekomst
toegang tot dit archief, en is de toegankelijkheid vergelijkbaar met andere MH17-stukken
die in archieven zijn opgenomen?
De leden van de NSC-fractie merken op dat de Minister verwijst naar de European Union
Aviation Safety Agency (EASA) als toezichthouder op de toepassing van de meldingen.
Acht de Minister het voldoende dat toezicht uitsluitend via een Europese instantie
plaatsvindt? Hoe wordt de Kamer betrokken bij de evaluatie van dit toezicht, zodat
de parlementaire controle daadwerkelijk geborgd is?
De leden van de NSC-fractie vragen daarnaast hoe de informatievoorziening aan luchtvaartmaatschappijen
op dit moment is geregeld bij escalaties in risicogebieden. Zij wijzen op de recente
onrust in het Midden-Oosten, met onder meer militaire spanningen in Iran, Israël en
Libanon. Hoe wordt gewaarborgd dat luchtvaartmaatschappijen tijdig en volledig de
juiste informatie ontvangen? Worden hiervoor uitsluitend internationale Notices to
Airmen (NOTAM’s) en EASA-bulletins gebruikt, of deelt de Nederlandse overheid via
de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de Expertgroep
Dreigingsinformatie ook vertrouwelijke inlichtingen met maatschappijen? Kan de Minister
aangeven hoe deze expertgroep in de praktijk functioneert, hoe vaak zij bijeenkomt
en hoe wordt geborgd dat ook kleinere luchtvaartmaatschappijen van deze informatie
profiteren?
De leden van de NSC-fractie vragen verder of de Minister overweegt een bindend instrumentarium
te creëren om vliegen boven bepaalde conflictgebieden te verbieden, zoals eerder in
moties is bepleit. Kan de Minister uiteenzetten hoe hij de balans ziet tussen de verantwoordelijkheid
van luchtvaartmaatschappijen zelf en het toezicht van de overheid, mede in het licht
van de nieuwe pilot van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) die risicobeoordelingen
achteraf controleert? Wanneer wordt deze pilot geëvalueerd en kan de Kamer een tussenrapportage
ontvangen?
De leden van de NSC-fractie vragen ook hoe de Minister borgt dat internationale kennis
en best practices, zoals voortkomend uit het Safer Skies-initiatief, structureel worden
teruggekoppeld naar de nationale procedures. Welke lessen uit recente internationale
conferenties en ICAO-afspraken zijn inmiddels verwerkt in het Nederlandse beleid?
De leden van de NSC-fractie merken op dat het aantal incidenten met orde verstorende
passagiers blijft toenemen. Zij vragen de Minister op welke onderzoeken de stelling
is gebaseerd dat een nationale zwarte lijst juridisch niet mogelijk is en of deze
onderzoeken met de Kamer kunnen worden gedeeld. Hoe verhoudt deze conclusie zich tot
bestaande instrumenten zoals TankAlert, de collectieve horecaontzegging en het Extern
Verwijzingsregister? Is de Autoriteit Persoonsgegevens gevraagd om een toets van een
conceptprotocol en, zo nee, waarom niet? Kan de Minister daarnaast toelichten hoe
het onderzoek naar een Europese lijst vordert, en welke rol Nederland binnen een EU-coalitie,
zoals de #NotOnMyFlight-campagne, bereid is te nemen?
De leden van de NSC-fractie wijzen op de rapportages van de ILT en de Europese onderzoeken
naar vermoeidheid onder piloten, waaruit onder meer blijkt dat een aanzienlijk deel
van de piloten ervaart dat vermoeidheid slecht wordt gemanaged en regelmatig boven
de wettelijke limieten wordt gevlogen. Hoe beoordeelt de Minister deze signalen, mede
in het licht van de veiligheidscultuur bij maatschappijen? Is de Minister bereid datalevering
door maatschappijen aan de evaluatie van de Flight and Duty Time Limitations (FTL)
verplicht te stellen in plaats van vrijwillig te laten? Hoe beoordeelt de Minister
de toenemende inzet van Commander’s Discretion, en is hij bereid dit bij de Europese
Commissie te agenderen met het oog op aanscherping van de criteria? Zal de Minister
zich er bovendien voor inzetten dat EASA vermoeidheidsrapportagesystemen verplicht
stelt?
De leden van de NSC-fractie constateren dat vermoeidheid en een zwakke veiligheidscultuur
vaak samenhangen met de opkomst van atypische contracten voor piloten, die de druk
op de cockpit vergroten. Zij vragen hoe de Minister zich inzet voor een gelijk Europees
speelveld op arbeidsnormen, en of hij bereid is maatregelen in de herziening van Verordening
1008/2008 op te nemen die sociale normen koppelen aan veiligheid. Is de Minister tevens
bereid zich in te zetten voor een Europees verbod op zelfstandige contracten voor
vliegend personeel, om te voorkomen dat piloten zich door contractuele druk gedwongen
voelen om onveilige beslissingen te nemen?
De leden van de NSC-fractie wijzen ten slotte op de toenemende ongelijkheid in normen
tussen Europese maatschappijen en luchtvaartmaatschappijen uit derde landen, met lagere
eisen op het gebied van werktijden, veiligheid en duurzaamheid. Hoe beoordeelt de
Minister het risico dat hierdoor een tweedeling ontstaat binnen de luchtvaartmarkt?
Is de Minister bereid zich er in Brussel voor in te zetten dat in luchtvaartverdragen
bindende en afdwingbare afspraken worden opgenomen, waaronder gelijkwaardige FTL,
gebaseerd op wetenschappelijke standaarden, en dat naleving voorafgaand aan markttoegang
wordt getoetst?
De leden van de NSC-fractie merken op dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)
in juni 2025 heeft vastgesteld dat de geadviseerde aanpassingen aan het landingssysteem
van de Oostbaan, noodzakelijk om te verzekeren dat widebody-toestellen de minimale
drempelhoogte halen, nog niet zijn uitgevoerd. De OVV waarschuwt dat gebruik van deze
baan tot verhoogde operationele risico’s blijft leiden. Deze leden vragen of de Minister
bereid is toe te lichten welke concrete maatregelen tot nu toe zijn genomen en waarom
uitvoering uitblijft. Kan de Minister aangeven binnen welk tijdpad deze aanpassingen
wél zijn gepland? En hoe borgt hij dat baanonderhoud of infrastructuurplanning nooit
ten koste gaat van vliegveiligheid?
BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie constateren dat het zonnepark nabij de Polderbaan ernstige
vliegveiligheidsrisico’s heeft opgeleverd door lichtschittering. Deze leden vragen
hoe het kan dat een zonnepark van deze omvang is vergund zonder harde toets op vliegveiligheid.
Hoe wordt geborgd dat dit in de toekomst niet opnieuw gebeurt, zowel bij Schiphol
als bij andere luchthavens? Daarnaast vragen deze leden waarom de Staat 6,84 miljoen
euro bijdraagt aan de oplossing, terwijl dit in de eerste plaats het gevolg is van
keuzes van de exploitant en de gemeente Haarlemmermeer. Welke waarborgen zijn er dat
dit geen precedent vormt?
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van het convenant om vogelaanvaringen
te reduceren. Deze leden vragen de Minister toe te lichten hoe deze afspraken in de
praktijk gaan uitwerken voor de boeren en grondeigenaren in de omgeving van Schiphol.
Wordt er bijvoorbeeld opnieuw gestuurd op verjaging of reductie van populaties ganzen
en andere vogels en, zo ja, wie draagt de lasten daarvan? Ook vragen deze leden welke
garantie er is dat de uitvoering van dit convenant niet leidt tot nieuwe verplichtingen
of lasten voor boeren. Vindt er goed overleg plaats met de sector?
De leden van de BBB-fractie hebben gelezen dat de actualisaties van het NLR laten
zien dat externeveiligheidsrisico’s rond luchthavens beperkt kleiner zijn geworden.
Kan de Minister aangeven hoe deze risico’s zich verhouden tot de geplande woningbouw
in de nabijheid van luchthavens? Daarnaast vragen deze leden naar de inzet van de
Minister bij de EASA rond de Extended Minimum Crew Operations (eMCO). Kan de Minister
bevestigen dat Nederland blijft vasthouden aan het principe van twee piloten in de
cockpit, zolang de veiligheid van alternatieven niet onomstotelijk vaststaat?
De leden van de BBB-fractie hebben thans kennisgenomen van de acties van Extinction
Rebellion in het beveiligde gebied van Schiphol. Deze leden vragen hoe het mogelijk
is dat actievoerders met ongeldige instapkaarten het beveiligde gebied hebben kunnen
betreden en welke structurele maatregelen Schiphol neemt om dit te voorkomen. Ook
vragen deze leden of de Minister erkent dat dergelijke acties onaanvaardbare risico’s
voor de vliegveiligheid en de openbare orde met zich meebrengen en of wordt overwogen
de strafmaat hiervoor te verzwaren.
De leden van de BBB-fractie zijn benieuwd naar de laatste stand van zaken wat betreft
het aerotoxic syndrome. Deze leden hebben hier in het verleden meermaals aandacht
voor gevraagd en zijn benieuwd hoe het proces van erkenning dat het een bedrijfsziekte
is, ervoor staat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.