Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over hulp aan mensen die niet volledig zelfredzaam zijn bij calamiteiten zoals stroomuitval
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over hulp aan mensen die niet volledig zelfredzaam zijn bij calamiteiten zoals stroomuitval (ingezonden 6 mei 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Pouw-Verweij (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 20 augustus 2025)Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2296
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Wat als de stroom hier uitvalt, Bart maakt
zich doodongerust: «Ik ben binnen twee dagen dood»»?1
Antwoord 1
Ja, hier heb ik kennis van genomen.
Vraag 2
Hoe kan iemand die niet volledig zelfredzaam is voldoen aan de oproep om er op voorbereid
te zijn 72 uur zelfredzaam te zijn? Welke maatregelen neemt u om deze groep hierbij
te ondersteunen?
Antwoord 2
Zelfredzaamheid, ook in geval van incidenten en kortdurende crises, is een belangrijke
voorwaarde voor het weerbaarder maken van de samenleving. Daar hoort bijvoorbeeld
bij dat mensen de verantwoordelijkheid hebben om na te gaan in welke situaties hulp
nodig is en in samenspraak met de omgeving, zoals familie, kennissen of buren, afspraken
te maken wat te doen bij incidenten, zoals stroomuitval, uitval van telefoon of internet,
of wateroverlast.
Tegelijkertijd realiseer ik mij dat een crisis met name kwetsbare mensen voor grote
uitdagingen stelt. Zo refereert het geciteerde artikel aan zelfstandig thuiswonenden
die bij het gebruikmaken van medische hulpmiddelen afhankelijk zijn van de stroomvoorziening.
Voor deze mensen wil ik een plan van aanpak opstellen voor het scenario van langdurige
stroomuitval, zoals we recent in Spanje hebben gezien. Ik verken hierbij de mogelijkheden
om mensen die voor het gebruik van kritische medische hulpmiddelen afhankelijk zijn
van stroomvoorziening, toegang te geven tot centrale locaties die beschikken over
noodstroom, indien sprake is van grootschalige en langdurige stroomuitval.
Vraag 3
Heeft u een idee hoeveel mensen zelfstandig wonen die afhankelijk zijn van de stroomvoorziening
voor hun beademingsapparatuur of andere apparatuur of hulp waar hun leven van afhangt,
en die dus extra kwetsbaar zijn bij een langdurige stroomstoring of andere maatschappelijke
ontregeling die de reguliere hulp belemmert?
Antwoord 3
Via de leveranciers van medische hulpmiddelen weet ik dat er circa 25.000 – 30.000
mensen afhankelijk zijn van de stroomvoorziening voor zuurstof. Op dit moment inventariseer
ik wie – naast de afhankelijkheid van beademingsapparatuur – nog meer afhankelijk
zijn van medische hulpmiddelen die gebruik maken van stroom en daardoor extra kwetsbaar
zijn bij een langdurige stroomstoring.
Vraag 4
Is deze doelgroep in beeld bij alle veiligheidsregio’s, gemeenten en hulpdiensten?
Bent u bereid dit te inventariseren en/of hier expliciet aandacht voor te vragen?
Antwoord 4
Ik vind het belangrijk om aandacht te hebben voor deze doelgroep. Daarom zeg ik toe,
zoals aangegeven in antwoord 2, een plan van aanpak op te stellen voor het scenario
van langdurige stroomuitval voor zelfstandig thuiswonende mensen die gebruik maken
van medische hulpmiddelen en daarbij afhankelijk zijn van de stroomvoorziening.
Ik heb inmiddels gesprekken gevoerd met leveranciers van zuurstof. Ook ga ik verkennen
hoe medeoverheden, Veiligheidsregio’s, verzekeraars, zorgpartijen en patiëntenorganisaties
een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing voor dit vraagstuk. Op die manier kunnen
mensen via verschillende kanalen geïnformeerd worden of informatie ophalen over wat
ze kunnen doen bij langdurige stroomuitval.
Vraag 5
Voorzien bestaande calamiteitenplannen in levensreddende hulp voor deze groep? Zo
ja, zijn deze ook afgestemd met de doelgroep? Zo nee, bent u bereid hier werk van
te maken?
Antwoord 5
Leveranciers van medische hulpmiddelen instrueren gebruikers wat zij moeten doen als
het hulpmiddel het niet meer doet. Bijvoorbeeld als een zuurstofapparaat uitvalt.
Zo worden bijvoorbeeld aan de mensen die afhankelijk zijn van de thuisbeademing geadviseerd
om contact op te nemen met het Centrum voor Thuisbeademing en beschikken gebruikers
van beademingsapparatuur over een noodcilinder die hen 4–6 uur van zuurstof kan voorzien.
Deze doelgroep maakt geen verplicht onderdeel uit van bestaande calamiteitenplannen.
Ik ga daarom, zoals eerder aangegeven, in gesprek met Veiligheidsregio’s en gemeenten
om te verkennen hoe mensen die thuis gebruik maken van medische hulpmiddelen met een
afhankelijkheid van stroom ondersteund kunnen worden in het geval van calamiteiten.
Vraag 6
Klopt het dat bij hulpdiensten niet bekend is op welke adressen mensen (zelfstandig)
wonen voor wie stroomvoorziening of dagelijkse hulp van levensbelang is? Zo ja, deelt
u de mening dat het mensenlevens kan redden als deze informatie wél beschikbaar is
bij hulpdiensten? Hoe kan dit geregeld worden?
Antwoord 6
Het klopt dat hulpdiensten niet beschikken over adressen van mensen die afhankelijk
zijn van stroomvoorziening. Dit is ook ingewikkeld, onder meer vanuit het oogpunt
van privacy. Bovendien roept een centrale registratie praktische problemen op. Zo
is een registratie altijd een momentopname en is het mogelijk dat mensen al niet meer
op het geregistreerde adres wonen. Ook hebben hulpdiensten op het moment van een calamiteit
waarschijnlijk meerdere prioriteiten. Uiteraard zijn de adressen wel bekend bij de
leveranciers van kritische medische hulpmiddelen voor thuisgebruik en bij de zorgaanbieders
die aan huis kritieke hulp leveren.
Vraag 7
Bent u bereid een regeling te maken die het voor deze groep mogelijk maakt een noodaggregaat
of thuisbatterij aan te schaffen? Kan dit geborgd worden binnen de Wet langdurige
zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015?
Antwoord 7
Nee. Noodaggregaten of thuisbatterijen zijn kostbaar, nemen veel ruimte in beslag
en vergen regelmatig onderhoud. Ik zie daarom meer in het uitwerken van een scenario
voor opvang op externe locaties.
Vraag 8
Waar kunnen mensen die zich zorgen maken, zoals Bart in het artikel, terecht voor
advies en hulp of ondersteuning over wat ze kunnen doen bij een calamiteit en hoe
ze zich het beste kunnen voorbereiden? En waar kunnen ze terecht bij calamiteiten
zoals een stroomstoring of cyberaanval?
Antwoord 8
Mensen die zich zorgen maken kunnen zich in eerste instantie richten tot de leverancier
van de medische hulpmiddelen. Ook adviseer ik hen om met hun omgeving in gesprek te
gaan en afspraken te maken over wie wat doet ten tijde van bijvoorbeeld stroomuitval.
Daarnaast kan advies opgevraagd worden bij maatschappelijke initiatieven zoals de
stichting Weerbare Burgers Nederland. Zij delen praktische kennis over fysieke, mentale,
sociale en maatschappelijke veerkracht. Andere bronnen van informatie zijn de websites
van Veiligheidsregio’s die naast praktische adviezen over voorzorgsmaatregelen en
wat te doen bij uiteenlopende calamiteiten, informatie bieden over de lokale en regionale
situaties en hulpverlening, zoals https://vru.nl/incidenten/. Op DenkVooruit.nl staat informatie over wat burgers kunnen doen om voorbereid te
zijn op verschillende risico’s.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
D.E.M.C. Jansen, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.