Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid van der Plas over het bericht dat een oud-AIVD’er waarschuwt dat brandstichtingen door dierenextremisten “weer terug dreigen te komen”
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat een oud-AIVD’er waarschuwt dat brandstichtingen door dierenextremisten «weer terug dreigen te komen» (ingezonden 8 juli 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 2 september 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2781.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel in De Telegraaf van 7 juli 2025, waarin wordt bericht
over de bezetting van drie slachthuizen in Apeldoorn door naar verluidt circa veertig
radicale dierenactivisten van de groep 269 Libération Animale, en waarin een voormalig medewerker van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(AIVD) waarschuwt dat brandstichtingen door dierenextremisten «weer terug dreigen
te komen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het hierbij ging om een internationale actie, gecoördineerd door extremisten
uit onder meer Frankrijk, Duitsland en Nederland? Hoeveel extremisten namen deel aan
de acties? Hoeveel aanhoudingen zijn er verricht? En hoeveel van de aangehouden extremisten
waren buitenlands staatsburger?
Antwoord 2
Op maandag 7 juli 2025 zijn er 42 actievoerders aangehouden binnen de gemeente Apeldoorn.
Alle aangehouden personen hebben een buitenlandse geboorteplaats. Op een flyer van
de actiegroep stonden te blokkeren bedrijven genoemd in Frankrijk en Nederland. Het
onderzoek van de politie onder gezag van het Openbaar Ministerie (OM) naar de bezettingen
in Apeldoorn is nog in volle gang.
Vraag 3, 4, 5, en 6
Sinds wanneer is de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)/AIVD
op de hoogte van deze groep en hun activiteiten in Nederland en daarbuiten? Is hierover
contact geweest met buitenlandse veiligheidsdiensten?
Hoe beoordeelt u de toegenomen samenwerking van radicaal dierenextremisme over de
landsgrenzen heen? Acht u het risico reëel dat buitenlandse groeperingen in Nederland
aanslagen of andere gewelddadige acties plegen?
Kunt u een overzicht geven van de dreigingsinschatting van de NCTV/AIVD met betrekking
tot deze groep en verwante groeperingen in de afgelopen vijf jaar? Is deze dreiging
in de loop der tijd toegenomen?
Wordt de groep 269 Libération Animale momenteel actief gemonitord door de NCTV, AIVD of andere opsporings- of inlichtingendiensten?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4, 5 en 6
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) doet geen onderzoek
naar groepen of personen, ook niet uit het buitenland, maar duidt wel voortdurend
fenomenen en ontwikkelingen die zich daarin voordoen. De NCTV kan derhalve geen inschatting
maken van de dreiging die mogelijk uitgaat van specifieke groeperingen of personen,
over samenwerkingen tussen groeperingen. De AIVD kan, op basis van de Wet op de Inlichtingen-
en Veiligheidsdiensten (WIV) 2017, geen uitspraken doen over al dan niet lopende onderzoeken
of informatieposities van de dienst.
Beide organisaties rapporteren periodiek over de terroristische en (gewelddadige)
extremistische dreiging voor Nederland. De NCTV rapporteert twee keer per jaar in
het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) over de terroristische en gewelddadige
extremistische dreiging voor Nederland, de belangen die daardoor kunnen worden aangetast
en de weerbaarheid tegen deze dreiging. Hieraan ligt onderzoek ten grondslag naar
alle vormen van terrorisme en gewelddadig extremisme, ongeacht ideologische signatuur.
Uit het laatste Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland d.d. 17 juni 2025 volgt dat er
geen aantoonbare geweldsdreiging van de Nederlandse dierenrechtenbeweging uitgaat.
De AIVD heeft op basis van de Wiv 2017 als taak onderzoek te doen naar organisaties
en personen die een dreiging vormen voor de nationale veiligheid. De AIVD kan via
het jaarverslag rapporteren over de dreigingen voor de nationale veiligheid die zich
in het afgelopen jaar hebben voorgedaan. Daarin is deze groep de afgelopen jaren niet
genoemd.
De laatste jaren is het beeld dat gewelddadige acties van dierenrechtenextremisten,
zoals brandstichting, vrijwel niet voorkwamen. De incidenten van dit jaar zijn nog
in onderzoek bij politie en OM en zijn mogelijk uitzonderingen op dit beeld. Mogelijk
wijzen de recente incidenten op een opleving van extremisme uit die hoek. De NCTV
volgt de ontwikkelingen rondom dit fenomeen nauwlettend. Dit betekent onder meer dat
er met interesse wordt gekeken naar de uitkomsten van de lopende strafrechtelijke
onderzoeken naar bijvoorbeeld de toedracht van de brand bij Plukon.
Ten aanzien van de bredere links-extremistische beweging beschrijft de AIVD in het
jaarverslag van 2024 dat er bij de links-extremistische beweging als geheel, waar
ook dierenrechtenextremisten onder vallen, geen grotere bereidheid is waargenomen
om geweld te gebruiken. Wel zijn enkele acties over diverse onderwerpen harder geworden,
er was daarbij sprake van vernielingen, intimidatie en doxing – het delen van iemands
persoonsgegevens om hem of haar te intimideren. Ook stelt de AIVD dat het grootste
deel van de linkse actie-scene zich nog altijd op activistische wijze blijft uiten,
met soms kleinschalige, soms zeer zichtbare acties rond klimaat, vluchtelingen, woningnood
en rechts-extremisme.
Vraag 7
Wat is uw reactie op de uitspraak van voormalig AIVD'er Hanselman dat de kans op brandstichtingen
door dierenextremisten «reëel» is en dat «we dit weer vaker gaan zien»? Wat is uw
eigen inschatting?
Antwoord 7
De incidenten van dit jaar zijn nog in onderzoek bij politie en OM en zijn mogelijk
uitzonderingen op het dreigingsbeeld zoals geschetst bij vragen 3 tot en met 6. Mogelijk
wijzen de recente incidenten op een opleving van extremisme uit die hoek. De NCTV
volgt de ontwikkelingen rondom dit fenomeen nauwlettend.
Vraag 8
Heeft u informatie dat deze groep of aanverwante netwerken betrokken waren bij eerdere
strafbare feiten in Nederland, zoals de brandstichting bij Plukon in juni of intimidatie
van gedeputeerde Zoet op privéterrein?
Antwoord 8
Op dit moment doet de politie onder gezag van het OM onderzoek naar deze incidenten.
Wij kunnen niet vooruitlopen op de uitkomsten hiervan.
Vraag 9
Wordt onderzocht of sprake is van een criminele of terroristische organisatie in de
zin van de artikelen 140 en 140a van het Wetboek van Strafrecht? Waarom wel of waarom
niet?
Antwoord 9
Op dit moment is het onderzoek van de politie onder gezag van het OM in volle gang.
Of wordt vervolgd en zo ja voor welke strafbare feiten is aan het Openbaar Ministerie.
Vraag 10
Zijn de aangehouden extremisten in Apeldoorn voorgeleid aan een (hulp)Officier van
Justitie? Zijn zij in verzekering gesteld, of zijn zij direct weer vrijgelaten? Voor
welke exacte strafbare feiten zijn zij aangehouden, en welke (verdere) vervolging
wordt overwogen?
Antwoord 10
De 42 in Apeldoorn aangehouden personen zijn voorgeleid aan de hulpofficier van justitie.
Deze personen zijn niet in verzekering gesteld. Zij zijn aangehouden voor huisvredebreuk
(art. 138 Sr) en lokaalvredebreuk (art. 139 Sr). Over verdere vervolging en voor welke
feiten kunnen wij in het kader van het lopende onderzoek nog niet vooruitlopen, dit
is aan het OM.
Vraag 11
Kunt u in overleg treden met het Openbaar Ministerie om ervoor te zorgen dat de aangehouden
dierenextremisten daadwerkelijk vervolgd worden?
Antwoord 11
Het is aan het OM om te bepalen, op basis van een strafrechtelijk onderzoek, of overgegaan
wordt op strafrechtelijke vervolging. Het is niet aan de Minister van Justitie en
Veiligheid om daar in te treden.
Vraag 12
Deelt u de mening dat de rechterlijke uitspraak in de zaak-Boxtel waarbij werd geoordeeld
dat illegale bedrijfsvestiging onder het demonstratierecht kan vallen, zonder het
aanpassen van wetgeving, een uitnodiging vormt voor meer, en mogelijk ernstigere,
extremistische of terroristische acties tegen bedrijven in de voedselketen?
Antwoord 12
Laten we vooropstellen dat alle gewelddadige acties tegen bedrijven of (eigendommen
van) personen onacceptabel zijn. Ruimte voor kritiek, protest, demonstraties en ander
activisme is essentieel in onze democratische rechtsorde. Tegelijkertijd mag deze
ruimte nooit een vrijbrief zijn voor het plegen van strafbare feiten.
Er is sprake van een onafhankelijk rechterlijk vonnis; het is niet aan mij als Minister
om dat inhoudelijk te becommentariëren.
Het is aan de rechter om te oordelen over de toepassing van de vrijheid van meningsuiting
(artikel 10 EVRM) en/of de vrijheid van betoging (de vrijheid van vereniging en vergadering,
artikel 11 EVRM) in een concreet geval. Daarbij beoordeelt de rechter of een bepaalde
zaak binnen de reikwijdte van (één van) deze artikelen valt en of het maken van een
inmenging op deze rechten door strafrechtelijk optreden gerechtvaardigd is in de omstandigheden
van het geval. In een voorkomend geval weegt de rechter het recht op eigendom (artikel 1
Eerste Protocol EVRM) af tegen de vrijheid van meningsuiting en/of de vrijheid van
betoging (artikelen 10 resp. 11 EVRM).
Het is aan de rechter om per geval – in het kader van proportionaliteit en subsidiariteit
– te beoordelen of een inbreuk op het eigendomsrecht is gerechtvaardigd binnen de
context van een demonstratie. Daarbij kijkt de rechter bijvoorbeeld naar het karakter
van de demonstratie en de mate van de inbreuk op het eigendomsrecht.
Dat kan betekenen dat de rechter in een concreet geval kan oordelen dat vrijspraak
dient te volgen op grond van toetsing aan artikelen 10 en/of 11 EVRM, zoals in het
arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 december 2024 (ECLI:NL:GHSHE:2024:4005, Hoge Raad, 20-003576-19). In dit arrest oordeelde het gerechtshof ’s-Hertogenbosch dat de «wederrechtelijkheid»
van het binnendringen niet wettig en overtuigend was bewezen, omdat de desbetreffende
demonstratie binnen de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit was gebleven.
Er zijn ook voorbeelden waar de rechter heeft geoordeeld dat strafbaar optreden wel
verenigbaar was met artikelen 10 en 11 EVRM, zoals het arrest van de Hoge Raad van
8 februari 2022 over lokaalvredebreuk bij de bouwvakbeurs bij de RAI (ook artikel 138 lid 1 Sr)(ECLI:NL:HR:2022:126, Hoge Raad, 20/02710).
Vraag 13
Bent u bereid om het actuele inlichtingenbeeld over dierenextremisme te actualiseren,
te herijken en (vertrouwelijk) met de Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Zoals aangegeven in het antwoord op de vragen 3, 4, 5 en 6 rapporteert de NCTV twee
keer per jaar in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) over de terroristische
en (gewelddadige) extremistische dreiging voor Nederland, de belangen die daardoor
kunnen worden aangetast en de weerbaarheid tegen deze dreiging. Op het moment dat
er zich ontwikkelingen voordoen waarbij uitingen worden gedaan of acties plaatsvinden
vanuit de dierenrechtenbeweging die de lat van extremisme (of zelfs terrorisme) halen,
zal de NCTV hierover rapporteren.
Dit geldt ook voor de AIVD. De AIVD kan via het jaarverslag in het openbaar rapporteren
over de dreigingen voor de nationale veiligheid van dat jaar. Daarnaast kan ook de
AIVD, indien daar aanleiding voor is, partners via de geëigende kanalen informeren.
Vraag 14
Bent u bereid om te onderzoeken of bepaalde extremistische dierenrechtenorganisaties,
zoals het Animal Liberation Front en 269 Libération Animale, kunnen worden aangemerkt
als terroristische of criminele groeperingen?
Antwoord 14
Als er voldoende aanwijzingen zijn dat personen of organisaties betrokken zijn bij
terroristische activiteiten kan de Minister van Buitenlandse Zaken, in overeenstemming
met de Minister van Financiën en de Minister van Justitie en Veiligheid, deze personen
of organisaties op de nationale sanctielijst terrorisme plaatsen. Voldoende aanwijzingen
zijn onder meer de instelling van een onderzoek of vervolging door een bevoegde instantie
wegens een terroristische activiteit, een veroordeling door de rechter of een ambtsbericht
van de AIVD dat geloofwaardige indicaties bevat van betrokkenheid van een persoon
of organisatie bij een terroristische activiteit of poging daartoe.
Het plaatsen van personen of organisaties op de sanctielijst is een vergaande en ingrijpende
maatregel. Per persoon of organisatie wordt nauwgezet gekeken naar de omstandigheden
en de aanwijzingen. Daarbij is en blijft maatwerk geboden. Voor zover bekend is iets
dergelijks niet voorhanden in relatie tot deze groep en is er dus geen juridische
basis om de in de vraag genoemde organisaties op de Nederlandse sanctielijst terrorisme
te plaatsen.
Vraag 15
Hoe worden bedrijven in de voedselketen waaronder slachterijen, kalverhouders, transporteurs
en pluimveebedrijven op dit moment actief en preventief beschermd tegen sabotage,
inbraak of brandstichting door dierenextremisten? Is er structurele ondersteuning,
of zijn zij hiervoor op zichzelf aangewezen?
Antwoord 15
Wij begrijpen dat ongewenste activiteiten op het eigen erf of bedrijf grote impact
hebben op ondernemers. Het is primair de verantwoordelijkheid van de ondernemer zelf
om hiertegen op te treden bij de ondernemer zelf. Hierbij probeert de overheid waar
mogelijk te ondersteunen. Er zijn verschillende maatregelen die ondernemers zelf kunnen
treffen. De Platforms Veilig Ondernemen helpen ondernemers in het weerbaar worden
tegen criminaliteit, waaronder inbraak en diefstal. Bij concrete signalen van dreigingen
worden ondernemers verzocht dit te signaleren bij de politie. Agrariërs kunnen desgewenst
ook contact opnemen met de vertrouwenspersonen van de brancheorganisaties LTO-Noord,
ZLTO en LTTB.
Vraag 16
Bestaan er draaiboeken of scenario’s voor overheidsoptreden bij dit soort gecoördineerde
bezettingen of sabotageacties? Worden deze afgestemd met de veiligheidsregio’s, politie
en sectorpartijen?
Antwoord 16
Het lokaal gezag is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde.
Dat betekent dat door de lokale driehoek bestaande uit de burgemeester, de politie
en het OM wordt opgetreden waar nodig. Er bestaan standaardprocedures en maatregelen
die bij dergelijke acties ingezet kunnen worden. Zo heeft de politie in afstemming
met het OM, naar aanleiding van eerdere incidenten in de landbouwsector, een handelingskader
opgesteld met (operationele) handvatten dat is bedoeld voor intern gebruik bij de
politie.
Vraag 17
Bent u bereid om structureel overleg te voeren met belangenorganisaties in de voedselketen,
zoals LTO Nederland, COV, Nepluvi en Vee&Logistiek, om veiligheidsmaatregelen te bespreken?
Antwoord 17
Onlangs hebben de sectorpartijen LTO, POV en Vee & Logistiek Nederland de Minister
van Justitie en Veiligheid en de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid,
Natuur per brief op de hoogte gebracht van de meldingen die zijn binnengekomen bij
het Meldpunt Agro-Intimidatie. Dat meldpunt heeft LTO begin dit jaar opgezet om boeren,
veetransporteurs en veehandelaren een laagdrempelige manier te bieden om melding te
maken van hun persoonlijke ervaringen met treiterij, intimidatie en bedreiging. De
Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur zullen deze partijen uitnodigen voor een gesprek.
Vraag 18
Herkent u de bredere trend dat ideologisch gemotiveerde, ontwrichtende acties tegen
de voedselketen vaker voorkomen, waarbij de grens tussen activisme en extremisme vervaagt?
Hoe positioneert u dit fenomeen in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland?
Antwoord 18
Zoals eerder toegelicht in antwoord op vraag 3 tot en met 6, zijn gewelddadige acties
uit de hoek van dierenrechtenextremisten de afgelopen jaren zeldzaam. De incidenten
van dit jaar zijn nog in onderzoek bij politie en OM en zijn mogelijk uitzonderingen
op dit beeld. Mogelijk wijzen de recente incidenten op een opleving van extremisme
uit die hoek. De NCTV rapporteert in het DTN over allerlei vormen van terrorisme en
gewelddadig extremisme, ongeacht ideologische signatuur. De NCTV volgt de ontwikkelingen
nauwlettend. Op het moment dat er zich ontwikkelingen voordoen waarbij uitingen worden
gedaan of acties plaatsvinden vanuit de dierenrechtenbeweging die de lat van gewelddadig
extremisme (of zelfs terrorisme) halen, dan zal de NCTV ook hierover rapporteren.
Vraag 19
Kunt u deze vragen binnen een week beantwoorden, mede gelet op de urgentie van het
onderwerp, namelijk de dreiging van meer aanslagen, bezettingen en brandstichtingen,
en de eerdere, nog onbeantwoorde Kamervragen die op 19 juni 2025 gesteld zijn?2
Antwoord 19
In verband met de vereiste afstemming en zorgvuldigheid bij de beantwoording van de
vragen, is het helaas niet gelukt om de vragen binnen de reguliere termijn te beantwoorden.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Plas
(BBB), ingezonden 19 juni 2025 (vraagnummer 2025Z12766
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.