Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Bruyning over klachten tegen kritische rechters binnen de jeugdsector
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over klachten tegen kritische rechters binnen de jeugdsector (ingezonden 16 juli 2025).
Mededeling van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 7 augustus
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de Kamervragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract onder
nummer 2025Z14673 ingezonden op 14 juli 2025?1 Zou u deze onderstaande vragen aanvullend aan deze eerdere vragen en gelijktijdig
willen beantwoorden?
Vraag 2
Bent u bekend met het artikel in het Dagblad van het Noorden van 15 juli 2025 van de journalisten Erik Bloem en Bas van Sluis waarin wordt beschreven
dat Jeugdbescherming Noord (JBN) een klacht heeft ingediend tegen een kinderrechter
en tweemaal in gesprek is gegaan met het bestuur van de Rechtbank Noord-Nederland?2
Vraag 3
Is in de zaak waarover gepubliceerd is door het Dagblad van het Noorden de klachtenregeling
Rechtbank Noord Nederland3, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 27 januari 2025, volledig, tijdig en
correct gevolgd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Wat is uw oordeel over het feit dat een Gecertificeerde Instelling (GI) als JBN gesprekken
eist met het gerechtsbestuur vanwege onvrede over rechterlijke uitspraken? Past dit
binnen het karakter van een onafhankelijke rechtspraak? En had JBN niet de normale
procesgang moeten volgen door het indienen van een hoger beroep bij het Gerechtshof?
Vraag 5
Klopt het dat één van deze gesprekken pas is bevestigd nadat journalisten van het
Dagblad van het Noorden hier navraag naar deden? Acht u deze gang van zaken transparant
en in lijn met democratische controle op de rechtspraak?
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat het zorgelijk is dat de Rechtbank Noord-Nederland JBN uitnodigt
terwijl andere procespartijen dit voorrecht niet hebben?
Vraag 7
Wat is uw reactie op het feit dat JBN intern op intranet een klacht tegen een specifieke
rechter heeft geplaatst? Acht u dit handelen in lijn met professioneel en zorgvuldig
bestuursbeleid? Wordt hiermee niet bewust het risico genomen dat het gezag van de
betreffende rechter(s) wordt ondermijnd?
Vraag 8
Deelt u de zorg dat wanneer bestuurders van een gecertificeerde instelling zich publiekelijk
of intern expliciet afzetten tegen de rechtspraak – zoals in het geval van JBN – dit
een signaalfunctie heeft richting jeugdbeschermers, waardoor het risico ontstaat dat
rechterlijke uitspraken genegeerd of onvoldoende serieus genomen worden? Hoe voorkomt
u dat ouders en kinderen, die gelijk krijgen van een rechter, desondanks in de praktijk
worden geconfronteerd met onwil of passief verzet van uitvoerende professionals? Acht
u het reëel dat dit ertoe kan leiden dat jeugdbeschermers opdrachten of beschikkingen
van rechters bewust niet (meer) uitvoeren, omdat zij zich gesterkt voelen door het
bestuurlijke standpunt?
Vraag 9
Hoe beoordeelt u het risico dat medewerkers van JBN hierdoor worden aangemoedigd om
rechters tijdens zittingen uit te dagen of provoceren om zo klachten te kunnen onderbouwen?
Vraag 10
Vindt u dat deze gang van zaken duidt op een zorgelijke bestuurscultuur binnen JBN?
Acht u deze instelling, mede op basis hiervan, nog geschikt om kinderbeschermingsmaatregelen
aan de rechter voor te leggen en vervolgens uit te voeren?
Vraag 11
Wordt binnen de procedure van certificering van GI's getoetst of de instelling een
rechtsstatelijk verantwoorde houding heeft ten opzichte van de rechterlijke macht?
Zo nee, bent u bereid deze toets met de grootst mogelijke spoed toe te voegen?
Vraag 12
Wat zegt dit incident over de feitelijke machtsverhoudingen in de jeugdzorg? Begrijpt
u dat dit voorbeeld het beeld bij ouders, kinderen en advocaten oproept dat GI’s –
in tegenstelling tot ouders, kinderen en advocaten – direct bestuurlijk kunnen interveniëren
bij rechtbanken? Wat vindt u hiervan? Moet dit beeld niet direct publiekelijk worden
rechtgezet door bijvoorbeeld publiekelijk uit te spreken dat dit niet passend is bij
de taakvervulling van een GI?
Vraag 13
Deelt u de opvatting dat dit incident de noodzaak onderstreept om het ketenpartnerschap
structureel te herzien, waarbij GI’s geen toegang meer hebben tot gerechtsbesturen
voor klachten over individuele rechters?
Vraag 14
Acht u het wenselijk dat de rechterlijke macht gesprekken voert met uitvoerende instellingen
als JBN over de inhoud van uitspraken, zonder dat daarbij wederhoor of openbaarheid
is gewaarborgd?
Vraag 15
Hoe ziet u de rol van het ministerie als toezichthouder op GI's in het licht van deze
situatie? Vindt u dat hier sprake is van overschrijding van grenzen die ingrijpen
of sancties rechtvaardigen? Bent u bereid de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en
de Inspectie Justitie en Veiligheid onderzoek te laten doen naar het handelen van
de bestuurder van JBN en te onderzoeken of dit handelen past bij haar taakvervulling?
Bent u voornemens om de bestuurder hierover te ontbieden en te bevragen over haar
handelen?
Vraag 16
Bent u voornemens om samen met de Raad voor de rechtspraak afspraken te maken over
wat wel en niet behoort tot de taken van de gecertificeerde instellingen en richtlijnen
op te stellen dat dergelijke (geheime) gesprekken en afspraken tussen partijen niet
meer voor kunnen komen?
Vraag 17
Overweegt u in het licht van dit incident om de certificering van JBN te laten her
beoordelen of in te trekken?
Vraag 18
Bent u het ermee eens dat wat hier is gebeurd het vertrouwen in de rechtsstaat ernstig
kan schaden en dat dit niet helpend is in het herstel van vertrouwen in de toch al
broze staat waar de rechtsstaat in verkeert?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal
Contract), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over klachten
tegen kritische rechters binnen de jeugdsector. (ingezonden 16 juli 2025) niet binnen
de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde
informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.