Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paternotte, Van Der Werf en Bamenga over de mobilisatie in Venezuela en de veiligheidsontwikkelingen nabij Curaçao, Aruba en Bonaire
Vragen van de leden Paternotte, Van der Werf en Bamenga (allen D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de mobilisatie in Venezuela en de veiligheidsontwikkelingen nabij Curaçao, Aruba en Bonaire (ingezonden 21 augustus 2025).
Antwoord van Minister Brekelmans (Defensie), mede namens de Ministers van Buitenlandse
Zaken en van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 28 augustus 2025).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de aangekondigde Amerikaanse maritieme inzet in de Cariben
rondom Venezuela (waaronder het uitzenden van drie Aegis-destroyers), en wat is het
officiële feitenbeeld dat het Koninkrijk hierover van de Verenigde Staten (VS) heeft
ontvangen (doel, duur, inzetprofiel, operatiegebied)?1,
2
Antwoord 1
Het kabinet is op de hoogte van de aanwezigheid van Amerikaanse marineschepen in het
Caribisch gebied. Het betreft nationaal aangestuurde inzet door de VS. Het Koninkrijk
is niet bij de inzet betrokken. Volgens Amerikaanse media worden de marineschepen
ingezet voor de intensivering van drugsbestrijdingsoperaties in het gebied, gefocust
op Zuid-Amerikaanse drugskartels, en zullen deze opereren in internationale wateren
en luchtruim. Defensie en Buitenlandse Zaken houden contact met de VS.
Vraag 2
Heeft voorafgaand of direct na deze aankondiging diplomatiek en/of militair overleg
plaatsgevonden tussen het Koninkrijk en de VS? Zo ja, wat was de strekking daarvan?
Antwoord 2
De VS is een van de belangrijkste partners voor het Koninkrijk op het gebied van counterdrugsoperaties.
Deze aangekondigde inzet is echter nationaal aangestuurd door de VS. Het Koninkrijk
is hier niet bij betrokken. Op het moment houden Defensie en Buitenlandse Zaken contact
met de VS.
Vraag 3
In hoeverre raakt deze inzet de Cooperative Security Location Aruba–Curaçao (voorheen
FOL) qua overvlieg- en stagingrechten, data-uitwisseling en aanwezigheid van personeel?
Welke verdrags-/SOFA-afspraken en beperkingen gelden hierbij, en zijn deze recent
geactualiseerd?
Antwoord 3
De inzet raakt de Cooperative Security Location slechts indien het gaat om inzet in het luchtruim boven Curaçao. Hierover zijn in
het Verdrag inzake samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van
de Verenigde Staten van Amerika betreffende toegang tot en gebruik van faciliteiten
in de Nederlandse Antillen en Aruba voor drugsbestrijding vanuit de lucht (Trb. 2000, nr. 34, Trb. 2001, nr. 184, Trb. 2011, nr. 71, Trb. 2016, nr. 186 en Trb. 2021, nr. 89) afspraken gemaakt. Het verdrag geeft toestemming voor het uitvoeren van vluchten
vanaf de luchthaven van Curaçao ten behoeve van surveillance, monitoring en het opsporen
van drugstransporten. Deze instemming ziet alleen op onbewapende vluchten.
De status van Amerikaans personeel wordt geregeld in de Overeenkomst tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika inzake de status van personeel
van de Verenigde Staten in het Caribische deel van het Koninkrijk (Trb. 2012, nr. 226, Trb. 2018, nr. 216 en Trb. 2019, nr. 12).
Vraag 4
Over welke direct inzetbare middelen beschikt het Koninkrijk in het Caribisch deel
met marine en kustwacht, en over welke opschalingsopties beschikt u?
Antwoord 4
Defensie heeft voor militaire- en politietaken een permanente militaire presentie
in het Caribisch deel van het Koninkrijk van ruim 1.000 medewerkers van meerdere Defensieonderdelen,
bestaande uit militairen en burgermedewerkers, met een zwaartepunt in maritiem optreden.
Met deze aanwezigheid draagt Defensie bij aan de veiligheid op land, vanaf zee en
in de lucht en geeft Defensie invulling aan de primaire taak, namelijk de handhaving
van de onafhankelijkheid en de verdediging van het Koninkrijk. Daarnaast draagt Defensie
bij aan het bevorderen van de internationale rechtsorde en het ondersteunen van civiele
autoriteiten. De Kustwacht Caribisch Gebied is een Koninkrijksorganisatie. Naast dienstverlenende
taken, zoals search and rescue, voert de Kustwacht opsporings- en toezichthoudende taken uit. Voor de uitoefening
van haar taken beschikt de Kustwacht over varende, vliegende en rijdende eenheden
die worden ingezet rond/op zowel de Boven- als Benedenwindse eilanden.
Indien noodzakelijk kunnen Defensiecapaciteiten vanuit Europees Nederland worden ingezet.
Vraag 5
Hoe wordt de inzet van de Kustwacht afgestemd met Amerikaanse en regionale partners
en zijn, gegeven de actuele situatie, extra personele of materiële maatregelen noodzakelijk?
Antwoord 5
De inzet van de Kustwacht Caribisch Gebied beperkt zich tot het verantwoordelijkheidsgebied
van het Koninkrijk (territoriale wateren en Exclusieve Economische Zone). Daarvoor
vindt normaliter geen afstemming met internationale partners plaats. Defensie voert
in nauwe samenwerking met de VS drugsbestrijdingsoperaties uit op volle zee (internationale
wateren). Hiervoor vindt intensieve samenwerking plaats onder de coördinatie van de
Joint Interagency Taskforce South (JIATF-S). Op dit moment is er geen aanleiding voor wijzigingen van reguliere operaties
in het gebied.
Vraag 6
Bent u voornemens een Notice to Airmen en/of Navigational Warning af te geven voor de burgerluchtvaart respectievelijk scheepvaart rondom de ABC-eilanden?
Zo nee, welke andere maatregelen neemt u om de veiligheid van burgerluchtvaart en
scheepvaart rond de ABC-eilanden te borgen, mede gezien cruise- en tankervaart en
kritieke haven- en kabelinfrastructuur?
Antwoord 6
Binnen het Koninkrijk is Nederland verantwoordelijk voor het luchtruim boven Caribisch
Nederland. Luchtverkeerdienstverleners uit Curaçao en Sint-Maarten zijn door de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat aangewezen om de luchtverkeersdienstverlening in
het Nederlandse luchtruim boven Bonaire, Sint-Eustatius en Saba te verzorgen. Er is
op dit moment geen aanleiding om vanwege veiligheidsontwikkelingen een NOTAM3 te publiceren voor het luchtruim van Bonaire, Sint-Eustatius of Saba. Aruba en Curaçao
zijn autonome landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden en hebben daarmee eigen
bevoegdheden. Het is dan ook aan Aruba en Curaçao om te bepalen of zij voor hun luchtruim
een NOTAM publiceren.
Zoals gebruikelijk bij dergelijke ontwikkelingen wordt de Nederlandse burgerluchtvaart
ook via de Expertgroep Dreigingsinformatie Burgerluchtvaart op de hoogte gehouden.
De luchtvaartmaatschappijen maken hierbij hun eigen risicoanalyse om al dan niet van/naar,
over of nabij de regio te vliegen. Verder is, voor wat betreft de waarborging van
veiligheid voor de burgerluchtvaart, de Tweede Kamer op 16 september 2024 geïnformeerd
over de opvolging van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid 10 jaar
na het neerhalen van vlucht MH17.4
Op 15 augustus jl. heeft de Minister van IenW een aangescherpte waarschuwing voor
de Nederlandse commerciële zeescheepvaart afgegeven voor de territoriale zee, de aangrenzende
zone en de Exclusieve Economische Zone (EEZ) van Venezuela, alsook voor de wateren
grenzend aan de door Venezuela geclaimde Esequibo-regio van Guyana. Reden hiervoor
was de verslechterde veiligheidssituatie op zee en op land, met name de onderschepping
van een aantal kleine buitenlandse vaartuigen door de Venezolaanse marine/kustwacht
gevolgd door arbitraire detenties van crewleden en/of oplegging van hoge boetes. Er
is op dit moment geen aanleiding om deze zeescheepvaartwaarschuwing verder aan te
scherpen. Ook wordt in het reisadvies voor Venezuela (zie antwoord vraag 7) de pleziervaart
geadviseerd om niet te varen in de territoriale zee, de aangrenzende zone en de EEZ
van Venezuela, alsook de wateren ten noorden van de Esequibo-regio van Guyana.
Vraag 7
Worden reisadviezen en contingency-plannen voor bewoners en bezoekers van de ABC-eilanden
geactualiseerd in het licht van deze ontwikkelingen, en zo ja, hoe wordt hierover
gecommuniceerd met bewoners, bedrijven en toeristische sector.
Antwoord 7
Het reisadvies voor Venezuela is op 18 juli 2025 gewijzigd van grotendeels rood en
deels oranje (alleen noodzakelijke reizen) naar geheel rood (niet reizen), vanwege
willekeurige arrestaties door het regime en de zeer beperkte mogelijkheden om Nederlandse
burgers te helpen wanneer die worden aangehouden. Deze wijziging van het reisadvies
is actief gecommuniceerd met de autoriteiten en de toeristische sector in het Caribisch
deel van het Koninkrijk.
Er is nu geen aanleiding om de huidige crisisplanvorming te actualiseren in het licht
van de huidige ontwikkelingen.
Vraag 8
Op welke wijze worden de regeringen en Staten van Aruba en Curaçao betrokken bij besluitvorming
over defensie en buitenlandse betrekkingen die de situatie in en relatie met Venezuela
aan gaan?
Antwoord 8
De handhaving van de onafhankelijkheid en de verdediging van het Koninkrijk en de
buitenlandse betrekkingen zijn conform artikel 3 van het Statuut Koninkrijksaangelegenheden.
De Minister van Defensie en de Minister van Buitenlandse Zaken treden voor deze onderwerpen
feitelijk altijd op als Minister van het Koninkrijk. De Gevolmachtigde Ministers van
Aruba, Curaçao, en Sint Maarten zijn als vertegenwoordiger van respectievelijk Aruba,
Curaçao en Sint Maarten lid van de Rijksministerraad en maken op die wijze deel uit
van de besluitvorming van de Koninkrijksregering. Daarnaast vindt voortdurend bilateraal
contact plaats tussen de autoriteiten in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de Koninkrijksministeries
van Buitenlandse Zaken en Defensie. De Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied
(C-ZMCARIB) is als regionale commandant het primaire aanspreekpunt voor Defensie-aanwezigheid
en -activiteiten in de regio voor lokale autoriteiten. Het Ministerie van Buitenlandse
Zaken wordt in het Caribisch deel van het Koninkrijk vertegenwoordigd door de Speciaal
Gezant voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Tevens onderhouden Defensie en Buitenlandse
Zaken contact met de Gezaghebber van Bonaire.
Vraag 9
Bent u bereid de Kamer op korte termijn, en zo nodig periodiek, te informeren over
de verdere ontwikkelingen en de gevolgen voor het Koninkrijk, inclusief, waar passend,
een vertrouwelijke technische briefing over paraatheid, conflictbeheersing en scenario’s?
Antwoord 9
Indien de situatie in de regio leidt tot een andere veiligheidssituatie in het Caribisch
deel van het Koninkrijk zal de regering uw Kamer daarover onverwijld informeren.
Vraag 10
Kunt u deze vragen, elk afzonderlijk, beantwoorden voor de Raad Buitenlandse Zaken
Defensie?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede namens
R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
R.P. Brekelmans, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.