Schriftelijke vragen : Het bericht ‘TikTok-kalifaat lokt piepjonge kinderen in val’.
Vragen van het lid Michon-Derkzen (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «TikTok-kalifaat lokt piepjonge kinderen in val» (ingezonden 7 augustus 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «TikTok-kalifaat lokt piepjonge kinderen in val» in
De Telegraaf van 6 augustus 2025?1
Vraag 2
Klopt het dat propaganda zolang het geen directe oproep tot geweld bevat in principe
geen illegale content is?
Vraag 3
Klopt het dat het tonen van terroristische daden, zoals onthoofdingen, in veel gevallen
eveneens niet als illegale content wordt aangemerkt?
Vraag 4
Deelt u de constatering dat dit type content, hoewel juridisch mogelijk «legaal» ernstige
psychologische en ideologische schade kan toebrengen aan met name minderjarigen?
Vraag 5
Hoe wordt binnen het kader van de Digital Services Act (DSA) omgegaan met online content
die valt onder de categorie «legal yet harmful»?
Vraag 6
Valt de verspreiding van IS-propaganda via TikTok en andere platforms zoals beschreven
in het Telegraaf-artikel onder dit «legal yet harmful»-begrip?
Vraag 7
Voert u gesprekken met de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal
(ATKM) over manieren om sneller of steviger tegen dergelijke content op te treden?
Vraag 8
Wat zijn volgens u de belangrijkste belemmeringen in de huidige wet en regelgeving
bij de bestrijding van online radicalisering, zeker wanneer deze zich buiten het strafrechtelijke
kader voltrekt?
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de opbrengsten van het in 2025 afgeronde project Procom in het licht
van de actuele zorgen over online radicalisering via platforms als TikTok, mede gelet
op de aangenomen motie Michon-Derkzen van 19 december 2024 waarin is verzocht om een
overzicht van de resultaten en juridische belemmeringen?2
Vraag 10
In hoeverre bieden de inzichten uit Procom handvatten voor een nationale of Europese
aanpak van legal yet harmful-content, zoals jihadistische propaganda gericht op minderjarigen?
Vraag 11
Hoe ondersteunt u docenten en scholen bij het herkennen en melden van signalen van
online radicalisering, met name wanneer minderjarigen worden blootgesteld aan verheerlijking
van IS?
Vraag 12
Welke juridische en beleidsmatige mogelijkheden ziet u om content die «legal yet harmful»
is en met name gericht is op het aanwakkeren van kalifaatverheerlijking onder jongeren
actief in te perken?
Vraag 13
Wie is primair aan zet om te interveniëren in de online dynamiek waarin jongeren worden
blootgesteld aan extremistische content, voordat sprake is van strafbare feiten?
Vraag 14
Welke concrete stappen heeft u gezet of bent u bereid te zetten om de door de ATKM
bepleite gecoördineerde aanpak met politie, jeugdzorg, gemeenten en platforms te organiseren,
zolang duidelijke strafrechtelijke kwalificaties vaak ontbreken?3
Vraag 15
Kunt u deze vragen nog voorafgaand aan het commissiedebat Terrorisme en Extremisme
van 3 september 2025 beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Ingrid Michon-Derkzen, Kamerlid