Schriftelijke vragen : De NAVO-verplichtingen en pandemische paraatheid
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de NAVO-verplichtingen en pandemische paraatheid (ingezonden 27 augustus 2025).
Vraag 1
Kunt u zich herinneren dat u op 20 augustus 2025 in antwoord op Kamervragen schrijft:
«Er zijn mij geen letterlijke uitspraken van mijn ambtsvoorganger in uw Kamer bekend
over NAVO-verplichtingen op het gebied van pandemische paraatheid»?
Vraag 2
Bent u bekend met de uitspraken van voormalig Minister van VWS Agema tijdens het VWS
begrotingsdebat van 23 oktober 2024: «Kort na mijn aantreden ben ik gebriefd over weerbaarheid. Weerbaarheid heeft een veel
bredere context dan pandemische paraatheid. Dan gaat het bijvoorbeeld ook om de ontwikkelingen
die aan de oostgrens plaatsvinden en om NAVO-verplichtingen. Sinds die briefing ben
ik met mijn ministerie aan het inventariseren wat we nodig hebben om aan die NAVO-verplichtingen
te voldoen. Dat doen we dus onder leiding van de NCTV. Daar zijn een aantal ministeries
bij betrokken. Ik heb gevraagd of er een overlap zit tussen pandemische paraatheid
en weerbaarheid van zorg en die is er.»?1
Vraag 3
Klopt het dat voormalig Minister Agema in dit debat, zoals hierboven geciteerd, letterlijk
zegt: «Sinds die briefing ben ik met mijn ministerie aan het inventariseren wat we nodig
hebben om aan die NAVO-verplichtingen te voldoen.»? Zo ja, naar welke NAVO-verplichtingen verwijst voormalig Minister Agema in dit
citaat? Zo nee, waarom staat dit citaat dan letterlijk in de Handelingen van de Kamer?
Vraag 4
Klopt het dat voormalig Minister Agema vervolgens in dit debat zegt: «Dat doen we dus onder leiding van de NCTV. Daar zijn een aantal ministeries bij betrokken.»? Kan de Kamer deze inventarisatie, onder leiding van de NCTV, van de NAVO-verplichtingen
waar het ministerie aan moet voldoen, aldus voormalig Minister Agema in dit citaat,
ontvangen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Klopt het dat voormalig Minister Agema vervolgt met: «Ik heb gevraagd of er een overlap zit tussen pandemische paraatheid en weerbaarheid
van zorg en die is er.»? Is het correct dat voormalig Minister Agema in dit citaat (letterlijk) zegt dat
er: «een overlap zit tussen pandemische paraatheid en weerbaarheid van zorg? En «weerbare zorg» is toch één van de «NAVO-weerbaarheidsverplichtingen»2? Daarmee legt voormalig Minister Agema, ook gezien de context van dit citaat, toch
heel duidelijk een verband tussen NAVO-verplichtingen en «pandemische weerbaarheid»?
Zo nee, waarom niet? Hoe moet dit debatfragment dan worden geinterpreteerd? Zo ja,
waarom liet voormalig Minister Jansen op 20 augustus 2025 aan de Kamer weten in antwoord
op Kamervragen dat haar geen uitspraken bekend zijn over NAVO-verplichtingen op het
gebied van pandemische paraatheid?
Vraag 6
Aan wie heeft voormalig Minister Agema (zoals Minister Agema zelf aangeeft in het
bovenstaande citaat uit het VWS begrotingsdebat) wanneer gevraagd of er, «een overlap zit tussen pandemische paraatheid en weerbaarheid van zorg»? Kan de Kamer het antwoord dat de Minister hierop heeft ontvangen toegestuurd krijgen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Is het correct dat voormalig Minister Agema, kort later in het debat, het volgende
opmerkt: «Ik heb een opdracht gekregen uit het hoofdlijnenakkoord. Toen ik de post aanvaarde,
tekende ik ook voor het uitvoeren van de opdrachten daarin. Los van wat ik er persoonlijk
van vind, zal ik dat moeten uitvoeren omdat dat een geheel is samen met de intensiveringen
die ik mag doen. Ik noem de 4,3 miljard voor het eigen risico en de 600 miljoen voor
de zorg- en verpleegplekken. Daar hoort dus ook de andere kant bij: de 2 miljard euro
die ik zal moeten besparen. Daar begint het dus mee. Los van wat ik daar persoonlijk
van vind, sta ik daarvoor aan de lat. Ik zal dat dus ook moeten uitvoeren. Het bedrag
van 300 miljoen zal op enige manier gedekt moeten worden, linksom of rechtsom. Daarnaast
– dat zei ik net ook in de richting van mevrouw Bikker – ben ik kort na mijn aantreden
gebrieft over de weerbaarheid in de wereld, de risico's die dat punt met zich meebrengt
en eventuele escalaties, maar ook over NAVO-verplichtingen. Op het moment dat een
NAVO-bondgenoot aangevallen wordt, heeft Nederland verdragsrechtelijke verplichtingen.
Ik ben dus bezig in kaart te brengen wat wij nodig hebben, wat we al hebben, wat het
programma Pandemische paraatheid daaraan toe zou voegen en wat wij nog meer nodig
zouden hebben. Die inventarisatie wordt gedaan onder regie van de NCTV.»?
Vraag 8
Naar welke NAVO-verplichtingen verwijst voormalig Minister Agema in het bovenstaande
citaat?
Vraag 9
Waarnaar verwijst het woord «daaraan» (m.a.w. «waaraan»?) in de zin «Ik ben dus bezig in kaart te brengen wat wij nodig hebben, wat we al hebben, wat het
programma Pandemische paraatheid daaraan toe zou voegen en wat wij nog meer nodig
zouden hebben.»? Zijn dat, gezien de context, toch de «NAVO-verplichtingen» op het gebied van «weerbare
zorg» waar Minister Agema eerder in haar betoog naar verwees? Zo nee, waarnaar dan
wel
Vraag 10
Waarnaar verwijst, in de laatste zin van het bovenstaande integrale citaat, «die inventarisatie»
(die onder regie van de NCTV wordt gemaakt)? Dat zijn gezien de context toch de NAVO-verplichtingen
op het gebied van de zorg? Met andere woorden, ook hier legt voormalig Minister Agema
toch heel duidelijk een verband tussen NAVO-verplichtingen en pandemische paraatheid?
Waarom ontkent de Minister dit in haar beantwoording aan de Kamer van 20 augustus
2025?
Vraag 11
Is het correct dat voormalig Minister Agema, kort later in het debat, het volgende
opmerkt: «Dat neemt niet weg – dat zei ik zojuist dus ook al – dat ik kort na het aantreden
geïnformeerd ben over weerbaarheid, de bredere context waarin wij ons bevinden en
de overlap die dat heeft met deze posten op pandemische paraatheid. Daar zal ik mee
moeten dealen en een oplossing voor moeten vinden, want aan NAVO-verplichtingen zijn
we gehouden. Op dit moment wordt er dus onder leiding van de NCTV geïnventariseerd
wat er allemaal moet gebeuren. We hebben een stukje basis. Dat hebben we actief gezien
tijdens de coronacrisis. Dan hebben we het over deze extra investering, waar een hele
grote overlap, zo niet een volledige overlap zit. En dan hebben we het over andere
zaken die we nu in kaart aan het brengen zijn. Wat nou als de situatie escaleert?
Wat nou als we aan onze NAVO-verplichtingen moeten voldoen? Wat nou als het nog verder escaleert? Dat ben ik allemaal in
kaart aan het brengen. Onder leiding van de NCTV zullen wij voor de volgende begroting
– dus niet op deze begroting, maar voor de volgende begroting – met dekkingen en oplossingen
komen.»?
Vraag 12
Door wie is voormalig Minister Agema, «kort na het aantreden geïnformeerd»? Wanneer
en waar gebeurde dat? Kan de Kamer deze informatie waarnaar voormalig Minister Agema
in dit fragment verwijst ontvangen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Ook in dit fragment verwijst voormalig Minister Agema naar «NAVO-verplichtingen»,
welke NAVO-verplichtingen zijn dit? Zijn dat de weerbaarheidsverplichtingen op het
gebied van de zorg?
Vraag 14
Voormalig Minister Agema zegt in het hiervoor geciteerde fragment, «en de overlap die dat heeft met deze posten op pandemische paraatheid», waarnaar verwijst in dit citaat het aanwijzend voornaamwoord «dat»? Dit moeten
toch, gezien de context, (wederom) de (NAVO) weerbaarheidsdoelstellingen (op het gebied
van de zorg) zijn? Wat anders? Daarmee legt voormalig Minister Agema, voor de derde
keer in dit debat, toch heel direct een verband tussen de (NAVO) weerbaarheidsdoelstellingen
en pandemische paraatheid?
Vraag 15
Waarnaar verwijst «daar» in de het betoog van voormalig Minister Agema, «Daar zal ik mee moeten dealen en een oplossing voor moeten vinden, want aan NAVO-verplichtingen
zijn we gehouden.»? Zijn dit (wederom?) de «NAVO-verplichtingen» op het gebied van pandemische paraatheid
zijn? Wat anders?
Vraag 16
Verwijst bovenstaande citaat erop dat voormalig Minister Agema, tegen haar zin in,
zich aan deze NAVO-verplichtingen (op het gebied van pandemische paraatheid) conformeert?
En dat zij geen eigen afwegingsruimte heeft/had of in ieder geval dat zo heeft ervaren?
Zo nee, waarom zegt voormalig Minister Agema dan, «Daar zal ik mee moeten dealen en een oplossing voor moeten vinden, want aan NAVO-verplichtingen
zijn we gehouden.»?
Vraag 17
Hoe verhoudt de dwang die voormalig Minister Agema, blijkt uit deze uitspraak, overduidelijk
heeft ervaren vanuit de NAVO met betrekking tot de bezuiniging van 300 miljoen euro
op pandemische paraatheid (die bovendien in het hoofdlijnenakkoord stond) zich tot
de beweringen van onder andere de Ministers van Defensie en Justitie, meermaals in
debatten, dat de NAVO-verplichtingen slechts een inspanningsverplichting behelzen,
niet afdwingbaar zijn en dat uiteindelijk Ministers daarbij hun eigen afwegingen kunnen
maken?
Vraag 18
Is het juist dat in de samenvatting van het VWS begrotingsdebat op de website van
de Kamer het volgende stuk is opgenomen3: «Nederland moet voldoen aan zijn NAVO-verplichtingen, zegt Agema, en dit overlapt met
pandemische paraatheid.»? Hieruit blijkt toch ook, dat de strikt neutrale toehoorder, voormalig Minister
Agema in dit debat heel duidelijk een verband hoorde leggen tussen de NAVO-verplichtingen
en pandemische paraatheid? Klopt dat?
Vraag 19
Hoe kan het zo zijn, gezien dit alles, dat voormalig Minister Jansen op 20 augustus
2025, met verwijzing naar het bovengenoemde begrotingsdebat VWS van oktober 2024,
in antwoord op Kamervragen schrijft: «Er zijn mij geen letterlijke uitspraken van mijn ambtsvoorganger in uw Kamer bekend
over NAVO-verplichtingen op het gebied van pandemische paraatheid. Zie ook het stenogram
van de begrotingsbehandeling van VWS op 23 oktober jl.»? Dit is toch, voor iedere neutrale toehoorder die het debat bekijkt of naleest,
aantoonbaar onjuist?
Vraag 20
Begrijpt u dat het in een democratie bijzonder zorgelijk is als Ministers zich gedwongen
zien, nadat ze hierover in het geheim (dus zonder dat de Kamer er weet van heeft en
zonder publiek debat) na hun aantreden geïnformeerd zijn door de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten (AIVD en NCTV), vanwege (ook voor de Kamer) geheime verplichtingen
die vanuit de NAVO (het leger dus) worden opgelegd, af te wijken van het regeerakkoord/hoofdlijnenakkoord
dat wel democratisch via de Kamer en verkiezingen tot stand is gekomen en gelegitimeerd
is?
Vraag 21
Begrijpt u waarom het zo belangrijk is voor de Kamer te achterhalen waarom voormalig
Minister Agema zich blijkbaar gedwongen zag, vanwege (geheime) NAVO-weerbaarheidsdoelstellingen,
een bezuiniging van 300 miljoen euro op pandemische paraatheid, die nota bene was
opgenomen in het regeerakkoord, ongedaan te maken? Begrijpt u dat in een democratie
(in tegenstelling tot bijvoorbeeld een junta) het niet zo kan zijn dat niet de Kamer
en daarmee de bevolking maar de inlichtingendiensten en het leger het laatste woord
hebben?
Vraag 22
Kunt u nogmaals, voor de derde keer in één jaar tijd, wederom de hamvraag beantwoorden,
waar, wanneer, door wie en op welke wijze (mondeling en/of schriftelijk, wel of niet
vertrouwelijk etc.) uw ambtsvoorganger, Minister Agema, na haar aantreden op de hoogte
is gesteld (en dat dit is gebeurd is boven elke twijfel verheven en blijkt o.a. uit
de citaten uit het begrotingsdebat VWS van 23 oktober 2024 die hierboven zijn weergegeven)
van de «NAVO-doelstellingen»4 die betrekking hebben op, of op een of andere manier gerelateerd zijn aan, «pandemische
paraatheid»?
Vraag 23
Kunt u deze (simpele) vragen, waarvan de laatste inmiddels voor de derde keer schriftelijk
gesteld zijn, uiterlijk binnen de normale termijn van drie weken en afzonderlijk beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.