Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over het IPCC-rapport en weersextremen
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het IPCC rapport en weersextremen (ingezonden 11 juli 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 18 augustus 2025).
Vraag 1
Is het correct dat op pagina 1585 van het laatste rapport van het Intergovernmental
Panel on Climate Change (IPCC)1 het volgende staat: «There is low confidence in most reported long-term (multi-decadal to centennial) trends
in TC frequency- or intensity-based metrics due to changes in the technology used
to collect the best-track data.»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat betekent deze bewering van het IPCC? Beweert het IPCC hier niet mee dat er «weinig
vertrouwen» («low confidence») is dat de frequentie en intensiteit van orkanen zou
zijn toegenomen? Zo nee, wat staat er volgens u dan wel?
Antwoord 2
Zoals door IPCC in de zin na de geciteerde tekst wordt aangegeven mag deze bevinding
niet worden geïnterpreteerd als dat er geen trends in de fysieke waarnemingen zijn.
Wel betekent het dat de kwaliteit en/of tijdsduur van de waarnemingen nog onvoldoende
zijn om een robuuste trend vast te kunnen stellen, met name door de variabiliteit
op multi-decadaletijdschaal. Om die reden is er nog «weinig vertrouwen» («low confidence»)
dat de frequentie en intensiteit van orkanen zou zijn toegenomen.
Vraag 3
Is het correct dat op pagina 1569 van het laatste IPCC-rapport het volgende staat:
«In summary there is low confidence in the human influence on the changes in high river
flows on the global scale.»?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Wat betekent deze bewering van het IPCC? Beweert het IPCC hier niet mee dat er «weinig
vertrouwen» («low confidence») is dat veranderingen in overstromingen door mensen
zouden worden veroorzaakt?
Antwoord 4
IPCC geeft aan dat extreme neerslagvoorvallen een belangrijke, maar niet de enige
factor is die van invloed is op het optreden van overstromingen van rivieren. Het
IPCC geeft ook aan dat er – voorafgaand aan het AR6 WG I rapport van 2021 – maar weinig
studies waren die specifiek naar de attributie van langetermijnveranderingen in overstromingen
hadden gekeken. Om die reden (het feit dat er maar weinig studies zijn) stelt het
IPCC in het AR6-rapport dat er «weinig vertrouwen» («low confidence») is dat veranderingen
in overstromingen door menselijke klimaatverandering zouden worden veroorzaakt. Sindsdien
zijn daarover veel meer studies verschenen, die in het 7e IPCC assessment rapport zullen worden meegenomen2.
Vraag 5
Bent u (nog steeds) van mening dat er meer weersextremen zijn en dat dit wordt veroorzaakt
door mensen? Zo ja, kunnen we daaruit dan concluderen dat u het IPCC niet zo serieus
neemt?
Antwoord 5
Ja en dat is geheel in lijn met wat IPCC stelt. Door IPCC is in haar AR6 WG 1 rapport
al aangegeven dat door de mens veroorzaakte klimaatverandering een vaststaand feit
is en door klimaatverandering extreem weer wereldwijd is toegenomen en bij voortgaande
klimaatverandering zal blijven toenemen. Zoals verwoord in hetzelfde hoofdstuk 11
op pagina 1517:
«Het is een vaststaand feit dat door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen
heeft geleid tot een verhoogde frequentie en/of intensiteit van bepaalde weers- en
klimaatextremen sinds de pre-industriële tijd, met name wat betreft temperatuurextremen.»; en in de beleidssamenvatting onder A.3
«Door de mens veroorzaakte klimaatverandering heeft al invloed op veel weer- en klimaatextremen
in elke regio ter wereld. Het bewijs van waargenomen veranderingen in extremen zoals
hittegolven, hevige neerslag, droogtes en tropische cyclonen, en met name de toeschrijving
ervan aan menselijke invloed, is sinds AR5 sterker geworden.»; en onder B2.2. «Met elke verdere toename van de opwarming van de aarde worden de veranderingen in
extremen steeds groter.(…).»
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.