Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Werf, Paternotte en Podt over stikstofbelemmeringen op defensielocaties
Vragen van de leden Van der Werf, Paternotte en Podt (allen D66) aan de Minister en de Staatssecretaris van Defensie over stikstofbelemmeringen op defensielocaties (ingezonden 25 juni 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Tuinman (Defensie) (ontvangen 18 augustus 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel in de Telegraaf van 16 juni 2025 met de titel
«Geheim rapport slaat alarm over Defensie: nieuwe NAVO-doelen in gevaar door aangescherpte
stikstofregels»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat uit een vertrouwelijk rapport van TNO blijkt dat Defensie op vrijwel
alle oefenlocaties wordt belemmerd door stikstofbeperkingen en dat dit directe gevolgen
heeft voor het halen van de Nederlandse NAVO-doelstellingen?
Antwoord 2
Ja.
Om de impact van de stikstofproblematiek op Defensie beter te kunnen duiden, heeft
TNO in opdracht van Defensie een verkenning gedaan naar de gevolgen voor de operationele
gereedstelling van de krijgsmacht van de uitspraken van 18 december jl. van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State en van 22 januari jl. van de rechtbank Den
Haag. Daarnaast heeft Haskoning, voorheen Royal HaskoningDHV, in opdracht van Defensie
de stikstofdepositiebijdrage van Defensie in Nederland in kaart gebracht, ten opzichte
van de huidige achtergrondwaarde en de kritische depositiewaarde.
TNO heeft in haar onderzoek voor vijf locaties de impact van de uitspraken voor verschillende
Defensieonderdelen beschreven. Op basis hiervan concludeert TNO dat de impact van
de uitspraken van 18 december jl. – en de stikstofproblematiek in den brede – op de
operationele gereedstelling van Defensie «enorm» is. Daarmee beperkt dit ook de nationale
en bondgenootschappelijke verdedigingscapaciteit en raakt daarmee onze verplichtingen
in het kader van de collectieve verdediging van het Nederlandse en NAVO-grondgebied.
Vraag 3
Kunt u dat rapport zo spoedig mogelijk, eventueel vertrouwelijk, aan de Kamer toesturen?
Antwoord 3
Het managementuittreksel van het onderzoek van TNO en het onderzoeksrapport van Haskoning
zijn op 3 juli 2025 aan uw Kamer verzonden, als bijlage bij de Verzamelbrief ontwikkelingen
in vastgoed, leefomgeving en ruimtelijke ordening (kenmerk D2025-002770).
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de constatering uit het artikel dat de natuurvergunningproblematiek
niet alleen extra kosten en vertraging oplevert, maar ook raakt aan de paraatheid
van de krijgsmacht?
Antwoord 4
De conclusies van het TNO-rapport zijn zorgelijk. Het is belangrijk dat ruimte wordt
geboden aan maatschappelijke taken van Defensie in het licht van geopolitieke ontwikkelingen,
zoals de tijdige en stelselmatige gereedstelling van de krijgsmacht. De (stikstof)ruimte
voor het verkrijgen van nieuwe natuurvergunningen is echter beperkt en dat belemmert
het bestendigen en intensiveren van bestaande defensieactiviteiten en de uitbreiding
van deze of nieuwe defensieactiviteiten.
Vraag 5
Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op
Vliegbasis De Peel?
Antwoord 5
Op de Luitenant-Generaal Bestkazerne wil het Defensie grondgebonden luchtverdedigingscommando
(DGLC) de luchtverdedigingsactiviteiten uitbreiden.
Net als voor het overgrote deel van de defensielocaties, beschikt de Luitenant-Generaal
Bestkazerne niet over een Omgevingsvergunning Natura 2000-activiteit (natuurvergunning).
Defensie voerde op deze locatie immers al activiteiten uit op het moment dat de Natura
2000-gebieden werden aangewezen. Op de Bestkazerne en andere defensielocaties is het
toegestane gebruik vastgelegd in milieutoestemmingen. Dan gaat het bijvoorbeeld om
het aantal schoten op schietbanen en geluidszones voor vliegbewegingen, maar ook om
aantallen eenheden en voertuigbewegingen. Bij uitbreiding van aantallen eenheden en
oefeningen boven de in de milieutoestemmingen opgenomen maxima, kunnen problemen ontstaan
als voor die uitbreiding een natuurvergunning nodig is. Ook voor wijzigingen die binnen
de bestaande milieutoestemmingen passen, is door de uitspraken van de Afdeling op
18 december jl. mogelijk een natuurvergunning nodig. Door de stikstofproblematiek
is het op dit moment moeilijk een natuurvergunning te krijgen voor uitbreiding van
activiteiten of projecten die zorgen voor extra stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden,
die al overbelast zijn. Deze problematiek kan zich in de toekomst ook voordoen bij
een mogelijke uitbreiding van de activiteiten van het DGLC.
Vraag 6
Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht
u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?
Antwoord 6
Zoals hierboven beschreven aan de hand van het voorbeeld van de DGLC, is het gezien
de geldende wet- en regelgeving, de jurisprudentie en de huidige staat van de natuur
lastig om een natuurvergunning te verkrijgen voor Defensielocaties. De Habitat-en
de Vogelrichtlijn bevatten momenteel geen generieke uitzondering voor defensieprojecten,
waardoor Defensie de reguliere stappen voor het verkrijgen van een natuurvergunning
moet doorlopen.
Omdat de stikstofruimte in Nederland beperkt is, zal Defensie per opgave gebiedsspecifiek
moeten onderzoeken wat de gevolgen van de stikstofdepositie van de defensieactiviteiten
zijn voor de daar aanwezige natuur. Als sprake is van een overbelaste situatie, dan
is een beperkt aantal instrumenten voorhanden om de toename van de Defensieactiviteiten
vergund te krijgen. Intern salderen of stikstofruimte aankopen van derden zijn door
de recente rechterlijke uitspraken enkel onder strikte voorwaarden mogelijk. Eén van
de mogelijkheden die Defensie onderzoekt, is het
treffen van compenserende maatregelen om bij te dragen aan het in stand houden van
de samenhang van het Natura 2000-gebied.
Omdat slechts enkele Defensielocaties over een natuurvergunning beschikken, betekent
dit dat als gevolg van de genoemde uitspraken in feite een herbeoordeling moet worden
gedaan van bestaande en geplande activiteiten. Op basis van die herbeoordeling moeten
natuurvergunningen worden aangevraagd. De hiervoor benodigde ecologische onderzoeken
en procedures kennen lange doorlooptijden. Daarbij komt dat mitigatie en compensatie
in de praktijk niet altijd mogelijk zijn i.v.m. overbelaste natuur, waardoor vergunningen
– ondanks de kleine bijdrage van Defensie aan de stikstofdepositie – moeilijk kunnen
worden verleend. In de praktijk wordt de vergunningprocedure daarnaast vaak vertraagd
doordat het Nederlandse vergunningensysteem complex en tijdrovend is, met onder meer
lange doorlooptijden en strikte eisen waaraan moet worden voldaan. Als gevolg hiervan
duurt de totale procedure voor het verkrijgen van een natuurvergunning aanzienlijk
langer dan initieel verwacht, waarbij de wettelijke termijnen voor vergunningverlening
ruimschoots worden overschrijden. In sommige gevallen kan dit zelfs jaren duren.
De Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) werkt, na de vaststelling
van een startpakket in april 2025, aan aanvullende maatregelen voor emissiereductie
en natuurherstel, met als doel de belemmeringen voor vergunningverlening weg te nemen.
Defensie veroorzaakt volgens het onderzoek van Haskoning een zeer beperkte gemiddelde
bijdrage aan de totale achtergronddepositie in Nederland, namelijk 0,01 – 0,05%. Defensie
probeert desalniettemin in haar rol als terreinbeheerder een positieve bijdrage te
leveren aan natuurherstel.
Tenslotte heeft de Europese Commissie op 17 juni jl. het pakket Defence readiness omnibus gepubliceerd. In het wetgevingstraject dat nu wordt opgestart, probeert het kabinet
op Europees niveau een oplossing te vinden voor de natuurvergunningenproblematiek
in relatie tot de defensieopgaven.
Vraag 7
Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Vliegbasis De Peel ook in 2026 of
2027 geen vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?
Antwoord 7
Indien geen vergunning kan worden verkregen voor activiteiten die nodig zijn voor
de gereedheid van de krijgsmacht, zowel op Vliegbasis De Peel als op andere Defensielocaties,
zijn de gevolgen groot. TNO concludeert dit ook in haar rapport. Als er minder ruimte
is om mensen te huisvesten, op te leiden, onderhoud aan materieel niet meer kan worden
gedaan of nieuw materieel onvoldoende kan worden ingezet, heeft dit direct invloed
op de personele en materiële gereedheid van de krijgsmacht. De impact van deze problematiek
reikt verder dan Defensie alleen. Het beperkt de nationale en bondgenootschappelijke
verdedigingscapaciteit en daarmee de collectieve verdediging van het Nederlandse en
het NAVO-grondgebied.
Vraag 8
Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op
het oefenterrein Marnewaard in Groningen?
Antwoord 8
Het oefenterrein Marnewaard beschikt momenteel niet over een natuurvergunning, maar
er is een milieutoestemming verleend voor de bestaande activiteiten. In het Nationaal
Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) is, voor wat betreft de schietbaan, de behoefte
opgenomen om naast de vaste schietpunten ook te kunnen schieten vanaf voertuigen die
rijden en verschillende vuurposities innemen. Daarnaast moet 6 weken per jaar meer
kunnen worden geoefend, waardoor Defensie voornemens is om het aantal oefenweken van
14 naar 20 weken per jaar op te hogen. Dit is echter een uitbreiding van de in de
milieutoestemmingen opgenomen maxima, waarvoor een natuurvergunning nodig is. Ook
voor wijzigingen die binnen de bestaande milieutoestemmingen passen, is door de uitspraken
van de Afdeling op 18 december jl. mogelijk een natuurvergunning nodig.
Vraag 9
Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht
u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?
Antwoord 9
Zie beantwoording vraag 6.
Vraag 10
Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Marnewaard ook in 2026 of 2027 geen
vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?
Vraag 10
Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Marnewaard ook in 2026 of 2027 geen
vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?
Antwoord 11
De kazerne en het oefenterrein Oirschotse Heide beschikken momenteel niet over een
natuurvergunning. In het NPRD is echter de behoefte opgenomen het Oefenterrein Oirschotse
Heide fysiek uit te breiden. Met betrekking tot deze uitbreiding kunnen problemen
ontstaan omdat daarvoor een natuurvergunning nodig is.
Vraag 12
Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht
u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?
Antwoord 12
Zie beantwoording vraag 6.
Vraag 13
Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als in Oirschot ook in 2026 of 2027 geen
vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?
Antwoord 13
Zie beantwoording vraag 7.
Vraag 14
Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op
het oefenterrein Harskamp (Gelderland)?
Antwoord 14
Het Infanterie Schietkamp (ISK) in Harskamp beschikt momenteel niet over een natuurvergunning,
maar er is een milieutoestemming verleend voor de bestaande activiteiten. Daarbij
gaat het om een maximum aantal schoten en de wapentypen waarmee mag worden geschoten.
Binnen die maxima zijn er geen belemmeringen. In het NPRD is de behoefte opgenomen
om op het ISK met nieuwe wapensystemen te oefenen en de capaciteit met 30% uit te
breiden. Bij uitbreiding van schotenaantallen boven de in de milieutoestemmingen opgenomen
maxima, of bij het schieten met andere wapentypen, kunnen problemen ontstaan omdat
hiervoor mogelijk een natuurvergunning nodig is. Ook voor wijzigingen die binnen de
bestaande milieutoestemmingen passen, is door de uitspraken van de Afdeling op 18 december
jl. mogelijk een natuurvergunning nodig.
Vraag 15
Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht
u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?
Antwoord 15
Zie beantwoording vraag 6.
Vraag 16
Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Harskamp ook in 2026 of 2027 geen
vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?
Antwoord 16
Zie beantwoording vraag 7.
Vraag 17
Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op
Vliegbasis Leeuwarden?
Antwoord 17
Op 18 juli jl. heeft de Rechtbank Noord-Nederland een uitspraak gedaan en de natuurvergunning
van Vliegbasis Leeuwarden vernietigd. Onderdeel van de uitspraak is dat het Ministerie
van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) 26 weken de tijd krijgt
om opnieuw op de aanvraag van Defensie te beslissen. Defensie bestudeert momenteel
de uitspraak.
Daarnaast is in het NPRD opgenomen dat op Vliegbasis Leeuwarden behoefte is aan meer
grondgebonden geluidruimte. Dit is nodig voor meer proefdraaien met jachtvliegtuigen
en het gebruik van grondvoertuigen en gronduitrusting. Voor deze behoefte is een nieuwe
natuurvergunning nodig.
Vraag 18
Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht
u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?
Antwoord 18
Zie beantwoording vraag 6.
Vraag 19
Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Vliegbasis Leeuwarden ook in 2026
of 2027 geen vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?
Antwoord 19
Zie beantwoording vraag 7.
Vraag 20
Wat zijn op dit moment de exacte belemmeringen als gevolg van stikstofwetgeving op
Vliegbasis Volkel?
Antwoord 20
Vliegbasis Volkel beschikt momenteel niet over een natuurvergunning, maar er is een
milieutoestemming verleend voor de bestaande activiteiten. In het NPRD is Vliegbasis
Volkel niet aangewezen als voorkeurslocatie voor de behoefte voor aanvullende jachtvliegtuigcapaciteit.
Wel is er de behoefte om bestaande activiteiten uit te breiden, zoals het proefdraaien
van luchtvaartuigen. Bij uitbreiding van activiteiten buiten de in de milieutoestemmingen
opgenomen maxima kunnen problemen ontstaan omdat hiervoor mogelijk een natuurvergunning
nodig is. Ook voor wijzigingen die binnen de bestaande milieutoestemmingen passen,
is door de uitspraken van de Afdeling op 18 december jl. mogelijk een natuurvergunning
nodig.
Vraag 21
Welke stappen worden daar gezet om deze belemmeringen op te lossen en wanneer verwacht
u dat de stikstofvergunning wordt verkregen of aangepast?
Antwoord 21
Zie beantwoording vraag 6.
Vraag 22
Wat zijn de gevolgen voor de krijgsmacht als op Vliegbasis Volkel ook in 2026 of 2027
geen vergunning wordt verkregen voor uitbreiding of intensiever gebruik?
Antwoord 22
Zie beantwoording vraag 7.
Vraag 23
Welke lessen trekt u uit de huidige impasse voor andere vitale sectoren (zoals woningbouw,
energie-infrastructuur en crisisnoodopvang) die eveneens vastlopen op stikstofvergunningen?
Antwoord 23
De stikstofproblematiek raakt naast Defensie ook andere belangrijke maatschappelijke
ontwikkelingen. Interdepartementaal, bijvoorbeeld in de MCEN, worden opgedane ervaringen
gedeeld. Bij het zoeken naar gebiedsspecifieke oplossingen voor de stikstofproblematiek
bij uitbreidingen van Defensie, kijken we dan ook naar lessen uit initiatieven van
andere sectoren in die gebieden.
De mogelijkheden voor oplossingen zijn, mede vanwege het bijzondere karakter van de
defensieactiviteiten, echter beperkt. In de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel
werkt het kabinet aan oplossingen om de vergunningsverlening weer op gang te brengen.
Daarnaast zet het kabinet via de in antwoord 6 genoemde Defence Readiness Omnibus
van de Europese Commissie in op het versnellen en versterken van de defensiegereedheid.
Dit door middel van Europese regelgeving die toegespitst is op het huidige dreigingsniveau.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.