Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rajkowski en Veltman over de berichten ‘Perroncontroles 'overlasttrein' Zwolle - Emmen komen niet terug’ en ‘Staatssecretaris: snel oplossing voor mogelijk overslaan treinstation Maarheeze’
Vragen van de leden Rajkowski en Veltman (beiden VVD) aan de Minister van Asiel en Migratie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Perroncontroles «overlasttrein» Zwolle – Emmen komen niet terug» en «Staatssecretaris: snel oplossing voor mogelijk overslaan treinstation Maarheeze» (ingezonden 22 januari 2025).
Antwoord van Minister Keijzer (Asiel en Migratie), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 18 juli 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 1380.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Perroncontroles «overlasttrein» Zwolle – Emmen komen
niet terug» en «Staatssecretaris: snel oplossing voor mogelijk overslaan treinstation
Maarheeze»?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat intimidatie, agressie en geweld onacceptabel zijn en dat hier
hard tegen moet worden opgetreden zodat treinreizigers veilig kunnen reizen en treinpersoneel
veilig zijn werk kan doen?
Antwoord 2
Die mening deel ik, het OV moet veilig zijn voor reizigers en personeel.
Vraag 3
Op welke trajecten is met name last van overlastgevende asielzoekers? Om welk type
incidenten gaat het dan? Kunt u dit cijfermatig weergeven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
NS en Arriva ervaren de situaties op de trajecten Eindhoven – Weert en Zwolle – Emmen
en op de stations Emmen en Maarheeze in zekere zin als uniek als een gevolg van de
nabijgelegen aanmeldlocaties in Ter Apel en Budel. Voor een overzicht van het aantal
en type incidenten verwijs ik naar de brief van de Staatssecretaris van IenW van 23 januari
jl. waar inzicht wordt gegeven in de situatie op station Maarheeze3. Door vervoerders en ProRail worden maatregelen genomen op basis van algemene incidentdata,
om zo het OV veilig te kunnen houden voor de reizigers en het personeel.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het feit dat overlastgevende asielzoekers die treinen of stations
onveilig maken, geen reden mag zijn om treinen op bepaalde trajecten niet in te zetten
of om treinen bepaalde stations niet meer aan te laten doen?
Antwoord 4
Ja, die mening deel ik. Aangaande de situatie in Maarheeze verwijs ik naar de brief
die de Staatssecretaris van IenW daarover op 23 januari jl. naar de Kamer heeft verstuurd.
Vraag 5
Hoe legt u uit aan de reizigers op de trajecten Meppel-Zwolle en Weert-Eindhoven dat
zij moeten reizen in een onveilige situatie met een hoger risico op incidenten dan
gemiddeld?
Antwoord 5
Ik ben van mening dat alle betrokken partijen zich maximaal moeten inzetten voor de
veiligheid van de reizigers. Vervoerders en ProRail zetten reeds waar mogelijk extra
maatregelen in om ook in deze regio’s de reiservaring en de veiligheid van personeel
en reizigers te verbeteren. Daarbij wordt in beide gebieden meer dan de gebruikelijke
hoeveelheid professionele beveiliging ingezet. Vervoerders geven aan dat deze aanpak
leidt tot een situatie die beheersbaar is.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u het feit dat controles op perrons niet zouden werken, maar het aantal
incidenten wel flink gestegen is?
Antwoord 6
Het beeld dat controles op perrons niet werken deel ik niet. Bij Maarheeze heeft deze
maatregel (in combinatie met het toezicht op de trein) een positief effect, zoals
toegelicht in de brief die de Staatssecretaris van IenW op 23 januari jl. heeft gestuurd.
Per locatie wordt gekeken naar de maatregel met het grootste mogelijke effect, waarbij
het beschikbare personeel uiteraard maar één keer kan ingezet kan worden. Arriva heeft
op het traject Zwolle – Emmen in overleg met de concessieverlener besloten dat, gelet
op het gegeven dat de perroncontroles veel capaciteit kosten, maar te weinig effect
hadden op het tegengaan van zwartrijden of overlast, de perroncontroles stop te zetten.
Zo probeerde men controles te vermijden door over het spoor te lopen. Daarnaast werden
er kaartjes gekocht voor de eerstvolgende halte om door de controle te kunnen, maar
vervolgens het hele traject bleven zitten.
Omdat perroncontroles niet het gewenste effect hadden, zet Arriva momenteel in plaats
daarvan extra service en veiligheidsmedewerkers in op de trein. Ook zet Arriva op
de lijn Zwolle – Emmen standaard twee stewards per trein in. Hierdoor wordt in principe
elke reiziger op de Vechtdallijn gecontroleerd, wat een positief effect heeft op het
veiligheidsgevoel van reizigers en medewerkers. Daarnaast kan Arriva aanvullend medewerkers
service en veiligheid inzetten die daar waar dat nodig als «vliegende brigades» worden
ingezet. Ook dit heeft geresulteerd in een verbeterd veiligheidsgevoel onder reizigers
en personeel.
Arriva geeft aan dat het treinpersoneel op de Vechtdallijnen tevreden is over de aanwezigheid
van extra veiligheidsmedewerkers op de treinen. De cijfers laten zien dat het aantal
aangiftewaardige incidenten tegen personeel (60% t.o.v. 2022) door de extra inzet
van service en veiligheid-medewerkers is afgenomen. Voor nadere cijfers over de treindienst
Zwolle – Emmen verwijs ik uw Kamer door naar de brief van de voormalig Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid van 25 juni jl.4
Al het controlerend personeel van Arriva draagt een bodycam en is boa-bevoegd. Vanuit
NS en Arriva zijn de ervaringen met het gebruik van de bodycam zodanig dat zij menen
dat het gebruik ervan helpt bij de analyse van incidenten en dat er een preventieve
werking van uitgaat. Daarnaast zijn sommige stations en alle Arriva-treinen voorzien
van camera’s.
Vraag 7 en 8
Welke stappen onderneemt u om het veiligheidsgevoel van reizigers op deze trajecten,
en op de stations op deze trajecten, te vergroten?
Welke preventieve en repressieve maatregelen worden op deze trajecten getroffen om
overlast en overtredingen te voorkomen en overlastgevers aan te pakken en hoe effectief
zijn die?
Antwoord 7 en 8
Bij de spoorverbindingen en stations in de buurt van de aanmeldlocaties in Ter Apel
en Budel zijn door vervoerders extra maatregelen genomen om incidenten en overlast
te voorkomen. Zoals gezegd zetten NS en Arriva op verschillende plaatsen extra medewerkers
en toezichthouders in. Daarbij bieden het Ministerie van Asiel en Migratie en de verantwoordelijke
concessieverlener op de lijn Emmen – Zwolle een subsidie voor de extra inzet van medewerkers
service en veiligheid.
Op station Maarheeze en op NS-treinen is cameratoezicht aanwezig en dragen medewerkers
service en veiligheid van NS bodycams. Ook voert NS op Maarheeze een 100% ingangscontrole
waardoor veel overlast en incidenten worden voorkomen. Voor de kosten van deze extra
inzet is NS voor 2023 achteraf gecompenseerd. Tijdens het tweeminutendebat Spoor van
23 januari jl. is door de Staatssecretaris van IenW toegezegd NS met € 2,3 miljoen
te compenseren voor de extra beveiliging rondom station Maarheeze in het afgelopen
jaar.
Zowel Arriva als NS geven aan dat de situatie op beide locaties beheersbaar is. Dit
beeld wordt ondersteund door het algemene oordeel van de reizigers in de landelijke
Stationsbelevingsmonitor, waarbij Zwolle, Emmen (en tussenliggende stations) en Maarheeze
een 6,5 of hoger scoren als algemeen oordeel van de reiziger. Alleen Maarheeze scoort
een onvoldoende op sociale veiligheid en komt daardoor in aanmerking voor extra maatregelen,
zoals is toegelicht in de brief van 23 januari jl.
De Ministeries van IenW en AenM hebben in gezamenlijkheid met vervoerders en het COA
tevens aan enkele preventieve maatregelen gewerkt. Zo is de voorlichting aan asielzoekers
over de werking van het OV verbeterd en kunnen alle asielzoekers sinds begin 2024
met een nieuw betaalmiddel wat op alle COA-locaties is geïmplementeerd reizen in het
OV. Vervoerders geven aan dat de ervaringen hiermee positief zijn.
Vraag 9
Welke maatregelen treft u tegen overlastgevers die zich door toegangscontroles niet
laten weerhouden en over de hekken klimmen en alsnog de trein in stappen?
Antwoord 9
Op dit moment staan er op station Maarheeze vijf beveiligers, die houden ook toezicht
op het hekwerk en de eventuele omlooproute aan het einde van het perron. Op het moment
dat er iemand wordt gezien die over het hekwerk geklommen is, wordt deze naar de uitgang
van het station begeleid om daar een vervoersbewijs te kopen of in te checken. NS
laat weten dat met het huidige aantal beveiligers het ook mogelijk is om te surveilleren.
Daarnaast is gekozen voor een hoger hekwerk waardoor het moeilijker is geworden om
over de hekken heen te klimmen. In de gevallen dat dit wel gebeurt, heeft de beveiliging
door het hogere hekwerk langer de tijd om te interveniëren. Daarnaast zijn op de trein
dagelijks vier OV-boa’s aanwezig om te zorgen voor een veilige en prettige reis. NS
geeft aan dat er goed contact is tussen de beveiligers en het personeel op de trein
zodat waar benodigd kan worden ingezet op het laten uitstappen van personen uit de
trein (die eerder bijvoorbeeld over hekken geklommen zijn) en waar nodig kan worden
doorgepakt door middel van het oproepen van politie.
Vraag 10
Kunt u de garantie geven dat de problemen op station Maarheeze zo spoedig mogelijk,
en uiterlijk 1 maart 2025, worden opgelost? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
De huidige situatie op station Maarheeze is volgens NS beheersbaar, zie ook de brief
op dit onderwerp van 23 januari jl. Het is van belang dat er een structurele oplossing
wordt gevonden zodat de extra beveiliging op het station kan worden afgeschaald. Hier
voeren de Ministeries van AenM, JenV, IenW, de gemeente, politie en vervoerders momenteel
het gesprek over. Omdat verschillende partijen hierin afhankelijk van elkaar zijn,
kan geen garantie worden gegeven dat de problemen op een bepaalde datum zijn opgelost.
Vraag 11
Wordt de identiteit vastgesteld van de overlastgevers op de trajecten Meppel-Zwolle
en Weert-Eindhoven, mede gelet op het feit dat overlastgevende asielzoekers vaak nog
niet zijn geregistreerd of geen rijbewijs hebben? Zo ja, op welke manier en hoe wordt
dit geregistreerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
OV-boa’s schrijven combibonnen uit aan overtreders bij overlast. Daarvoor leggen zij
de identiteit inclusief geboorteplaats/land van de verdachte vast met het doel om
deze gegevens naar het CJIB te sturen. Vervoerders zelf houden geen registratie bij
van de nationaliteit van overtreders en hebben geen inzage in de verblijfsrechtelijke
status van deze personen. Dit is namelijk niet toegestaan. De overtreding wordt door
vervoerders wel geregistreerd, zodat aan de hand van incidentendata maatregelen genomen
kunnen worden en eventueel extra handhaving kan worden ingezet.
Voor het identificeren van een overlastgevende asielzoeker moet OV-personeel veelal
een beroep doen op de politie, zij hebben namelijk geen toegang tot de basisvoorziening
vreemdelingen (BVV). Op dit moment is de toegang tot de BVV voorbehouden aan bestuursorganen
met een wettelijke taak in het kader van de vreemdelingenwet die hier uitvoering aan
geven (dus de migratieketenpartners, AVIM en de Koninklijke Marechaussee). Over de
toegang voor boa’s tot de BVV worden momenteel verkennende gesprekken gevoerd tussen
AenM, als eigenaar van de wetgeving omtrent dit register, en JenV. Het is voor de
uitvoering van de taken van de boa van belang dat de boa over informatie beschikt
en ook, voor zover mogelijk, toegang verkrijgt tot de daarvoor benodigde systemen.
Vraag 12
Deelt u de mening dat er gehandhaafd moet worden richting asielzoekers die overlast
veroorzaken, zwartrijden of ander onwenselijk gedrag vertonen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ik vind dat alle vormen van overlast en zwartrijden in het OV – ongeacht wie hiervoor
verantwoordelijk is – aangepakt moet worden. De Ministeries van AenM, J&V en IenW,
het COA, OM en vervoerders voeren met elkaar het gesprek over het verbeteren van de
mogelijkheden voor dossieropbouw en gegevensdeling, zodat effectiever gehandhaafd
kan worden op asielzoekers die overlast veroorzaken in het OV.
Vraag 13
Hoe vaak wordt er bij het constateren van overtredingen een boete opgelegd, dan wel
uitstel van betaling aangeboden, en in hoeveel van deze gevallen wordt er daadwerkelijk
geïnd?
Antwoord 13
In 2023 zijn er door NS in totaal 283.450 uitstel van betalingen (UvB’s) uitgeschreven.
In 2024 waren dit er 352.969. In 2023 zijn er door Arriva in totaal 35908 UvB’s uitgeschreven.
In 2024 waren dit er 53542. Het inningspercentage is bedrijfsvertrouwelijke informatie
en kan voor beide bedrijven niet worden gedeeld. Wel kan aangegeven worden dat het
voor vervoerders niet in alle gevallen lukt om de boetes te innen. Over de uitdagingen
bij het vaststellen van de identiteit wordt in de beantwoording van vraag 15 ingegaan.
Vraag 14
Hoe hoog is het bedrag uitstel van betaling op beide trajecten?
Antwoord 14
De hoogte van het bedrag van een UvB is opgebouwd uit de kosten voor een normaal treinkaartje
plus een wettelijke verhoging van 50 euro. Daarbij komt 15 euro aan administratiekosten.
Vraag 15
Hoe vaak worden er reisverboden opgelegd? Gebeurt dit in alle mogelijke gevallen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
In 2023 zijn in totaal 193 actieve reisverboden door NS opgelegd. In 2024 waren dit
er 265. In 2023 zijn door Arriva in totaal 262 reisverboden opgelegd. In 2024 waren
dit er 258.
NS en Arriva geven aan in alle mogelijke gevallen een reisverbod op te leggen, waarbij
zij zich moeten houden aan de richtlijn van het OM die voorschrijft in welke gevallen
een verbod mag worden opgelegd. Voor dossieropbouw en het opleggen van een OV-verbod
is het essentieel dat vervoerders de identiteit van de overlastgever vaststellen.
In dat kader hebben OV-boa’s toegang tot de basisregistratiepersonen en wordt gewerkt
aan de zelfstandige toegang tot het rijbewijzenregister. Systemen als het rijbewijzenregister
worden door politie, indien er geen minder ingrijpende manier voorhanden is, geraadpleegd
voor het vaststellen van de identiteit van staande gehouden personen. In geval de
boa niet zelfstandig de identiteit van een staande gehouden persoon kan vaststellen,
wordt een beroep gedaan op ondersteuning door de politie.
Vraag 16
Deelt u de mening dat mensen die geen kaartje hebben niet eindeloos uitstel van betaling
kunnen krijgen, maar uiteindelijk een reisverbod zouden moeten worden opgelegd dan
wel bij overtreding daarvan lik op stuk beleid wordt toegepast? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, hoe vaak komt dit voor?
Antwoord 16
Die mening deel ik en het opleggen van reisverboden aan notoire zwartrijders behoort
dan ook tot de bestaande veiligheidsinstrumenten van vervoerders. Het OM heeft daarbij
een richtlijn opgesteld die voorschrijft dat iemand met 25 UvB’s 1 tot 2 maanden reisverbod
krijgt. Deze richtlijn loopt op tot 6 maanden reisverbod bij 75 UvB’s5.
Vraag 17
Deelt u de mening dat wanneer deze mensen zichzelf niet kunnen identificeren, dit
meteen opgepakt moet worden door deze mensen te registreren? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, hoe gaat u dat regelen?
Antwoord 17
Wanneer een overlastgever in het OV zich niet aannemelijk kan identificeren richting
OV-personeel kan er een beroep worden gedaan op politie-ondersteuning en kan dit worden
geregistreerd.
Vraag 18
Wilt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat over Vreemdelingen- en asielbeleid
op 5 februari 2025? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
Dit is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie -
Mede namens
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.