Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over de brandbrief van hulporganisaties en gebrekkige voedseldistributie in Gaza
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brandbrief van hulporganisaties en gebrekkige voedseldistributie in Gaza (ingezonden 28 juli 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 7 augustus 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de brief van tientallen hulporganisaties over de situatie in Gaza
op 23 juli 2025? Hoe beoordeelt u deze brief?1 Hoeveel doden zijn er inmiddels gevallen in Gaza sinds de beëindiging van het staakt-het-vuren
als gevolg van honger?
Antwoord 1
Ja. De zorgen van de hulporganisaties zijn terecht en het rapport van het Integrated Phase Classification System van 29 juli onderstreept de ernst van de situatie. Zicht op de exacte cijfers blijft
beperkt door toegangsbelemmeringen voor humanitaire organisaties, onderzoekers, journalisten
en andere waarnemers. Tevens hangen de sterftecijfers sterk af van de gehanteerde
definitie. Zo sprak de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op 27 juli jl. van 63 doden
door ondervoeding in de maand juli. Hoe dit zich verhoudt tot het aantal doden buiten
ziekenhuizen, alsook het aantal doden door andere oorzaken, is niet bekend.
Vraag 2
Welke stappen zet het kabinet zowel nationaal als in Europese Unie (EU)-verband per
ommegaande om te voorkomen dat er mensen sterven van de honger en te zorgen dat mensen
op reguliere wijze voldoende voedsel hebben?
Antwoord 2
Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli
2025 zet het kabinet zich, bij voorkeur in EU-verband, in om door een combinatie van
druk op en dialoog met Israël de situatie in zowel de Gazastrook als de Westelijke
Jordaanoever te verbeteren.
Vraag 3
Overwegende dat in de brief van hulporganisaties wordt gesteld dat net buiten Gaza,
in magazijnen, en zelfs binnen Gaza zelf, tonnen voedsel, schoon water, medische benodigdheden,
onderdakspullen en brandstof liggen opgeslagen, klopt het dat er vlak buiten de grenzen
en in Gaza voldoende vrachtwagens met goederen staan en zouden deze qua aantallen
een hongersnood kunnen voorkomen, mits deze Gaza worden binnengelaten en deze gelijkwaardig
onder alle mannen, vrouwen en kinderen in Gaza gedistribueerd zouden worden?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Klopt dan de stelling dat hongersnood te voorkomen is en de oorzaak dat er mensen
van honger sterven in ieder geval niet te wijten is aan gebrek aan voedsel bestemd
voor Gazanen (zowel binnen als buiten Gaza bestemd), maar te wijten aan het feit dat
het al beschikbaar gestelde voedsel niet of te weinig gedistribueerd wordt, en als
dat al gebeurt het niet altijd bij de juiste mensen terechtkomt? Indien dat niet het
geval is, kan het kabinet met cijfers aantonen hoe de situatie dan wel geduid zou
moeten worden?
Antwoord 4
De hongercrisis in Gaza is onnodig. VN-hulporganisaties hebben voldoende voorraad
om de Gazastrook direct en voor maanden van voedsel te voorzien. Aanhoudend militair
geweld, bevolen evacuaties, het (nagenoeg) tegenhouden van hulptransporten over land
en de afwezigheid van adequate distributie zorgen ervoor dat het beschikbare voedsel
nauwelijks of niet bij de juiste mensen terechtkomt.
Vraag 5
Overwegende dat de hulporganisaties stellen dat ze geen toegang tot deze goederen
hebben en deze dus niet kunnen leveren, en dat humanitaire organisaties de capaciteit
en voorraden hebben om op grote schaal te reageren maar omdat hen de toegang wordt
ontzegd, dit terwijl de Israëlische regering openlijk verklaart dat de organisaties
toestemming van Israël hebben maar dat de Verenigde Naties (VN) weigert om te distribueren,
kunt u aangeven welke verklaring wel of niet klopt of nuancering behoeft?2
Antwoord 5
De VN en andere hulporganisaties kunnen hulp onvoldoende Gaza binnenbrengen en deze
niet adequaat distribueren. De VN noch andere gemandateerde hulporganisaties weigeren
om (voedsel)hulp – onder adequate omstandigheden – te distribueren. Zie ook het antwoord
op vraag 4.
Vraag 6
Klopt het dat er momenteel ongeveer 950 trucks al reeds geïnspecteerd zijn door Israël
en er geen belemmeringen zijn gerelateerd aan een mogelijke toestemmingverlening tot
toegang in Gaza? Zo nee, hoeveel zijn er dan al reeds geïnspecteerd en welke handelingen
dienen er nog verricht te worden zodat deze Gaza in kunnen?
Antwoord 6
De cijfers omtrent de inspectie van vrachtwagens door Israël variëren dagelijks. Verder
geeft het deel van de vrachtwagens dat is geïnspecteerd volgens het zogenaamde 2720-mechanisme
geen volledig beeld van de totale invoer van goederen. Dit mechanisme (in december
2023 aangenomen door de VN-Veiligheidsraad) richt zich op het coördineren, monitoren
en versnellen van humanitaire hulp naar Gaza.
Vraag 7
Op welke punten schiet Gaza Humanitarian Foundation (GHF) volgens het kabinet tekort om humanitaire hulp te verlenen? Zijn al deze punten
ook als onderdeel van de afspraken op 10 juli jl. aangekaart? Zo ja, welke eisen zijn
er neergelegd en hoe is hier inmiddels opvolging aan gegeven?
Antwoord 7
De hulp zoals geboden door GHF is niet in overeenstemming met de principes van humaniteit,
onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit. Hulpdistributies van GHF vinden
plaats op vier locaties die onbereikbaar zijn voor de meeste mensen in Gaza. De voedseluitgifte
daar is onbehoorlijk en leidt tot chaos en slachtoffers. Ook zijn veel van de goederen
die GHF uitdeelt niet ready-to-eat maar vereisen water en brandstof, waaraan een groot tekort bestaat, voor verdere
bewerking. De op 10 juli overeengekomen afspraken tussen de EU en Israël gaan niet
over GHF, maar focussen op verruiming van de mogelijkheden voor invoer en distributie
van humanitaire hulp in het algemeen.
Vraag 8
Overwegende dat VN-woordvoerder Dujarric stelt dat: «To collect supplies that have
reached any of the Israeli crossings around Gaza – all of which are fenced off and
heavily guarded – drivers need multiple access approvals as well as a pause in the
bombing and for the iron gates [at the crossing] to slide open,» adds the UN spokesperson.
«We have to be allowed to come in with our own trucks. The goods have to switch from
one truck to another. It’s a very lengthy procedure.», hoelang duurt de procedure
gemiddeld om toegang te verkrijgen tot het terrein en voordat een truck gereed is
om te distribueren en vindt het kabinet dit proportioneel gezien de veiligheidssituatie?
Zo nee, wat vindt het kabinet wel een verantwoorde procedure en tijdsduur?
Antwoord 8
Nederland heeft beperkt zicht op de precieze procedures en hun lengte. Het is echter
aan de professionele, gemandateerde hulporganisaties zoals de VN, niet aan Nederland,
om aan te geven welke procedures werkbaar zijn. Zie ook het antwoord op vraag 4.
Vraag 9
Is het met deze procedurelengte überhaupt mogelijk om voldoende trucks Gaza in te
krijgen per dag, uitgaande van de theoretische situatie dat er 24/7 aanvragen voor
toegang op locatie zouden kunnen worden verwerkt? Kan het kabinet uiteenzetten waarom
dat wel of niet het geval is? Kan de procedure verkort worden of kan er meer personeel
beschikbaar gesteld worden om een versnelling mogelijk te maken? Kan de EU daarbij
ondersteunen en was dit onderdeel van de afspraken tussen Israël en de EU gedeeld
op 10 april jl.? Acht het kabinet het mogelijk om zonder controle trucks Gaza binnen
te laten?3 Zo ja, hoe beoordeelt het kabinet het veiligheidsaspect en risico op verlenging
van de oorlog en daarmee verlenging van het leed van Gazanen en is het kabinet bereid
om daar individueel of in EU-verband per ommegaande het gesprek over te voeren met
de Israëlische autoriteiten?
Antwoord 9
Het is niet aan Nederland om te bepalen of vrachtwagens zonder controle de Gazastrook
binnen kunnen worden gelaten. Het kabinet kan zodoende geen uitlatingen doen over
het veiligheidsaspect van een dergelijke maatregel. Wel benadrukt Nederland dat Israël,
conform de bepalingen van het humanitair oorlogsrecht, de noodzakelijke maatregelen
moet nemen om voldoende humanitaire hulp voor de Gazastrook te faciliteren of te bewerkstelligen.
Het akkoord tussen de EU en Israël omvat geen precieze afspraken omtrent de procedures
van invoer van goederen, wel over het volledig openen van grensovergangen.
Het kabinet hecht geen waarde aan het argument dat het binnenlaten van voldoende humanitaire
hulp het risico met zich meebrengt dat dit de oorlog kan verlengen. Honger mag nóóit
dienen als instrument voor oorlogsvoering. Dit is zodoende geen overweging voor de
Nederlandse inzet op gebied van humanitaire hulp.
Vraag 10
Klopt het dat de VN wel toestemming heeft om voedsel op te halen en te distribueren
en dat er al trucks zijn die geïnspecteerd zijn en toestemming hebben, maar dat er
wel sprake is van een zwaar bureaucratisch proces om op het terrein te komen, dat
voor de forse vertraging zorgt? Indien het kabinet van mening is dat deze conclusie
niet klopt, kan het kabinet aangeven waarom niet?
Antwoord 10
Er zijn inderdaad diverse belemmeringen, waaronder bureaucratische belemmeringen,
die het ophalen en distribueren van hulp bemoeilijken. Hoe substantieel deze belemmering
is in vergelijking met alle andere obstructies in de humanitaire distributieketen
kan het kabinet niet beoordelen. Duidelijk is wel dat procedures om goederen op te
halen bij de grens veel beter kunnen, zoals ook wordt aangegeven door het Bureau voor
de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de VN (OCHA). Zo geven de VN bijvoorbeeld
aan dat de dagelijkse openingstijden van de grensovergangen moeten worden verruimd
(langere openingstijden, en iedere dag van de week).
Vraag 11
Overwegende dat VN-woordvoerder Dujarric tevens stelt dat: «all too often, civilians
approaching our trucks are shot at or trampled while trying to get food,» en «We must
get reliable assurances that troops would not engage or be present along the routes
of our convoys.», is het zo dat het gebrek aan veiligheidsgaranties ook een rol speelt
voor de VN t.a.v. de moeizame distributie?
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Heeft de VN momenteel als standpunt dat ze geen Israëlische troepen als escort met
de VN-konvooien mee willen te laten gaan om voedsel te distribueren? Zo ja, is het
mogelijk om andere vormen van beveiliging mee te zenden en kan de EU daaraan bijdragen?
Heeft dit standpunt van de VN tot vertraging in distributie geleid? Zo ja, waarom
zijn er geen alternatieve vormen van beveiliging voorgesteld en hoe beoordeelt het
kabinet dit?
Antwoord 12
De onafhankelijkheid, onpartijdigheid en neutraliteit van humanitaire hulp is leidend
voor de VN. Nederland onderschrijft deze leidende principes, en onderstreept dat altijd
terughoudend moet worden omgesprongen met vermenging van humanitaire hulp en militaire
activiteit. Het is aan de VN-organisaties om te bepalen welke vormen van bescherming
werkbaar zijn en welke precieze (aanvullende) maatregelen genomen kunnen worden om
hulpgoederen veilig en effectief te distribueren.
Vraag 13
Betekent het uitgangspunt van de VN dat niet een volledige blokkade door Israël, maar
de eisen rond veiligheid en de te lange procedures momenteel de reden is dat er minder
trucks dan mogelijk worden geleverd om de hulpgoederen te distribueren? Zo nee, waarom
niet? Indien er wel een volledige blokkade is, hoe kan het dat de VN wel degelijk
insinueert Gaza in te kunnen, mits de situatie op de grond beter was?4
Antwoord 13
Nee. Het kabinet beschouwt de huidige situatie, in het bijzonder de catastrofale noden
en plunderingen van hulpkonvooien door wanhopige menigtes, als een direct gevolg van
de humanitaire blokkade. De volledige blokkade duurde, vanaf begin maart, circa 80 dagen.
Na de gedeeltelijke opheffing van de blokkade bleef, en blijft, toegang voor invoer
en distributie van hulp vooralsnog ernstig beperkt. Er worden, zoals gezegd, onvoldoende
maatregelen genomen om hulporganisaties in staat te stellen hun werk ongehinderd en
veilig uit te voeren.
Vraag 14
Overwegende dat GHF-woordvoerder Chapin Fay stelt dat de GHF herhaaldelijk heeft aangeboden
om namens de VN de VN-goederen te leveren, maar dat de VN weigert mee te werken, klopt
dit? Zo ja, hoe beoordeelt het kabinet dit? Klopt de conclusie dat als GHF de distributie
zou overnemen er voldoende voedsel geleverd wordt om een hongersnood te voorkomen
en levens van Gazanen gered kunnen worden?5 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Het kabinet is niet bekend met details over correspondentie tussen GHF en de VN. Het
hulpmechanisme en de werkzaamheden van GHF zijn niet in overeenstemming met de humanitaire
principes van humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit, gaan
gepaard met gedwongen verplaatsing en leiden tot dodelijke situaties. Het kabinet
acht het daarom zeer onwaarschijnlijk dat GHF in staat zou zijn om de taken van de
VN op gebied van humanitaire distributie adequaat over te nemen. De VN is daarnaast
niet verplicht om samen te werken met GHF. Israël is echter wel verplicht is om professionele
hulporganisaties zoals de VN en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging, die op dit moment
onmisbaar zijn voor de bestrijding van hongersnood, zo goed mogelijk te ondersteunen
bij de uitvoering van hun werk.
Vraag 15
Kan het kabinet de echtheid van de correspondentie tussen de VN en GHF bevestigen?6 Zo ja, klopt het dat de GHF meerdere afspraken heeft geprobeerd te maken met de VN
om te bespreken hoe voedsel gedistribueerd zou kunnen worden en coördinatie verbeterd
zou kunnen worden en dat deze tot in ieder geval 24 juli jl. niet zijn gehonoreerd?
Hoe beoordeelt het kabinet deze opstelling van de VN in het licht van de humanitaire
crisis onder de Gazaanse bevolking?
Antwoord 15
Het kabinet is niet bekend met details over correspondentie tussen GHF en de VN en
kan hierover geen uitspraken doen.
Vraag 16
Klopt de conclusie dat het neutraliteitsstandpunt van de VN momenteel zwaarder weegt
dan de noodzaak voor acute hulp en distributie van al reeds beschikbare goederen?
Zo ja, hoe beoordeelt het kabinet deze opstelling? Zo nee, welke weging wordt er dan
wel gemaakt volgens het kabinet en hoe weegt het kabinet deze in het licht van de
humanitaire ramp?
Antwoord 16
Het neutraliteitsstandpunt van de VN staat ten dienst van de mogelijkheid om veilig
en ongehinderd hulp te kunnen distribueren, in de Gazastrook en elders in de wereld.
Het kabinet heeft begrip voor de noodzaak die humanitaire organisaties voelen om vast
te houden aan de humanitaire principes. Het feit dat humanitaire hulp niet adequaat
kan worden gedistribueerd heeft andere oorzaken, zoals toegelicht in de beantwoording
van vragen 3, 4 en 10.
Vraag 17
Overwegende dat vorige week 100 doden werden gemeld bij een VN-truck die via Zikim
in Noord-Gaza was, waar GHF niet bij betrokken was, hoe kon het zo escaleren en wat
was de rol en aandeel van de Israel Defense Forces (IDF)?7
Antwoord 17
Het Wereldvoedselprogramma (WFP) maakte in het weekend van 21 juli jl. bekend8 dat een wanhopige menigte poogde om voedsel te bemachtigen van een VN-konvooi, waarbij
zij volgens WFP onder vuur werd genomen door Israëlische troepen. Dit betreft geen
incident. Door honger en wanhoop verzamelen zich momenteel grote aantallen mensen
bij de wegen die de VN mogen gebruiken voor hulpleveranties. Er verschijnen vrijwel
dagelijks berichten over beschietingen op burgers in dergelijke situaties. De VN wijzen
nadrukkelijk naar Israël.
Vraag 18
Hoe vaak heeft sinds de introductie van GHF de IDF Gazaanse burgers rond een VN-konvooi
beschoten? Hoeveel slachtoffers zijn daarbij tot nu toe gevallen als gevolg van het
direct schieten van de IDF op de bevolking?
Antwoord 18
Sinds het GHF-initiatief van start ging worden burgers veelvuldig beschoten bij hulpdistributies,
volgens ooggetuigen en in Gaza aanwezige hulporganisaties betrof dit beschietingen
door onder andere de Israëlische strijdkrachten. Het kabinet heeft, onder meer vanwege
het gebrek aan toegang voor journalisten en onderzoekers, geen verifieerbare informatie
over het precieze aantal slachtoffers dat is gevallen door Israëlisch vuur. Wel is
duidelijk dat bij geweld in en nabij distributielocaties al meer dan duizend burgers
zijn gedood, waarvan ten minste 766 in en nabij de GHF-distributiefaciliteiten. Deze
cijfers blijven oplopen. Het kabinet veroordeelt dit geweld ten zeerste, en dringt
aan op onmiddellijke bescherming van hulpbehoevende burgers.
Vraag 19
Hoe vaak heeft sinds de introductie van GHF Hamas een VN-konvooi aangevallen? Hoeveel
slachtoffers zijn daarbij tot nu toe gevallen? Klopt het dat Hamas heeft gesteld zich
niet verantwoordelijk te voelen voor voldoende humanitaire hulp richting de Gazaanse
bevolking? Hoe beoordeelt het kabinet dit?
Antwoord 19
De VN heeft geen berichten gedeeld over konvooien die zijn aangevallen door Hamas
sinds de oprichting van de GHF in mei 2025. Het kabinet koestert echter geen illusies
over de intenties en het optreden van Hamas. Hamas is een terroristische organisatie
die al jarenlang zijn eigen bevolking onderdrukt, mensenrechten schendt en door zijn
gruwelijke daden van 7 oktober 2023 een spiraal van geweld ontketende. Hamas is in
belangrijke mate medeverantwoordelijk voor het uitblijven van een staakt-het-vuren.
Vraag 20
Hoe beoordeelt u het bericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Frankrijk,
dat stelde dat het risico op hongersnood het resultaat is van de blokkade opgelegd
door Israël, in het licht van de verklaringen van Israël, de VN, Hamas en de feitelijke
omstandigheden?9 Hoe beoordeelt u de soortgelijke uitspraken van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
in het licht van de uitspraken van Israël, de VN, Hamas en de feitelijke omstandigheden?10 Deelt het kabinet deze opvatting?
Antwoord 20
Het kabinet deelt de zorgen die door Frankrijk, andere landen en internationale organisaties
zoals de WHO, zijn geuit.
Israël heeft als bezettende macht de verplichting om de bevolking in bezet gebied
te voorzien van adequate voeding en medische voorzieningen.
Het blijft van belang om de implementatie van resolutie 2417, en het humanitair oorlogsrecht
in den brede, te blijven agenderen, zoals Nederland ook doet, zowel in multilaterale
fora als in de bilaterale dialoog met Israël. Nederland heeft om deze reden op 29 juli
tijdens het Open Debat Midden-Oosten in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
aandacht gevraagd voor de implementatie van resolutie 2417 in de Gazastrook. Daarnaast
heeft Nederland met de zogenaamde Group of Friends van deze resolutie op 23 juli jl. een verklaring ondertekend over het kritieke risico
op honger.11 In lijn met resolutie 2417 wijst Nederland Israël consequent op de verplichtingen
onder het humanitair oorlogsrecht.
Vraag 21
Erkent het kabinet dat de tragedie in Gaza nog groter is omdat er theoretisch gezien
genoeg voedsel beschikbaar zou zijn om iedereen te kunnen voeden, mits het voedsel
met de juiste coördinatie en op een efficiënte en vreedzame manier zou worden verdeeld?
Antwoord 21
Ja. De oorlog in Gaza moet stoppen. De Gazaanse bevolking lijdt onder extreme en aanhoudende
ontberingen als gevolg van de Israëlische humanitaire blokkade. Een onmiddellijk staakt-het-vuren
is nodig om meer hulp te verlenen aan de noodlijdende bevolking en ook om de gegijzelden
vrij te krijgen. Het beëindigen van de vijandelijkheden zou helpen bij het snel en
massief opschalen van hulpverlening, zoals ook tijdens het staakt-het-vuren van begin
dit jaar. Echter moet hulp, conform het humanitair oorlogsrecht, ook op voldoende
schaal geboden kunnen worden indien een staakt-het-vuren uitblijft.
Vraag 22
Overwegende dat er inmiddels ook aan de bel wordt getrokken ten aanzien van een tekort
van specifieke medicijnen, kan het kabinet hier op reageren? Hoe wordt ervoor zorggedragen
dat de medicijnen op de juiste plek Gaza binnenkomen? Kunt u de verantwoordelijke
Israëlische autoriteiten hier per ommegaande op aanspreken?12
Antwoord 22
Nederland roept Israël op om volledige, ongehinderde en veilige humanitaire toegang
te bewerkstelligen. Zowel voor de invoer van essentiële hulpgoederen, waaronder medicijnen,
als voor de distributie hiervan.
Vraag 23
Kan het kabinet onafhankelijk onderzoek eisen naar de toedracht van de doden als gevolg
van honger sinds het vervallen van het staakt-het-vuren en daarbij naast de rol van
Israël ook expliciet kijken naar de rol en keuzes van Hamas, de VN, de EU en betrokken
hulporganisaties te kijken ten aanzien van het niet-gedistribueerde voedsel?
Antwoord 23
Nederland maakt zich grote zorgen over de catastrofale situatie in Gazastrook en de
zich ontvouwende hongersnood in de strook. Nederland blijft het belang van accountability onderstrepen in bilaterale en multilaterale diplomatieke inzet. Zoals bekend wordt
reeds onderzoek gedaan naar internationale misdrijven, inclusief oorlogsmisdrijven,
via bestaande internationale organisaties en structuren waaronder het Internationaal
Strafhof en de Independent International Commission of Inquiry on the Occupied Palestinian Territory,
including East Jerusalem, and Israel. Het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger voor Mensenrechten in de Palestijnse Gebieden
van de Verenigde Naties speelt ook een belangrijke rol waar het onderzoek naar mensenrechtenschendingen
betreft. Nederland ondersteunt dit kantoor in 2024 en 2025 met in totaal 2 miljoen euro.
Vraag 24
Kan het kabinet deze vragen individueel beantwoorden en uiterlijk op 28 juli 2025?
Antwoord 24
Er is gestreefd naar een zo spoedig mogelijk en separate beantwoording.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.