Nota van wijziging (initiatiefvoorstel) : Tweede nota van wijziging
36 178 Voorstel van wet van de leden Paulusma, Becker, Westerveld, Van Nispen en Kostić tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met het strafbaar stellen van handelingen gericht op het veranderen of onderdrukken van de seksuele gerichtheid, genderidentiteit of genderexpressie (Wet strafbaarstelling conversiehandelingen)
Nr. 11 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 29 augustus 2025
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel B, komt het eerste lid van het voorgestelde artikel 285ba
te luiden:
1. Degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf dan wel in het verband
van een organisatie stelselmatig of anderszins op indringende wijze handelingen verricht
met het oogmerk om de seksuele gerichtheid of genderidentiteit van een persoon die
de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt te veranderen of te onderdrukken,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie.
B
In artikel III, onderdeel B, komt het eerste lid van het voorgestelde artikel 297b
te luiden:
1. Degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf dan wel in het verband
van een organisatie stelselmatig of anderszins op indringende wijze handelingen verricht
met het oogmerk om de seksuele gerichtheid of genderidentiteit van een persoon die
de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt te veranderen of te onderdrukken,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie.
Toelichting
Met deze nota van wijziging willen de indieners in de wettelijke delictsomschrijving
verduidelijken welk type handelingen onder het bereik van de strafbaarstelling kunnen
vallen en buiten twijfel stellen dat de drempel voor strafbaarheid een stuk hoger
ligt dan het voeren van een enkel gesprek. Zij willen hiermee tegemoetkomen aan de
vragen die zijn gesteld door een aantal fracties ten aanzien van de reikwijdte van
het voorstel. De indieners hechten aan een zo groot mogelijke duidelijkheid over welk
type handelingen onder het verbod vallen.
Daartoe drukt het bestanddeel «stelselmatig of anderszins op indringende wijze» uit
dat de beoogde strafbaarstelling zich alleen uitstrekt tot fysieke en psychische inwerkingen
die stelselmatig worden verricht of een anderszins indringend karakter hebben. Dit
betekent dat onder het bereik van die strafbaarstelling kan vallen het stelselmatig
psychische druk uitoefenen op een persoon om diens seksuele gerichtheid of genderidentiteit
te veranderen of te onderdrukken dan wel het eenmalig toedienen van elektroshocks.
Laatstgenoemde fysieke inwerkingen hebben een indringend karakter vanwege de inbreuk
op de lichamelijke integriteit de persoon die deze elektroshocks krijgt toegediend.
Daarentegen valt een incidenteel pastoraal of psychotherapeutisch getint gesprek door
bijvoorbeeld een jeugdwerker over seksuele gerichtheid of genderidentiteit buiten
de reikwijdte van de beoogde strafbaarstelling, ook als in zo’n gesprek (zijdelings)
enige psychische druk op die persoon wordt uitgeoefend. Bij pastorale of psychotherapeutische
gesprekken zal over het algemeen pas aan het bestanddeel «stelselmatig of anderszins
op indringende wijze» zijn voldaan als over een zekere periode en met een hoge mate
van intensiteit druk wordt uitgeoefend op de betreffende persoon om diens seksuele
gerichtheid of genderidentiteit te veranderen of te onderdrukken.
Voor het beoordelen van de strafbaarheid zijn de aard, de duur, de frequentie en de
intensiteit van de handelingen van belang, zoals de memorie van toelichting reeds
vermeldt (p. 28). De nota van wijziging kadert dit afwegingskader in door te verduidelijken
dat steeds moet worden bewezen dat de verrichte handelingen een stelselmatig of anderszins
indringend karakter hebben.
De nota van wijziging voorziet tevens in het vervangen van «die ertoe strekken» door
«met het oogmerk om» in de wettelijke delictsomschrijving. Dit brengt duidelijker
tot uitdrukking dat voor strafbaarheid is vereist dat de dader de bedoeling heeft
gehad om de seksuele gerichtheid of genderidentiteit van een persoon te veranderen
of te onderdrukken dan wel heeft beseft dat dit het noodzakelijk gevolg van zijn handelen
zal zijn. Daarmee is tegelijk verhelderd dat het enkele bewust aanvaarden van de kwade
kans op de genoemde verandering of onderdrukking (voorwaardelijk opzet) niet het hier
vereiste opzet oplevert.
Paulusma
Becker
Westerveld
Van Nispen
Kostić
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Wieke Paulusma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Ines Kostić, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Bente Becker, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.