Schriftelijke vragen : De belastingkwestie rond kerkelijke vastgoed in Jeruzalem
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de belastingkwestie rond kerkelijke vastgoed in Jeruzalem (ingezonden 1 september 2025).
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van de berichten dat de gemeentelijke overheid van Jeruzalem
               opnieuw onroerendgoedbelastingaanslagen oplegt aan kerken en christelijke instellingen
               in Jeruzalem?1
Vraag 2
            
Klopt het dat de lokale autoriteiten van Jeruzalem sinds enige tijd pogingen ondernemen
               om eigendommen van kerken te belasten die niet expliciet als gebedshuis of klooster
               functioneren, zoals gasthuizen, scholen en culturele instellingen en inmiddels de
               bankrekening van de Grieks-Orthodoxe patriarchaat is geblokkeerd?
            
Vraag 3
            
Klopt het dat er inmiddels een bericht is uitgestuurd om een executieverkoop te houden
               voor bezit van de Armeens-apostolische kerk? Hoe beoordeelt u deze situatie en bent
               u bereid het gesprek aan te gaan met Israëlische (lokale) autoriteiten ten aanzien
               van deze kwestie en te pleiten voor een bevriezing en het opnieuw overgaan tot overleg
               voor een definitieve oplossing?
            
Vraag 4
            
Deelt u de zorg van kerkelijke leiders dat deze stap het bestaan van kerken en bijbehorende
               sociale en pastorale activiteiten in Jeruzalem bedreigt? Wat is uw appreciatie van
               hun verklaring dat dit de status quo, die sinds de Ottomaanse tijd geldt, ernstig
               schaadt?
            
Vraag 5
            
Acht u het terecht dat deze kwestie opnieuw oplaait, terwijl in 2018 na internationale
               druk en lokale protesten de belastingplannen van tafel zijn gehaald? Wat is er sindsdien
               veranderd aan de juridische of politieke context die de lokale autoriteiten hiertoe
               beweegt?
            
Vraag 6
            
Hoe beziet u deze berichten in het licht van het bevorderen van mensenrechten, waaronder
               het recht op vrijheid van godsdienst?
            
Vraag 7
            
In hoeverre is er contact geweest met lokale kerkleiders en/of Europese diplomatieke
               partners over deze belastingaanslagen en de impact op hun activiteiten en de christelijke
               aanwezigheid in Jeruzalem?
            
Vraag 8
            
Welke mogelijkheden ziet u om bilateraal de Israëlische (lokale) autoriteiten aan
               te spreken op het belang van het behoud van religieuze pluriformiteit en godsdienstvrijheid
               in Jeruzalem, inclusief het respecteren van bestaande vrijstellingen en afspraken?
            
Vraag 9
            
Bent u bereid dit onderwerp onder de aandacht te brengen in gesprekken met Israëlische
               (lokale) autoriteiten en expliciet te pleiten voor het behoud van het religieus-culturele
               erfgoed van christelijke gemeenschappen in Jeruzalem?
            
Vraag 10
            
Welke signalen ontvangt het kabinet verder over de ontwikkelingen op het gebied van
               veiligheid van christelijke gemeenschappen in Jeruzalem? Bent u bijvoorbeeld bereid
               om berichten over gespuug op christenen in Jeruzalem mee te nemen in overleggen met
               Israëlische autoriteiten en aan te dringen op passende maatregelen?
            
Vraag 11
            
Welke inzet levert Nederland op dit moment voor de bescherming van christelijke minderheden
               en instellingen in Israël, mede gezien het bredere belang van geloofsvrijheid in de
               regio?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Don Ceder, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
          