Schriftelijke vragen : De rechterlijke uitspraak dat Nederland burgers onvoldoende beschermt tegen landbouwgif
Vragen van het lid Kostic (PvdD) aan de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de rechterlijke uitspraak dat Nederland burgers onvoldoende beschermt tegen landbouwgif (ingezonden 23 juli 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van het gerechtshof van Den Bosch, waarbij
werd bevestigd dat lelieteelt naast woonwijken wegens het vele gebruik van landbouwgif
onwenselijk is en dat de wetgever en de toelatingsorganisatie het College voor de
toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) steken laten vallen in
het beschermen van bewoners tegen landbouwgif?1
Vraag 2
Bent u zich ervan bewust dat u hoofdverantwoordelijk bent voor de bescherming van
gezondheid van mensen in Nederland en dat het een grondwettelijke taak is van de overheid?
Vraag 3
Is u bekend dat de Partij voor de Dieren en wetenschappers eerder ook kritiek hebben
geuit op het gebrek aan handelen door het kabinet om de gezondheid van burgers te
beschermen tegen bestrijdingsmiddelen, maar dat het kabinet wilde wachten op nog jarenlang
onderzoek totdat 100% zekerheid was dat bestrijdingsmiddelen inderdaad gevaarlijk
zijn voor mensen?
Vraag 4
Is u bekend dat de Partij voor de Dieren eerder stelde dat dat geen juiste toepassing
was van het voorzorgsbeginsel door het kabinet en dat het kabinet meer verboden en
beperkingen moest instellen, eventueel in afwachting van resultaten van verder onderzoek?
Vraag 5
Is u bekend dat de Partij voor de Dieren en wetenschappers eerder ook kritiek hebben
geuit op de werkwijze van het Ctgb, waarbij onvoldoende werd getoetst op de gevaren
voor de gezondheid van burgers, maar het kabinet alleen bleef herhalen dat ze blijven
volgen wat het Ctgb zegt?
Vraag 6
Wat is uw reactie op de uitspraken van de rechter over het gebrekkige handelen van
het Ctgb, waaronder het niet toetsen op risico’s op ziektes als Parkinson en ontwikkelingsstoornissen
bij kinderen en het niet vragen om een risicobeoordeling bij wetenschappelijke deskundigen?
Hoe gaat u dit corrigeren?
Vraag 7
Wat is uw reactie op de kritiek van de rechter op de regering over het feit dat Nederland
het voorzorgsbeginsel niet goed toepast en de Europese richtlijn omtrent duurzaam
gebruik van pesticiden niet goed heeft ingevoerd en daarmee kwetsbare groepen zoals
kinderen en ouderen onvoldoende beschermt? Hoe gaat u deze fout precies op korte termijn
corrigeren?
Vraag 8
Bent u met ons en omwonenden eens dat het de taak van de overheid is om alsnog goede
bescherming van gezondheid van mensen en dieren te regelen, zodat burgers niet gedwongen
worden om agrariërs voor de rechter te slepen en om te voorkomen dat spanningen tussen
burgers en agrariërs op het platteland verder oplopen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Wat gaat u precies op welke termijn doen naar aanleiding van de uitspraak van de rechter?
Vraag 10
Wat gaat u doen, vanuit uw (grondwettelijke) verantwoordelijkheid voor gezondheid
van mensen in Nederland, om ervoor te zorgen dat kinderen en andere mensen op korte
termijn alsnog voldoende worden beschermd tegen landbouwgif en andere bestrijdingsmiddelen
en biociden?
Vraag 11
Gaat u in ieder geval met uw collega’s een landelijk verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen
nabij woonwijken instellen, zoals omwonenden dat willen? Zo nee, waarom speelt u bewust
met mensenlevens?
Vraag 12
Is u bekend dat met de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, zoals met een amendement
succesvol gewijzigd door de Partij voor de Dieren2, een flinke reductie van het gebruik van schadelijke gif in de landbouw en erbuiten
was geregeld en zo de gezondheid van mensen echt was beschermd, maar werd ingetrokken
door het huidige kabinet? Bent u bereid om vanuit uw verantwoordelijkheid voor de
gezondheid van burgers, met uw collega’s in het kabinet ervoor te zorgen dat deze
wet vlak na het zomerreces weer naar de Kamer wordt gestuurd, waarbij recht wordt
gedaan aan de genoemde uitspraak van de rechter en de roep vanuit de wetenschap en
burgers om mensen en dieren beter te beschermen tegen bestrijdingsmiddelen en biociden?
Zo nee, waarom speelt u bewust met mensenlevens?
Vraag 13
Kunt u deze vragen één voor één, zo snel mogelijk en in ieder geval binnen het gestelde
termijn beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ines Kostić, Tweede Kamerlid