Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Verkuijlen over het bericht ‘Reders dreigen Nederlandse vlag vaarwel te zeggen na discriminatie-uitspraak’
Vragen van het lid Verkuijlen (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Reders dreigen Nederlandse vlag vaarwel te zeggen na discriminatie-uitspraak» (ingezonden 22 augustus 2025).
Antwoord van Minister Tieman (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 3 september
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel ««Reders dreigen Nederlandse vlag vaarwel te zeggen
na discriminatie-uitspraak»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe ziet u deze uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens, tegen het hanteren
van het woonlandbeginsel, in verhouding tot de internationale positie van de Nederlandse
zeevaart en wat betekent de uitspraak, hoewel niet bindend, volgens u voor het gelijke
speelveld in de internationale zeevaart?
Antwoord 2
Het woonlandbeginsel is een wereldwijd geaccepteerd en erkend principe binnen de bestaande
systematiek van mondiale arbeidsvoorwaarden in de zeevaart. Nederland onderschrijft
dat beginsel. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde in 1997 dat toepassing
van het woonlandbeginsel geen verboden onderscheid oplevert, maar oordeelt hier nu
anders over.
Dit kan gevolgen hebben voor de Nederlands gevlagde schepen en ook voor andere vlaggen
die het woonlandbeginsel toepassen. Een mondiale standaard is voorwaardelijk voor
het behoud van een gelijk speelveld in de zeevaart, wat bij uitstek een internationale
bedrijfstak is.
Vraag 3
Heeft deze uitspraak volgens u risico tot «uitvlagging» van de Nederlandse vlag en
hoe gaat u dat eventuele risico in kaart brengen?
Antwoord 3
Hoewel oordelen van het College voor de Rechten van de Mens niet juridisch bindend
zijn, kunnen de betrokken zeevarenden wel een gerechtelijke procedure in gang zetten.
Indien daaruit een voor de sector negatieve uitspraak voortvloeit, kan dat verstrekkende
gevolgen hebben voor de concurrentiepositie van Nederlands gevlagde zeeschepen en
het Nederlands maritieme cluster als geheel. Reders kunnen dan mogelijk uitwijken
naar landen met niet-kwaliteitsvlaggen.
Thans is het maritiem cluster goed voor ongeveer 3,1% van de werkgelegenheid in Nederland
en voor ongeveer 3,5% van het bruto binnenlands product. Er zal een onderzoek worden
uitgevoerd naar de effecten voor de Nederlandse maritieme sector waarbij in kaart
wordt gebracht wat het loslaten van het woonlandbeginsel en de daarmee mogelijk gepaard
gaande daling van het aantal zeeschepen in het Nederlandse register betekent.
Vraag 4
Vormt deze uitspraak volgens u aanvullend een bedreiging voor de toekomst van de arbeidsmarkt
voor Nederlandse zeevarenden, die nauw verbonden is met een vloot onder Nederlandse
vlag?
Antwoord 4
Een negatieve uitspraak in een gerechtelijke procedure heeft inderdaad ook ongunstige
gevolgen voor Nederlandse zeevarenden. Nederlandse zeevarenden zijn bij uitstek werkzaam
op de Nederlandse vloot. Zeevarenden hebben belang bij deugdelijke, in mondiaal verband
vastgestelde arbeidsvoorwaarden.
Om die reden staan het Ministerie van IenW en het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, dat primair verantwoordelijk is voor arbeidsvoorwaarden, in nauw
overleg met de betrokken maritieme sociale partners.
Vraag 5
In hoeverre bent u van mening dat de zeevaart van onmiskenbaar belang is voor het
versterken van de strategische autonomie en weerbaarheid van Nederland?
Antwoord 5
De zeevaartsector draagt bij aan het borgen van nationale strategische belangen en
autonomie, in de context van klimaatadaptatie, energietransitie, maar ook militaire
veiligheid en bescherming van vitale infrastructuur op zee.
De zeevaart is een belangrijke schakel in het hele maritieme cluster. Ook gelet op
de huidige geopolitieke situatie, draagt een robuuste zeevaartsector bij aan de veerkracht
van Nederland bij crisissituaties. Maritieme infrastructuur, zeeschepen en havens
zijn bijvoorbeeld cruciaal voor het transport van militair materieel en personeel.
Daarnaast dragen Nederlandse gevlagde schepen, maritieme kennis en technologieën bij
aan de maritieme veiligheid en defensiecapaciteiten.
Vraag 6
Hoe bent u van de plan het aantal schepen onder de Nederlandse vlag te waarborgen
en te versterken en heeft u hiervoor concrete maatregelen op het oog, bijvoorbeeld
het uitvoeren van een onderzoek met betrekking tot bovenstaande vragen?
Antwoord 6
Zoals aangegeven bij vraag 3, zal een onderzoek worden uitgevoerd naar de potentiële
effecten voor de Nederlandse maritieme sector waarbij in kaart wordt gebracht wat
het loslaten van het woonlandbeginsel en de daarmee mogelijk gepaard gaande daling
van het aantal zeeschepen in het Nederlandse register betekent. De rijksoverheid blijft
zich actief inzetten voor en investeren in de sector, onder andere via het Maritiem
Masterplan, de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie en de Nederlandse Maritieme Autoriteit
(NLMA), waarbij het behoud van Nederlands gevlagde zeeschepen van grote waarde is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.