Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Teunissen over het opzeggen van de Culturele Overeenkomst met Israël n.a.v. moord journalisten
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het opzeggen van de Culturele Overeenkomst met Israël naar aanleiding van de gerichte moord op journalist Anas al-Sharif in Gaza en vier andere journalisten (ingezonden 12 augustus 2025).
Antwoord van Minister Brekelmans (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 3 september 2025)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht van de NOS over de gerichte moord op Anas al-Sharif
en vier andere journalisten door het Israëlische leger, van de verklaring van de Nederlandse
Vereniging van Journalisten (NVJ) waarin zij hun afschuw uitspreken en oproepen tot
meer maatregelen, en tevens van de verklaring van de internationale journalistenvereniging
Reporters Without Borders met eenzelfde boodschap?1
2
3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Erkent u dat de structurele moorden door Israël op journalisten in Gaza en ander illegaal
bezet gebied een ernstige schending vormen van het oorlogsrecht, de persvrijheid en
het recht op informatie in Palestina en Israël? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat de structurele moorden door Israël op journalisten passen in een breder
patroon van schendingen van het oorlogsrecht en humanitair recht door Israël? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Het kabinet maakt zich ernstig zorgen over de oorlog in de Gazastrook en het hoge
aantal burgerslachtoffers dat hierbij valt, onder wie journalisten.
Journalisten moeten hun belangrijke werk in vrijheid en veiligheid kunnen uitvoeren.
Het kabinet roept op alle mogelijke manieren zowel Hamas als de regering-Netanyahu
op om te handelen in overeenstemming met het humanitair oorlogsrecht, waarbinnen aanvallen
op burgers een ernstige schending zijn. De toenemende internationale berichtgeving
over gerichte aanvallen op journalisten, hetgeen zou neerkomen op schendingen van
het humanitair oorlogsrecht, baart het kabinet dan ook ernstige zorgen.
Vraag 4
Bent u het eens dat Nederland zo veel mogelijk maatregelen moet instellen richting
Israël om genocide te voorkomen en alleen dan haar eigen verplichting onder het genocideverdrag
volbrengt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nederland heeft de plicht zich in te spannen om genocide te voorkomen op basis van
het Genocideverdrag. De manier waarop invulling dient te worden gegeven aan deze inspanningsverplichting
is niet eenduidig en hangt van verschillende factoren af. Nederland neemt elk risico
op genocide zeer serieus.
Nederland heeft al langere tijd stappen ondernomen om de situatie op de grond naar
vermogen te verbeteren. Zoals ook in de Kamerbrieven van 21 januari jl., 18 juni jl.,
en 28 juli 2025 is omschreven, en in meerdere debatten met uw Kamer uiteengezet, zet
het kabinet daarbij in op een combinatie van druk en dialoog.
Vraag 5
Bent u bereid om uw verantwoordelijke collega-ministers in Israël die moeten toezien
op de persvrijheid openlijk aan te spreken op de aantasting van persvrijheid door
Israël en het geweld richting journalisten?
Antwoord 5
In rechtstreekse contacten met de Israëlische autoriteiten benadrukt het kabinet,
in lijn met motie Ceder4, het belang van persvrijheid en de veilige toegang voor (internationale) journalisten
tot de Gazastrook. Nederland onderstreept bovendien dat journalisten nooit tot doelwit
mogen worden gemaakt. Het kabinet blijft dit doen.
Vraag 6
Op welke manier spant u zich ervoor in om de veiligheid en persvrijheid te waarborgen
van Nederlandse journalisten die verslag doen van de genocide op de Palestijnen en
de illegale bezetting van Palestijns grondgebied?
Antwoord 6
Persvrijheid, en in ruimere zin vrijheid van meningsuiting, is sinds jaar en dag één
van de belangrijkste prioriteiten binnen het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Nederland
blijft zich hiervoor hard maken.
Naast dat Nederland dit bilateraal en multilateraal aan de orde stelt, heeft het kabinet
het afgelopen jaar onder andere extra middelen (0,5 miljoen euro) vrijgemaakt voor
het werk van Free Press Unlimitedin de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever en extra steun voor de onderzoekscapaciteit
van het VN Mensenrechtenkantoor in de Palestijnse Gebieden (2 miljoen euro). Nederland
heeft er mede voor gezorgd dat er op 21 augustus jl. een gezamenlijke verklaring5 van de Media Freedom Coalition is uitgegaan over het belang mediavrijheid en veiligheid van journalisten in Gaza.
Ten aanzien van de wereldwijd inzet op persvrijheid organiseerde Nederland samen met
Free Press Unlimitedtijdens de Mensenrechtenraad in maart jl. een high level evenement over het belang
van mediavrijheid en veiligheid van journalisten in conflictsituaties. Daarnaast zijn
via het Safety for Voices-programma (10 miljoen euro voor 2023–2027) in 2024 meer dan tweeduizend journalisten
in nood geholpen.
Vraag 7
Bent u bereid om de Culturele Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en
de Staat Israël op te schorten om zo druk uit te oefenen op Israël en er alles aan
te doen om een genocide op de Palestijnen te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het kabinet vindt dat de oorlog moet stoppen en dat de regering-Netanyahu van koers
moet veranderen. Zoals ook in de Kamerbrieven van 21 januari jl., 18 juni jl., en
28 juli 2025 is omschreven, en in meerdere debatten met uw Kamer gewisseld, zet het
kabinet zich daarvoor in door middel van een combinatie van druk en dialoog. Het doorsnijden
van culturele banden maakt daarvan geen deel uit.
Vraag 8
Bent u bereid om een ministeriële richtlijn op te stellen voor Nederlandse universiteiten,
hogescholen en culturele organisaties om samenwerkingen met Israëlische entiteiten
niet voort te zetten zolang Israël zich niet terugtrekt uit illegaal bezet gebied
en niet uitgesloten kan worden dat Israël bezig is met een genocide op de Palestijnen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
De keuze van Nederlandse hoger onderwijsinstellingen en culturele organisaties om
samenwerkingsverbanden aan te gaan en/of op te schorten met buitenlandse instellingen
vormt onderdeel van hun institutionele autonomie. Het kabinet laat besluitvorming
over samenwerkingen met Israëlische instellingen en organisaties dan ook aan hen.
Binnen de academische gemeenschap en culturele instellingen vindt een open en stevige
discussie plaats over op welke terreinen, met welke instellingen en op welke manier
internationaal wordt samengewerkt. Daarbij kan een instelling onder meer ethische
vraagstukken, kennisveiligheidsoverwegingen en kansen op nieuwe wetenschappelijke
inzichten of culturele verrijking meenemen in de besluitvorming. Voor Nederlandse
hoger onderwijsinstellingen geldt dat de toenmalige Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap in mei 2024 een aantal uitgangspunten heeft meegegeven om mee te nemen
in de besluitvorming bij het aangaan van internationale samenwerkingen. Ondertussen
hebben veel Nederlandse universiteiten en een aantal hogescholen ethische commissies
ingesteld of kaders ontwikkeld die adviseren of een leidraad vormen bij het aangaan,
opschorten en/of opzeggen van gevoelige (internationale) samenwerkingen. Besluiten
over internationale samenwerkingen en continuering daarvan worden dus zorgvuldig afgewogen.
Vraag 9
Bent u bereid deze moord en de bredere trend van aanvallen op media door Israël te
agenderen in de eerstvolgende Europese OJCS-raad en te pleiten voor concrete maatregelen
die de Europese Unie kan treffen richting Israël, en bent u tevens bereid om in deze
raad te pleiten voor het opschorten van het EU-Israël Associatieverdrag? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
Het kabinet volgt de zorgwekkende ontwikkelingen in Israël en de Palestijnse Gebieden
nauwgezet en beziet steeds welke stappen het kan zetten om de situatie ten goede te
keren. Het kabinet is hierover ook actief in gesprek in EU-verband. Zoals de Kamer
reeds is geïnformeerd in de brief van 28 juli jl.,6 zet Nederland zich in de EU in voor een opschorting van het handelsdeel van de Associatieovereenkomst
tussen de EU en Israël; steunt Nederland het voorstel dat de Europese Commissie heeft
gedaan tot opschorting van de samenwerking tussen Israël en de European Innovation Council (EIC), een onderdeel van Horizon Europe; en blijft Nederland in samenwerking met
gelijkgestemde partners aandringen op een voorstel van de Europese Commissie voor
handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de Israëlische illegale
nederzettingen in bezet gebied, conform de motie Van Campen en Boswijk.7 Om de Nederlandse inzet op EU niveau nogmaals duidelijk te maken, is voorafgaand
aan de Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 29 en 30 augustus 2025 een gezamenlijke
brief met Zweden hierover aan de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, Kaja Kallas, gestuurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.T.M. Hermans, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.