Nota van wijziging : Nota van wijziging
36 713 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 teneinde gemeenten in staat te stellen voor meer voorzieningen een eigen bijdrage van de cliënt te vragen die afhankelijk is van zijn financiële draagkracht (Wet vervanging abonnementstarief Wmo 2015)
Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 29 augustus 2025
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 2.1.4b, vierde lid, «personen
aan wie opvang worden verstrekt» vervangen door «personen aan wie opvang wordt verstrekt».
B
Na artikel XIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XIIIA
Voor zover noodzakelijk voor de voorbereiding op de invoering van deze wet kunnen
uit eigen beweging en desgevraagd gedurende ten hoogste drie maanden voor het tijdstip
van inwerkingtreding van artikel I van deze wet persoonsgegevens van cliënten en hun
echtgenoten, waaronder persoonsgegevens over gezondheid en het burgerservicenummer,
worden verwerkt en verstrekt overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Wet maatschappelijke
ondersteuning 2015 zoals deze komt te luiden op het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel I van deze wet met dien verstande dat afgeweken kan worden van de daarin
gestelde termijnen voor het verstrekken van persoonsgegevens.
Toelichting
Onderdeel A
Het voorgestelde artikel 2.1.4b, vierde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning
2015 (hierna: Wmo 2015) bevatte een grammaticale fout. Met deze nota van wijziging
is dat hersteld.
Onderdeel B
Het voorstel van wet vervanging abonnementstarief Wmo 2015 brengt wijzigingen mee
voor eigen bijdragen die op grond van de Wmo 2015 verschuldigd zijn voor algemene
voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. De gewijzigde eigen bijdragen zijn verschuldigd
met ingang van de datum van inwerkingtreding van de wetswijziging. Het streven is
de wetswijziging per 1 januari 2027 in te voeren. De grootste verandering betreft
de invoering van een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage (hierna: ivb)
voor maatwerkvoorzieningen en de daaraan gekoppelde kostprijsbewaking met betrekking
tot hulpmiddelen en woningaanpassingen. Het is wenselijk cliënten zo snel mogelijk
op de hoogte te stellen van de eigen bijdrage die zij verschuldigd zijn. Daartoe moeten
reeds in het laatste kwartaal van 2026 in aanloop naar de invoering per 1 januari
2027 voorbereidingen getroffen worden. Deze voorbereidingen vergen de verwerking en
onderlinge verstrekking van persoonsgegevens door aanbieders, gemeenten, het CAK,
de Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale
verzekeringsbank. Het gaat om de persoonsgegevens van cliënten die eind 2026 een voorziening
ontvangen welke mogelijk gecontinueerd wordt in 2027 of die per 2027 voor het eerst
een voorziening krijgen. Voor de verschuldigdheid van de eigen bijdrage door een cliënt
is ook informatie over een eventuele echtgenoot van belang teneinde samenloop van
eigen bijdragen te voorkomen en omdat de hoogte van de ivb afhankelijk is van het
gezamenlijke inkomen en vermogen. Aangezien het voorzieningen op het gebied van maatschappelijke
ondersteuning betreft en in verband met het tegengaan van samenloop mogelijk ook langdurige
zorg, is sprake van de verwerking van persoonsgegevens over gezondheid. Verder wordt
het burgerservicenummer gebruikt om te borgen dat de gegevens bij de desbetreffende
persoon horen.
Het wetsvoorstel wordt uitgewerkt in het Besluit vervanging abonnementstarief Wmo
2015. Dat besluit regelt onder meer de procedures voor het opleggen van eigen bijdragen
en welke persoonsgegevens daarbij mogen of moeten worden verwerkt. Ook worden termijnen
gesteld aan de gegevensverstrekking. Tijdens de voorbereidingen op de invoering kunnen
die procedures nog niet door alle betrokken organisaties volledig worden toegepast.
Daarom zal de gegevensuitwisseling in die periode met een verzoek geïnitieerd worden.
Aan een verzoek moet voldaan worden, zo mogelijk binnen de wettelijke termijnen. Voor
het overige zal de verwerking en verstrekking van persoonsgegevens geschieden conform
de bepalingen die per 1 januari 2027 van kracht worden. Er zullen dus niet meer of
andere persoonsgegevens verwerkt en verstrekt worden dan welke gelet op de aanstaande
wettelijke voorschriften nodig zijn voor het opleggen van eigen bijdragen.
Deze nota van wijziging bevat een expliciete grondslag voor het verwerken en uitwisselen
van deze persoonsgegevens gedurende ten hoogste drie maanden vóór inwerkingtreding
(van het overige deel) van de wet. Met het oog op de voorbereidingen van de invoering
van de gewijzigde eigen bijdragen per 1 januari 2027 is het streven de Wet vervanging
abonnementstarief Wmo 2015 en het daarop te baseren Besluit vervanging abonnementstarief
Wmo 2015 uiterlijk 1 april 2026 in het Staatsblad te publiceren. Kort daarna zal ook
het koninklijk besluit bekend gemaakt worden waarmee de datum van inwerkingtreding
van die wet en dat besluit op 1 januari 2027 wordt gesteld. Aldus is ruimschoots vóór
1 januari 2027 onmiskenbaar welke wettelijke verplichtingen en taken rusten op aanbieders,
gemeenten, het CAK, de Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
en de Sociale verzekeringsbank in het kader van het opleggen van eigen bijdragen op
grond van de Wmo 2015 ten behoeve van de houdbaarheid van het stelsel van maatschappelijke
ondersteuning. Genoemde organisaties verrichten thans al wettelijke taken in het kader
van het opleggen van eigen bijdragen voor (onder meer) maatschappelijke ondersteuning
en daarbij worden hetzelfde soort gegevens verwerkt en uitgewisseld. Om geen misverstanden
te kunnen laten ontstaan over de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens
ter voorbereiding op de invoering van de Wet vervanging abonnementstarief Wmo 2015,
wordt met deze nota van wijziging de grondslag voor die gegevensverwerking uitdrukkelijk
verankerd in het wetsvoorstel. De grondslag is opgenomen in een afzonderlijke bepaling
(artikel XIIIA). Deze bepaling zal drie maanden eerder in werking treden dan de bepalingen
waarmee de gewijzigde eigen bijdragen worden ingevoerd (artikel I). Het wetsvoorstel
bevat reeds de mogelijkheid om verschillende artikelen of onderdelen daarvan op verschillende
momenten in werking te laten treden (artikel XVI).
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, N.J.F. Pouw-Verweij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.