Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over vaccineffectiviteit en vaccinveiligheid
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over vaccineffectiviteit en vaccinveiligheid (ingezonden 1 juli 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Tielen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport ) (ontvangen
20 augustus 2025)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2767
Vraag 1
Is het u bekend dat een epidemioloog van het RIVM, als medeauteur, heeft meegewerkt
aan de in de voetnoot genoemde studie1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van de resultaten van deze studie?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Wat vindt u van de conclusie van de auteurs dat «niet gemeten confounders» en mogelijk
«misclassificatie-effecten» de vaccin-effectiviteit (VE) waarschijnlijk kunstmatig
hebben verhoogd? Deelt u de conclusie dat op basis daarvan kan worden gesteld dat
de door de RIVM eerder gerapporteerde VE waarschijnlijk te rooskleurig is voorgesteld?
Antwoord 3
Nee, die conclusie deel ik niet. In wetenschappelijke artikelen en rapporten van het
RIVM is beschreven dat de vaccin-effectiviteitschattingen beïnvloed kunnen zijn door
ongemeten confounding en misclassificatie. Zo heeft het RIVM volop aandacht besteed
aan misclassificatie door incompleetheid van het vaccinatieregister CIMS door informed
consent, zie Van Werkhoven et al.2. Ook wordt dit besproken in het paper door De Gier et al. in het wetenschappelijke
tijdschrift Vaccine
3. In de discussie van dit artikel wordt beschreven dat ongemeten confounding waarschijnlijk
een overschatting van vaccineffectiviteit zal geven, en misclassificatie een onderschatting.
Een vorm van ongemeten confounding wordt soms aangeduid als «healthy vaccinee bias»,
wat ook wordt omschreven in het artikel van De Gier et al.4. De misclassificatie die wordt onderzocht in het paper door Humphreys et al. gaat
over het tijdsinterval tussen data-input en -extractie, welke een bescheiden effect
heeft op vaccin-effectiviteitschattingen.
Vraag 4
Kunt u zich het oversterfte-onderzoek5 van prof. Meester, dr. Bakker en dr. Walk nog herinneren?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Kunt u zich nog herinneren dat u van mening was dat er twijfels waren aan de expertise
van de auteurs van die studie en dat u hun rapport daarom naast u neerlegde?
Antwoord 5
Mijn ambtsvoorganger heeft deze uitspraak gedaan tijdens het commissiedebat Oversterfte
van 20 februari jl. Hij baseerde zijn uitspraak op een oordeel van ZonMw in het kader
van een subsidieoproep voor het onderzoeksprogramma naar redenen en oorzaken van oversterfte
in de coronacrisis. De auteurs hadden een onderzoeksvoorstel ingediend dat inhoudelijk
overeenkwam met een gedeelte van het rapport. De aanvraag was door ZonMw niet gehonoreerd
omdat er onder andere twijfels waren over de uitvoerbaarheid van het onderzoek in
de beschikbare tijd en de expertise van de onderzoekers. Dit oordeel benoemen de auteurs
zelf in hun rapport en mijn ambtsvoorganger refereerde hiernaar.
Dit was echter niet de voornaamste reden om het rapport niet te betrekken bij de beleidsvorming.
De onderzoekers concluderen in hun studie onder meer dat er een mogelijke relatie
is tussen de COVID-19-vaccins en oversterfte. Voor het maken van het beleid omtrent
vaccinaties laat ik mij adviseren door, onder andere, de Gezondheidsraad. De raad
baseert haar advies op de laatste wetenschappelijke inzichten die zij nauwlettend
in de gaten houdt. Daarnaast verzamelt, registreert en onderzoekt Lareb meldingen
van mogelijke bijwerkingen. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen beoordeelt
de werkzaamheid en veiligheid van het vaccin en neemt maatregelen als dat nodig is.
De breed gedragen wetenschappelijke consensus is dat COVID-19-vaccinatie veilig is
en zeer veel overlijdens heeft voorkomen. Dit betekent niet dat geluiden die tegen
de wetenschappelijke consensus in gaan, worden genegeerd. Het rapport van prof. Meester,
dr. Bakker en dr. Walk is echter vanaf het moment van publicatie controversieel en
is (nog) niet peerreviewed. Ik vertrouw erop dat de adviezen aan mij worden aangepast
als blijkt dat dit nodig is.
Vraag 6
Kunt u verklaren waarom deze drie auteurs – met volgens u een twijfelachtige expertise
– veel eerder tot dezelfde conclusie kwamen als de zojuist aangehaalde onderzoeker
van het RIVM in het artikel genoemd in de eerste voetnoot, namelijk dat er sterke
confounding en misclassificatie was waardoor de VE van de Covid-19 vaccins waarschijnlijk
sterk overschat wordt?
Antwoord 6
Zie mijn antwoord op vraag 3. Reeds bij publicatie van het RIVM-onderzoek in een peerreviewed
wetenschappelijk tijdschrift is ongemeten confounding en misclassificatie uitgebreid
besproken. De inzichten van de drie auteurs zijn niet nieuw.
Vraag 7
Hoe kijkt u nu terug op uw uitspraak met betrekking tot het oversterfte-onderzoek
van prof. Meester, dr. Bakker en dr. Walk, temeer deze auteurs zelf grotendeels de
financiering voor hun rapport moesten verzorgen?
Antwoord 7.
Zie mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Waarom komt deze bevinding niet terug in rapporten van het RIVM, zeker nu een onderzoeker
van het RIVM zelf tot een vergelijkbare conclusie is gekomen?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 3. In RIVM-onderzoeken is ongemeten confounding en misclassificatie
altijd erkend. Dit zijn geen nieuwe inzichten.
Vraag 9
Gaat u het Nederlandse volk voorlichten over deze resultaten of laat u het volk in
de veronderstelling dat de vaccins tegen Covid-19 mensen (bijna) onsterfelijk maken,
zoals de rapporten van het RIVM en CBS (en later ook NIVEL) suggereren?
Antwoord 9
De rapporten van het RIVM, CBS en NIVEL suggereren zeker niet dat vaccins tegen COVID-19
mensen (bijna) onsterfelijk maken en ik heb niet de impressie dat de Nederlandse bevolking
deze veronderstelling heeft. De studies van het RIVM en uitgebreide internationale
peerreviewed literatuur concluderen wel dat de COVID-19-vaccins zeer veel sterfte
hebben voorkómen. Ik zie geen aanleiding om deze boodschap aan te passen.
Vraag 10
Legt u dit onderzoek, waarvan een prominente medewerker van het RIVM coauteur is,
ook weer naast u neer zoals u eerder deed bij het oversterfte-onderzoek van prof.
Meester, dr. Bakker en dr. Walk?
Antwoord 10
Zoals ik noemde bij het antwoord op vraag 5 laat ik mij door verschillende instanties
adviseren als het gaat om vaccinaties. Ik vertrouw erop dat de adviezen aan mij worden
aangepast als dat uit studies noodzakelijk blijkt. Ditzelfde principe geldt ook voor
het rapport van prof. Meester, dr. Bakker en dr. Walk. Dit is niet noodzakelijk gebleken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.