Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over de aanhoudende aanvallen op het dorp Taybeh op de Westelijke Jordaanoever
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de aanhoudende aanvallen op het dorp Taybeh op de Westelijke Jordaanoever (ingezonden 22 juli 2025).
Antwoord van Minister Brekelmans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 28 augustus 2025).
Vraag 1 en 2
Heeft u kennisgenomen van de berichten over meerdere aanvallen door Israëlische kolonisten
op het overwegend christelijke dorp Taybeh op de Westelijke Jordaanoever?1 Hoe heeft deze situatie volgens het kabinet kunnen ontstaan?
Kunt u bevestigen dat mensen zijn overleden, de kerk St. George, auto’s, een begraafplaats
en huizen zijn beschadigd, gewonden zijn gevallen en priesters en bewoners zijn bedreigd?
Wat is uw reactie op deze aanvallen?
Antwoord 1 en 2
Het kabinet veroordeelt deze en andere onacceptabele aanvallen door gewelddadige kolonisten
en kolonistenorganisaties op de Westelijke Jordaanoever en blijft zich inzetten om
hen in de EU te sanctioneren. Bij de aanvallen in Taybeh zijn voor zover bij het kabinet
bekend is, gewonden gevallen, is materiële schade toegebracht aan de St. George-kerk
en zijn priesters en bewoners in een onveilige situatie gebracht. Van overlijdensgevallen
is, voor zover het kabinet heeft kunnen achterhalen, geen sprake.
Vraag 3
Is het kabinet bekend met de uitspraken van priester Bashar Fawadleh die stelt dat
Taybeh «niet langer veilig is» voor de lokale christelijke gemeenschap? Hoe beoordeelt
u het signaal dat zelfs geestelijken niet langer bescherming ervaren in hun dorpen?2
Antwoord 3
Ja. Het signaal dat geestelijken zich niet langer veilig voelen is bijzonder zorgelijk.
Nederland zet zich wereldwijd actief in voor de bescherming van de vrijheid van religie
en levensovertuiging als een fundamenteel mensenrecht. Ook spreekt het kabinet Israël
consequent aan op zijn verantwoordelijkheden voortkomend uit het humanitair oorlogsrecht
als de mensenrechtenverdragen, waarbinnen nadrukkelijke aandacht voor godsdienstvrijheid
is.
Vraag 4 en 5
Wie is feitelijk belast met de bescherming van inwoners in het gebied? Bent u van
mening dat deze bescherming faalt en bent u bereid de Nederlandse vertegenwoordiging
om duidelijkheid over de situatie te vragen?
Welke rol speelt het Israëlische leger bij deze aanvallen? Is er sprake van betrokkenheid
bij deze aanvallen?
Antwoord 4 en 5
Het dorp Taybeh ligt in Area C van de bezette Westelijke Jordaanoever, waar Israël
volledige verantwoordelijk draagt voor de veiligheid, rechtshandhaving en civiele
zaken. Er zijn signalen dat het Israëlische leger afwezig blijft of onvoldoende optreedt
bij aanvallen door kolonisten, waaronder de aanvallen op het dorp Taybeh. Hoewel directe
betrokkenheid van het leger bij deze aanvallen niet is vastgesteld, stelt het kabinet
dat Israël, op basis van het humanitair oorlogsrecht, als bezettende macht de verantwoordelijkheid
draagt om de Palestijnse bevolking te beschermen tegen dergelijk geweld. Het uitblijven
van effectieve handhaving werkt straffeloosheid in de hand en draagt bij aan verdere
escalatie. Het kabinet blijft dit benadrukken richting de Israëlische regering.
Vraag 6
Is de Nederlandse ambassade in Tel Aviv of de Nederlandse vertegenwoordiging in de
Palestijnse gebieden in contact met de gemeenschap in Taybeh of met vertegenwoordigers
van lokale kerken? Zo nee, bent u bereid dat op korte termijn te doen?
Antwoord 6
Er is regelmatig contact met kerkgemeenschappen in de Palestijnse Gebieden. Op 14 juli
heeft de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah deelgenomen aan een solidariteitsbezoek
aan Taybeh naar aanleiding van kolonistenaanvallen op het dorp.
Vraag 7
Hoe verloopt de vervolging van de daders? Is er zicht op een adequate vervolging van
de daders?
Antwoord 7
Tot op heden is er geen informatie over concrete stappen tot vervolging van de daders.
Vraag 8
Constaterende dat de Amerikaanse ambassadeur Mick Huckabee de aanvallen na een bezoek
een «daad van terreur en een misdaad» noemt, hoe beoordeelt het kabinet deze bewoordingen
en onderschrijft u deze woorden?3
Antwoord 8
Het kabinet veroordeelt deze aanvallen en kolonistengeweld in het algemeen. Israël
draagt op basis van het humanitair oorlogsrecht, als bezettende macht de verantwoordelijkheid
om de Palestijnse bevolking te beschermen tegen dergelijk geweld.
Vraag 9
Grieks-Orthodoxe patriarch van Jerusalem Theophilos III stelt dat er niet is gereageerd
op verzoeken om hulp door Israëlische autoriteiten; klopt dit en is dit een terugkerend
probleem?
Antwoord 9
Het kabinet beschikt niet over informatie om de uitspraak van de Grieks-orthodoxe
patriarch van Jeruzalem te bevestigen.
Vraag 10 en 11
Welke maatregelen zijn er inmiddels genomen om ervoor te zorgen dat de aanvallen op
Taybeh stoppen?
Hoe blijft u zich inzetten voor de bescherming van bewoners van Palestijnse gebieden
die onder verantwoordelijkheid van Israëlische autoriteiten vallen en hoe verhoudt
deze inzet zich tot het bredere Nederlands beleid inzake mensenrechten, godsdienstvrijheid
en het bevorderen van vrede en rechtvaardigheid in Israël en de Palestijnse gebieden?
Antwoord 10 en 11
Nederland en de EU spreken Israël stelselmatig aan op zijn verantwoordelijkheden als
bezettende macht onder internationaal recht. In lijn met het advies van het Internationaal
Gerechtshof van 19 juli 2024, waarin de voortdurende bezetting, annexatie en het nederzettingenbeleid
als onrechtmatig worden aangemerkt, veroordelen Nederland en de EU nadrukkelijk de
uitbreiding van nederzettingen en de daarmee samenhangende schendingen van internationaal
recht en de mensenrechten. Nederland pleit daarnaast voor concrete stappen, waaronder
sancties tegen gewelddadige kolonisten en hun organisaties. Ook spreekt Nederland
zich uit tegen ontwikkelingen als het E1-plan. Binnen de EU blijft Nederland aandringen
op een juridische analyse door de Juridische Dienst van de Raad (JDR) om het IGH-advies
verder te bespreken.
Verder zet Nederland zich wereldwijd actief in voor de bescherming van de vrijheid
van religie en levensovertuiging, met speciale aandacht voor kleine en kwetsbare geloofsgemeenschappen
waaronder in conflictgebieden. Dit gebeurt via diplomatieke inzet in bilaterale en
multilaterale fora, het werk van de Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging,
en via financiële steun uit onder meer het Mensenrechtenfonds. Verder steunt Nederland
daarnaast verschillende projecten gericht op de bevordering van vrijheid van religie
in Israël en de Palestijnse Gebieden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.