Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bikker over privatisering van zorgvastgoed
Vragen van het lid Bikker (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over privatisering van zorgvastgoed (ingezonden 15 juli 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Pouw-Verweij (Volksgezondheid, Welzijn en Sport ) (ontvangen
25 juli 2025).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Hoe een ideële zorgvereniging transformeerde tot
steenrijk goed doel en de zorg ineens goedkoper moet»?1
Antwoord 1
Het bericht heb ik met belangstelling gelezen. Ik wil terughoudend zijn met het reageren
op individuele casuïstiek zeker wanneer ik niet alle details ken. Tegelijk wil ik
wel benadrukken dat een financieel belang nooit boven het leveren van goede zorg mag
worden gezet. Cliënten mogen daar nooit de dupe van worden.
Wanneer een oudereninstelling ondermaatse kwaliteit van zorg levert en de bestaande
problemen onvoldoende kunnen worden aangepakt, kan een overname helpen de continuïteit
en kwaliteit van zorg te verbeteren. Ook investeringsmaatschappijen kunnen daarin
een rol spelen. Daarbij is wel van belang dat het maken van rendement niet ten koste
gaat van de zorg. De kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg moet
altijd boven het persoonlijke financiële belang van een investeringsmaatschappij staan.
Vraag 2
Is de verkoop van de zorggroep aan een investeringsmaatschappij en daarna de verkoop
van het vastgoed aan een ander investeringsbedrijf, die deze vervolgens weer verhuurt
aan de eerste maatschappij, ook maar op enige manier een positieve impuls geweest
voor de kwaliteit van zorg voor de cliënten van Pro Senectute? Zo ja, waar blijkt
dat uit? Zo nee, welke bevindingen heeft u dan?
Antwoord 2
Ik weet niet wat in dit geval het effect op de kwaliteit van zorg voor de cliënten
is geweest. Het toezicht op de kwaliteit van zorg berust bij de IGJ.
Vraag 3
Herkent u dat de marktwerking die in deze situatie wordt toegepast niet ten goede
lijkt te komen aan de kwaliteit van zorg, maar alleen ten goede aan de financiële
situatie van de vereniging en de investeringsmaatschappijen?
Antwoord 3
Zoals ik in mijn antwoord op de eerste vraag heb gezegd moet ik terughoudend zijn
met het reageren op individuele casuïstiek. In zijn algemeenheid geldt dat het doel
van marktwerking nooit het maken van zo veel mogelijk winst mag zijn zodat de kwaliteit
onder druk komt. Met de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders
worden dan ook maatregelen getroffen om te voorkomen dat financieel belang ten koste
gaat van de kwaliteit van zorg. Wanneer blijkt dat de zorg ondermaats is kan het bijdragen
aan de oplossing om de instelling te verkopen aan een partij welke als doel heeft
zowel de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg te verbeteren en tegelijk een positief
resultaat te behalen. Innovaties, zoals voorzieningen die moeten voorkomen dat ouderen
uit bed vallen kunnen daarbij helpen. Dit kan de kwaliteit en continuïteit bevorderen.
Een positief financieel resultaat mag nooit ten koste gaan van de toekomstbestendigheid
van de oudereninstelling.
Vraag 4
Welke garanties voor de toekomst zijn er voor de cliënten dat de appartementen bestemd
blijven voor ouderen met een zorgvraag?
Antwoord 4
Het zorgkantoor in de regio behoort te voldoen aan de zorgplicht, waarbij zij verantwoordelijkheid
ervoor dragen dat voor iedereen die zorg nodig heeft voldoende zorg wordt ingekocht
die aansluit bij de behoeften van de cliënt.
Vraag 5
Op welke manier zijn in dit geval de rechten van cliënten geborgd bij een overname
van een zorginstelling, naast een adviserende rol van de cliëntenraad? Hoe beoordeelt
u deze situatie?
Antwoord 5
Cliënten met een Wlz-indicatie houden recht op zorg vanuit de Wlz. Naast de rol van
de cliëntenraad bij een overname kan ook het zorgkantoor bij de inkoop van zorg voorwaarden
verbinden aan de wijze waarop de rechten van cliënten worden geborgd en hierover het
gesprek aan gaan met de zorgaanbieder. De IGJ houdt toezicht op de kwaliteit van de
zorg.
Vraag 6
Is het wat u betreft gerechtvaardigd dat de opbrengst van de verkoop, die terecht
komt bij de vereniging Pro Senectute, besteed wordt aan ouderen in het algemeen in
plaats van de cliënten van de zorglocaties van Pro Senectute?
Antwoord 6
Ik ga niet over de besteding van opbrengsten bij verkoop. Om te voorkomen dat financiële
belangen niet boven de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg worden
gesteld, worden met de het wetsvoorstel van de Wet integere bedrijfsvoering zorg-
en jeugdhulpaanbieders voorwaarden gesteld aan winstuitkeringen.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat zorginstellingen door hun financiële situatie zich genoodzaakt
zien hun vastgoed te verkopen aan investeringsmaatschappijen, om de zorginstelling
draaiend te kunnen houden? Ziet u ook dat vastgoed en soms de hele zorginstelling
primair een investeringsobject wordt in plaats van dat goede en betaalbare zorg centraal
staan? Wanneer is er sprake van een tendens?
Antwoord 7
Ik herken niet dat het veelvuldig voorkomt dat zorginstellingen wegens hun financiële
situatie hun vastgoed moeten verkopen om zorglevering te kunnen voortzetten. Zo is
de bekostiging van zorg ook niet geregeld en het is aan het bestuur van een zorginstelling
om er voor te zorgen dat een instelling niet in een dergelijke situatie belandt. Ik
herken ook niet de tendens dat zorginstellingen investeringsobject worden.
Vraag 8
Ziet u bij dit type transacties ook een verschuiving in de aangeboden zorgzwaartepakketten?
Op welke manier zijn zorgverzekeraars hierbij betrokken en verloopt dat in uw ogen
goed? Waar blijkt dat uit?
Antwoord 8
Een overname van zorg kan er toe leiden dat een nieuwe aanbieder andere keuzes maakt
over de doelgroep welke deze wil bedienen en de bijbehorende zorgzwaartepakketten.
Maar dat hoeft niet zo te zijn. Het kan ertoe leiden dat er verschuiving plaats vindt
naar het bedienen van bijvoorbeeld «lichtere» of «zwaardere» doelgroepen. Daarbij
geldt dat een dergelijke specialisatie ook zorginhoudelijke voordelen met zich mee
kan brengen. Zorgkantoren hebben zorgplicht binnen hun regio en zijn ervoor verantwoordelijk
dat voor elke doelgroep (voor elk zorgzwaartepakket) voldoende zorg wordt ingekocht
die aansluit bij de behoeften van de cliënt.
Vraag 9
Op welke manier biedt de aankomende Wet integere bedrijfsvoering zorg (Wibz) meer
waarborgen om de invloed aan investeringsmaatschappijen zonder zorgbelang in intramurale
zorg te beperken?
Antwoord 9
Het Wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders beoogt de risico’s
op een bedrijfsvoering gericht op louter persoonlijk financieel gewin zoveel mogelijk
te beperken en niet-integere aanbieders beter te weren. Het wetsvoorstel bevat hiertoe
verplichtingen voor aanbieders om een integere bedrijfsvoering te waarborgen, om te
voorkomen dat persoonlijke financiële belangen boven de maatschappelijke belangen
in de zorg en jeugdhulp worden gesteld. Er zijn verschillende verplichtingen en randvoorwaarden
in het wetsvoorstel opgenomen die de invloed van investeringsmaatschappijen pogen
te beperken.
De Wibz stelt een aanscherping van het begrip winstuitkering, zodat alle verschillende
vormen van winstuitkeringen die een risico vormen voor de kwaliteit of toegankelijkheid
van de zorg, onder de reikwijdte vallen. De huidige bepalingen over het verbod op
winstuitkering zien alleen op de mogelijkheid om dividenduitkeringen te doen. In de
praktijk bestaan echter verschillende manieren waarop een vorm van rendement uitgekeerd
kan worden aan investeerders in de zorg, zoals via extra vergoedingen op een lening
of inkoop van aandelen met winst indien de zorgaanbieder een besloten vennootschap
(bv) is. Met de aanscherping in het wetsvoorstel vallen deze alternatieve routes ook
onder het begrip winstuitkering.
Ook aan het uitkeren van winst stelt het wetsvoorstel voorwaarden. In de praktijk
kunnen namelijk risico’s ontstaan voor de kwaliteit, de betaalbaarheid en de toegankelijkheid
van zorg en jeugdhulp als het financieel belang binnen dergelijke aanbieders te groot
wordt. Winst mag daarom alleen worden uitgekeerd als:
– Kwaliteit van zorg of jeugdhulp op orde is (geen lopende maatregel IGJ);
– Elke twee jaar een onafhankelijk clienttevredenheidsonderzoek is uitgevoerd en gepubliceerd;
– Zorgaanbieder geen tariefdelicten heeft begaan of transparantiebepalingen rond de
bedrijfsvoering heeft overtreden (geen lopende maatregel NZa op deze onderwerpen);
– De interne toezichthouder de winstuitkering expliciet heeft goedgekeurd;
– Redelijkerwijs is te voorzien dat winstuitkering niet ten koste zal gaan van kwaliteit
en continuïteit van te verlenen zorg of jeugdhulp;
– Financiële gezondheid van de aanbieder op orde is (EBITDA(R)-marge, rentabiliteit,
current ratio en weerstandsvermogen).
Hiernaast mogen aanbieders geen onverantwoorde risico’s nemen bij het aantrekken of
terugbetalen van eigen of vreemd vermogen. Het risico op te grote financiële belangen
en minder oog voor de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid bestaat niet alleen
bij winstuitkeringen maar ook bij andere transacties met eigen of vreemd vermogen
(bijv. leningen of aandelentransacties). Daarom mogen aanbieders geen risico’s nemen
waarvan ten tijde van het nemen van het besluit redelijkerwijs voorzienbaar is dat
deze een bedreiging (kunnen) vormen voor de continuïteit van de organisatie of voor
de kwaliteit van de te leveren zorg of jeugdhulp.
Ten slotte worden aanbieders verplicht gesteld om bij van betekenis zijnde transacties
met verbonden partijen en (kortweg) familieleden van de dagelijkse of algemene leiding
dan wel interne toezichthouder normale marktvoorwaarden te hanteren. Deze norm ziet
op het voorkomen dat een aanbieder veel te hoge vergoeding voor geleverde diensten
betaalt of een veel te lage vergoeding voor geleverde diensten ontvangt.
Deze randvoorwaarden en verplichtingen beperken de mogelijkheden van investeringsmaatschappijen
die zich met een verkeerd motief in de intramurale zorg bevinden.
Vraag 10
Zou de situatie bij Pro Senectute mogelijk zijn als ook intramurale zorg onder het
winstverbod in de Wibz zou worden geschaard?
Antwoord 10
Zorg die wordt verleend via de Wlz in combinatie met verblijf is niet uitgezonderd
op het winstuitkeringsverbod op grond van huidige regelgeving. Dit betekent dat er
geen winst mag worden uitgekeerd binnen de intramurale ouderenzorg. Ondanks het winstuitkeringsverbod
is het op basis van het huidige winstuitkeringsbegrip mogelijk om op verschillende
manieren toch een vorm van rendement uit te keren. Het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering
beoogt oneigenlijke winstuitkeringen met een aanscherping van het begrip winstuitkering
tegen te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.