Schriftelijke vragen : De rechterlijke uitspraak dat Nederland burgers onvoldoende beschermt tegen landbouwgif
Vragen van het lid Kostic (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de rechterlijke uitspraak dat Nederland burgers onvoldoende beschermt tegen landbouwgif (ingezonden 7 augustus 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van het gerechtshof van Den Bosch, waarbij
werd bevestigd dat lelieteelt naast woonwijken wegens het vele gebruik van landbouwgif
onwenselijk is en dat de wetgever en de toelatingsorganisatie (het College voor de
toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)) steken laten vallen in
het beschermen van bewoners tegen landbouwgif?1
Vraag 2
Weet u nog dat de Partij voor de Dieren (Kamerstuk 27 858, nr. 714) en wetenschappers eerder ook kritiek hebben geuit op het gebrek aan handelen van
het kabinet om de gezondheid van burgers te beschermen, maar dat de Minister en de
Staatssecretarissen wilden wachten op nog jarenlang onderzoek totdat 100 procent zekerheid
was dat bestrijdingsmiddelen inderdaad gevaarlijk waren voor mensen?2,
3,
4
Vraag 3
Weet u nog dat de Partij voor de Dieren in het commissiedebat Gewasbeschermingsmiddelen
van 15 mei 2025 stelde dat dat geen juiste toepassing was van het voorzorgsbeginsel
door het kabinet en dat het kabinet meer verboden en beperkingen moest instellen,
eventueel in afwachting van resultaten van verder onderzoek (Kamerstuk 27 858, nr. 714)?
Vraag 4
Wat is uw reactie op de kritiek van de rechter op de regering over het feit dat Nederland
het voorzorgsbeginsel niet goed toepast en de Europese richtlijn omtrent duurzaam
gebruik van pesticiden niet goed heeft ingevoerd en daarmee kwetsbare groepen zoals
kinderen en ouderen onvoldoende beschermt?
Vraag 5
Hoe gaat u deze fout precies op korte termijn corrigeren?
Vraag 6
Weet u nog dat de Partij voor de Dieren en wetenschappers eerder ook kritiek hebben
geuit (Kamerstuk 2025D28474) (Kamerstuk 2024D43678) op de werkwijze van het Ctgb, waarbij onvoldoende werd getoetst op de gevaren voor
de gezondheid van burgers, maar de Minister altijd bleef herhalen dat ze blijft volgen
wat het Ctgb zegt?
Vraag 7
Wat is uw reactie op de uitspraken van de rechter over het gebrekkige handelen van
het Ctgb, waaronder het niet toetsen op risico’s op ziektes als Parkinson en ontwikkelingsstoornissen
bij kinderen en het niet vragen om een risicobeoordeling bij wetenschappelijke deskundigen?
Vraag 8
Welke snelle stappen gaat u ondernemen om deze fout te corrigeren?
Vraag 9
Wat gaat u precies op welke termijn doen naar aanleiding van de uitspraak van de rechter?
Vraag 10
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat kinderen en andere mensen op korte termijn
alsnog voldoende worden beschermd tegen landbouwgif en andere bestrijdingsmiddelen
en biociden?
Vraag 11
Gaat u in ieder geval met uw collega’s een landelijk verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen
nabij woonwijken instellen, zoals omwonenden dat willen? Zo nee, waarom speelt u bewust
met mensenlevens?
Vraag 12
Bent u bereid ervoor te zorgen dat de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden vlak
na het zomerreces 2025 weer naar de Kamer wordt gestuurd, waarbij recht wordt gedaan
aan de genoemde uitspraak van de rechter en de roep vanuit de wetenschap en burgers
om mensen en dieren beter te beschermen tegen bestrijdingsmiddelen en biociden, gezien
het feit dat deze wet met een amendement succesvol is gewijzigd door de Partij voor
de Dieren (Kamerstuk 35 756, nr. 8, waardoor deze wet een flinke reductie had van het gebruik van schadelijke gif in
de landbouw en erbuiten en zo de gezondheid van mensen echt beschermt, maar werd ingetrokken
door het huidige kabinet? Zo ja, wat komt er dan in die wet te staan en welke middelen
(binnen en buiten de landbouw) worden verder verboden of aan banden gelegd en op welke
termijn? Zo nee, waarom speelt u bewust met mensenlevens?
Vraag 13
Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak met betrekking tot de andere teelten waarvoor
veel gif wordt gebruikt (zoals tulpen en pootaardappelen)? Op welk wetenschappelijk
en juridisch advies baseert u uw antwoord en kunt u dit advies of deze adviezen meesturen)?
Vraag 14
Erkent u dat de kans groot is dat als de overheid niet snel in actie komt tegen landbouwgif,
er meer mensen na deze uitspraak terecht naar de rechter zullen stappen om hun gezondheid
en die van hun kinderen te beschermen?
Vraag 15
Deelt u de mening, van ons en omwonenden, dat het de taak van de overheid is om snel
alsnog duidelijkheid en goede bescherming van gezondheid van mensen en dieren te regelen,
zodat burgers niet worden gedwongen om agrariërs voor de rechter te slepen en om te
voorkomen dat spanningen tussen burgers en agrariërs op het platteland verder oplopen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 16
Kunt u de vragen één voor één, zo snel mogelijk en in ieder geval binnen de gestelde
termijn beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Gericht aan
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Ines Kostić, Kamerlid