Schriftelijke vragen : Tegengaan van versnippering in regelgeving en hulp bij armoede en schulden
Vragen van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over tegengaan van versnippering in regelgeving en hulp bij armoede en schulden (ingezonden 24 juli 2025).
Vraag 1
Deelt het kabinet de opvatting dat armoede- en schuldenbeleid idealiter integraal
moeten worden vormgegeven, zodat mensen met geldzorgen niet tussen loketten en wetgeving
vallen?
Vraag 2
Welke concrete stappen worden gezet om de versnippering in regelgeving, loketten en
toegang tot hulp bij armoede en schulden te verminderen?
Vraag 3
Bent u bereid om te verkennen of er binnen het Nationaal Programma Armoede en Schulden
een pilot kan worden gestart met één regisseur voor armoede- én schuldenaanpak in
gemeenten?
Vraag 4
Herkent u het risico dat financiële prikkels om (meer) te gaan werken voor mensen
met schulden beperkt zijn, omdat extra inkomsten soms direct worden verrekend of wegvallen
in de schuldsanering?
Vraag 5
Hoe sluit het programma aan bij de beoogde verruiming van bijverdienmogelijkheden
uit het wetsvoorstel Participatiewet in balans?
Vraag 6
Bent u bereid om te onderzoeken in hoeverre bijverdiengrenzen en vrijlatingsregelingen
in de schuldhulpverlening het perspectief op zelfredzaamheid ondermijnen?
Vraag 7
Welke structurele aandacht krijgt terugvalpreventie na afronding van een schuldhulptraject
in het nieuwe Nationaal Programma Armoede en Schulden?
Vraag 8
Wordt ervaringsdeskundigheid ook ingezet bij het ontwerpen van terugvalpreventie en
gedragsinterventies?
Vraag 9
Hoe wordt geborgd dat kleine schulden daadwerkelijk klein blijven, ook in de fase
na schuldhulpverlening?
Vraag 10
In hoeverre is bij de ontwikkeling van de Routekaart Financiële Zorgen en de nieuwe
toolkit bewust gestuurd op het vermijden van extra bureaucratie voor gemeenten en
inwoners?1
Vraag 11
Wordt de regeldruk voor mensen met schulden of armoede op structurele wijze gemonitord?
Zo ja, kunt u de resultaten met de Kamer delen?
Vraag 12
Hoe wordt geborgd dat initiatieven zoals KEUS (inzet van ervaringsdeskundigheid) geen
projectmatige pilots blijven, maar structureel verankerd worden in beleid en uitvoering?
Vraag 13
Op welke manier krijgen ervaringsdeskundigen een formele plek binnen gemeenten, vergelijkbaar
met beleidsmedewerkers of klantadviseurs?
Vraag 14
Hoe wordt in de Participatiewet in balans invulling gegeven aan het uitgangspunt van
«meer mens, minder systeem»?
Vraag 15
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Merlien Welzijn, Kamerlid