Schriftelijke vragen : Het bericht 'Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek: ‘Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?’'
Vragen van de leden Michon-Derkzen en Van Eijk (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek: «Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?»» (ingezonden 4 augustus 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Moordenaar krijgt na jaren cel en tbs baan in zorgkliniek:
«Hoe kan zo iemand werken met kwetsbare personen?»» gepubliceerd door De Telegraaf op 31 juli 2025?1
Vraag 2
Deelt u de zorgen van nabestaanden en andere betrokkenen over het feit dat iemand
met een dergelijk ernstig verleden werkzaam is met kwetsbare cliënten?
Vraag 3
Hoe vaak is het in de afgelopen tien jaar voorgekomen dat iemand met een veroordeling
voor een ernstig geweldsmisdrijf tóch een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) heeft
gekregen voor werkzaamheden in de zorg? Welke zaken betroffen dit precies, en wat
waren de motiveringen van Justis om in die gevallen toch een VOG te verlenen?
Vraag 4
Kunt u bevestigen wanneer de betrokkene in deze casus een VOG heeft aangevraagd, voor
welk type functie dit was, welk screeningsprofiel daarbij is gehanteerd, en of het
levensdelict uit 2001 daarbij is meegewogen?
Vraag 5
Kunt u toelichten of in deze zaak politiegegevens zijn geraadpleegd voorafgaand aan
het verlenen van de VOG? Zo ja, welke gegevens betroffen dit en wie nam uiteindelijk
de beslissing?
Vraag 6
Waarom is in het onderhavige geval wél een VOG verstrekt, terwijl in een soortgelijke
zaak door Justis en de Staatssecretaris van Rechtsbescherming een VOG geweigerd werd
wegens de ernst van het levensdelict en het risico voor de maatschappij?
Vraag 7
In hoeverre stelt Justis bij de VOG-procedure expliciet rekening met het risico dat
iemand met een aangetoonde ernst van geweldshandeling een functie zal vervullen met
kwetsbare personen? Wordt daarbij al dan niet maatwerk toegepast?
Vraag 8
In hoeverre wordt de VOG-P momenteel benut bij het aannemen van personeel in de zorgsector,
en zijn er plannen dit instrument breder toe te passen binnen zorginstellingen waar
kwetsbare personen verblijven?
Vraag 9
Is in deze zaak sprake geweest van continue screening? Zo nee, waarom niet? Acht u
het wenselijk om continue screening uit te breiden naar functies in de forensische
en geestelijke gezondheidszorg?
Vraag 10
Hoeveel VOG-aanvragen in de gezondheidszorg zijn sinds januari 2024 afgewezen op basis
van het verscherpte toetsingskader, bijvoorbeeld via de VOG-P? Wat zegt dit weigeringspercentage
over de effectiviteit van het instrument in functies met hoge integriteitseisen?
Vraag 11
Wordt bij VOG-aanvragen in de zorgsector structureel rekening gehouden met langere
terugkijktermijnen bij ernstige geweldsdelicten, vergelijkbaar met de zeden- en terrorismekaders?
Klopt het dat deze mogelijkheid bestaat, maar in de praktijk niet altijd wordt benut?
Vraag 12
Welke verantwoordelijkheid rust op zorginstellingen en hun bestuur om antecedenten
van werknemers en ervaringsdeskundigen te controleren? Acht u het nodig om deze verantwoordelijkheid
te verduidelijken of uit te breiden bijvoorbeeld door een aangescherpte verantwoordingsplicht?
Vraag 13
Hoe weegt u in deze zaak de belangen van re-integratie (werk voor ex-justitiabelen)
af tegen de noodzaak van bescherming van kwetsbare personen in zorginstellingen? Klopt
het dat in bepaalde gevallen het belang van de aanvrager zwaarder kan wegen dan het
maatschappelijk risico?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ingrid Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Wendy van Eijk, Tweede Kamerlid