Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over The Hague Group
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over The Hague Group (ingezonden 18 juli 2025).
Antwoord van Minister Brekelmans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 3 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel: «Landen uit het mondiale Zuiden slaan handen ineen
om rechten Palestijnen te beschermen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe lang bent u al bekend met het bestaan van deze groep?
Antwoord 2
Het kabinet is in januari 2025 ingelicht over het bestaan van de The Hague Group.
Vraag 3
Is Nederland uitgenodigd om zich bij deze groep te voegen? Zo ja, wat was daarop uw
antwoord?
Antwoord 3
Nederland heeft eerder wel een uitnodiging ontvangen voor een bijeenkomst van dit
samenwerkingsverband, maar geen officiële uitnodiging om zich te voegen bij deze groep.
Vraag 4
Heeft u overwogen om zelf toenadering tot deze groep te zoeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nederland onderhoudt betrekkingen met de verschillende leden van de The Hague Group
en zet zich zowel in bilateraal als multilateraal verband, waaronder in de EU en VN,
in om de situatie in de Palestijnse Gebieden te verbeteren en een door beide partijen
gedragen tweestatenoplossing te realiseren.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het pijnlijk voor een land als Nederland is dat landen uit het
mondiale Zuiden in nota bene Den Haag een organisatie op moeten richten om het falen
van Nederland en andere westerse landen aan te kaarten inzake Israël en Palestina?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee. Het kabinet geeft, naar vermogen en met partners, invulling aan zijn verplichtingen
onder het internationaal recht om de situatie te verbeteren. Het staat de landen van
de The Hague Group verder vrij om in Den Haag een organisatie op te richten.
Vraag 6
Wat vindt u van de aantijging van de voorzitter van The Hague Group dat sommige westerse
staten weigeren de verplichtingen onder het internationale recht op te volgen? Deelt
u de mening dat hij gelijk heeft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie beantwoording vraag 5.
Vraag 7
Want vindt u van het feit dat verschillende Europese landen hebben aangegeven Benyamin
Netanyahu niet te arresteren als hij op hun grondgebied komt? Deelt u de mening dat
dit een schadelijke ondermijning van het internationaal recht is? Kunt u het Nederlandse
standpunt herbevestigen dat hij wel wordt gearresteerd als hij op Nederlandse bodem
komt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Verdragspartijen bij het Statuut van Rome hebben de plicht om verzoeken tot aanhouding
en overlevering in behandeling te nemen. Het niet uitvoeren van verzoeken tot aanhouding
en overlevering is een tegenslag in de strijd tegen straffeloosheid voor internationale
misdrijven. Bij het vervullen van het mandaat om een einde te maken aan de straffeloosheid
voor de meest ernstige internationale misdrijven is het Internationaal Strafhof namelijk
afhankelijk van de samenwerking van staten, in het bijzonder voor wat betreft de aanhouding
en overlevering van individuen tegen wie een arrestatiebevel is uitgevaardigd. Nederland
is, zowel op basis van het Statuut van Rome als de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof,
verplicht om een verzoek tot aanhouding en overlevering in behandeling te nemen. Aan
die verplichting zal Nederland dan ook voldoen, indien een verzoek tot aanhouding
en overlevering wordt ontvangen. Het kabinet betreurt het dat diverse Europese landen
hebben aangegeven of gesuggereerd hebben dat zij geen gehoor zullen geven aan deze
verplichting en in april heeft het kabinet het Hongaarse besluit om dat daadwerkelijk
niet te doen afgekeurd. Daarnaast heeft het kabinet conform de motie van de leden
Van Baarle en Piri in alle relevante gremia – waaronder de Raad Buitenlandse Zaken
van de Europese Unie – uitgedragen dat de bevelen en het beleid van het Internationaal
Strafhof niet bewust ondermijnd mogen worden.2
Vraag 8
Wat vindt u van de Amerikaanse sancties tegen Verenigde Naties (VN)-rapporteur Fransesca
Albanese? Deelt u de opvatting dat deze sancties politiek gemotiveerd zijn omdat Albanese
kritiek op Israël heeft? Bent u bereid publiekelijk steun naar haar uit te spreken?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Het kabinet betreurt het als personen sancties krijgen opgelegd, mede op grond van
het feit dat zij samenwerken met het Internationaal Strafhof. Het is vanzelfsprekend
mogelijk om het oneens te zijn met de visie van een Speciaal Rapporteur. Ook het kabinet
is kritisch op bepaalde publieke uitlatingen van Speciaal Rapporteur Albanese. Het
Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft deze zorgen meerdere malen op hoogambtelijk
niveau met haar gedeeld. Het kabinet was geen voorstander van haar herbenoeming. Desalniettemin
is Speciaal Rapporteur Albanese benoemd door de VN-Mensenrechtenraad met het mandaat
om onderzoek te doen naar de mensenrechtensituatie in de Palestijnse Gebieden. Het
is van belang dat VN-mandaathouders hun werk onbelemmerd kunnen verrichten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.