Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Communicatieplannen grote fondsen laten tegenvallers onbesproken’
Vragen van het lid Saris (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Communicatieplannen grote fondsen laten tegenvallers onbesproken» (ingezonden 2 september 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Communicatieplannen grote fondsen laten tegenvallers
onbesproken»?1
Vraag 2
Wat is uw duiding van de constatering van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dat
veel communicatieplannen lacunes bevatten?
Vraag 3
Onderschrijft u de aansporing van de AFM aan fondsen om na te denken over de communicatie
bij het scenario dat de ambities voor de overgang niet worden gehaald en dit te verwerken
in het communicatieplan? Zo ja, hoe bent u voornemens dat onder de aandacht te brengen
bij pensioenfondsen?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de recente turbulente ontwikkelingen in de wereld waar de AFM
op wijst het belang onderstrepen van tijdige en realistische communicatie aan deelnemers
over de voordelen en nadelen van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u het gegeven dat diverse grote fondsen die per 1 januari 2026 overgaan
naar het nieuwe stelsel in tegenspraak met de wens van de AFM niets hebben vastgelegd
in hun communicatieplan over wat ze gaan doen bij tegenvallers?
Vraag 6
Hoeveel (gewezen) pensioendeelnemers vertegenwoordigen Pensioenfonds Zorg en Welzijn
(PFZW), Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) en Detailhandel gezamenlijk?
Vraag 7
Deelt u de mening dat het hier gaat om een substantiële groep deelnemers, en dat deze
groep in de communicatie ook gewezen moet worden op mogelijke tegenvallers? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 8
Ziet u aanleiding om de wettelijke vereisten voor pensioencommunicatie aan te scherpen
op basis van de ervaringen met de koplopers en het recente transitiebulletin van de
AFM? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ilse Saris, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.