Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over het bericht ‘Frankrijk zal Palestina erkennen als staat.’
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Frankrijk zal Palestina erkennen als staat» (ingezonden 25 juli 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 7 augustus 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Frankrijk zal Palestina erkennen als staat»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid Frankrijk in deze stap te volgen en de Palestijnse staat te erkennen?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2
De uiteindelijke erkenning van de Palestijnse staat moet voor Nederland onderdeel
zijn van een politieke proces dat leidt tot een duurzame oplossing voor het Israëlisch-Palestijns
conflict, die door beide partijen wordt gedragen, waarbij de tweestatenoplossing het
uitgangspunt is. Dit proces moet wat Nederland betreft zo spoedig mogelijk worden
aangevangen. Erkenning vraagt om een zorgvuldige afweging. Hierbij moet niet alleen
worden gekeken naar wat dit kan betekenen voor een eventuele duurzame oplossing voor
de catastrofale situatie in Gaza, maar ook naar de verantwoordelijkheden en noodzakelijke
hervormingen van de Palestijnse Autoriteit.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat Frankrijk naar het onmenselijke leed in Gaza verwijst en zegt
dat er geen alternatief meer bestaat voor het erkennen van de Palestijnse staat?
Antwoord 3
Het besluit om tot erkenning van de Palestijnse staat over te gaan is een nationale
competentie. Zie overigens het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat Israël het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen niet erkent?
Deelt u de mening dat dit een schending is van het internationaal recht?
Antwoord 4
Ja. In overeenstemming met het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van
19 juli 2024, erkent het kabinet dat de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden
onrechtmatig is en dat Israël met zijn bezetting het recht op zelfbeschikking van
het Palestijnse volk schendt.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat meerdere Israëlische regeringsleden hebben toegegeven zowel
de Gazastrook als de Westelijke Jordaanoever in te willen lijven bij Israël? Bent
u bereid dit te veroordelen en als een schending van het internationaal recht te benoemen?
Antwoord 5
In overeenstemming met het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 19 juli
2024, erkent het kabinet dat de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden
onrechtmatig is. Dit komt overeen met de reeds jarenlang bestaande kabinetspositie
dat de nederzettingen en de uitbreiding daarvan, vernielingen of uithuisplaatsingen
in de bezette gebieden, in strijd zijn met het internationaal recht. Het kabinet veroordeelt
oproepen tot annexatie van de Palestijnse Gebieden en schaart zich eveneens achter
de oproep van het IGH om de bezetting zo spoedig mogelijk te beëindigen, met inachtneming
van de legitieme veiligheidsbelangen van Israël. De oproepen van de Israëlische extremistische
Ministers Ben-Gvir en Smotrich tot annexatie van de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever
zijn onacceptabel en vormen mede aanleiding voor het kabinet om hen tot persona non
grata te verklaren en voor de inzet om hen te registreren als ongewenste vreemdelingen
in het Schengenregistratiesysteem (SIS). Daarnaast heeft Nederland in EU-verband het
Zweedse initiatief gesteund m.b.t. het sanctioneren van extremistische Israëlische
Ministers, in lijn met de gewijzigde motie Klaver.2
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat ook de Knesset op 23 juli 2025 (met 71 stemmen voor en slechts
13 tegen) een motie aannam die oproept om «Israëlische soevereiniteit op Judea, Samaria
en de Jordaanvallei» toe te passen? Bent u bereid dit te veroordelen?
Antwoord 6
Het kabinet veroordeelt deze oproep. Zie voor de toelichting het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat volgens de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) het
erkennen van een Palestijnse staat niet afgedaan kan worden als symboolpolitiek, ook
als dit op de korte termijn geen effectief verschil op het strijdtoneel creëert?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof uit 2024 over de illegale bezetting van Palestina
genoeg juridische grond verschaft voor de erkenning van Palestina?
Antwoord 8
Zie voor de Nederlandse afweging om al dan niet over te gaan tot erkenning het antwoord
op vraag 2.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het decennialange Nederlandse beleid om Palestina niet te erkennen,
het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen middels een eigen staat belemmert?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.