Schriftelijke vragen : De achterstanden van kinderen van Europese arbeidsmigranten en de financiering van scholen
Vragen van de leden Patijn en Haage (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de achterstanden van kinderen van Europese arbeidsmigranten en de financiering van scholen (ingezonden 18 juli 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen in Trouw en NRC over de achterstanden van kinderen
van arbeidsmigranten en de financieringsproblemen waar scholen dan tegenaan lopen?1,
2
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het dat door de financieringssystematiek niet alle scholen met leerlingen
met een taal- en leerachterstand voldoende middelen krijgen om de leerlingen te ondersteunen
en dat scholen daarvoor in vergelijkbare gevallen niet dezelfde vergoeding krijgen?
Vraag 3
Bent u bekend met de financieringssystematiek voor scholen met veel leerlingen met
een taal- en leerachterstand, waarbij de achterstandsscore per leerling en de daaraan
gekoppelde bekostiging afhankelijk is van het land van herkomst, de zogenaamde OA-score?3
Vraag 4
In de gewichtenregeling is te lezen hoe de berekeningssystematiek in elkaar zit, waaronder
de verschillende verzwarende factoren voor kinderen uit Noord-Afrika (1,11), Turkije
(2,29) en de «nieuwe Europese landen» (0,61), terwijl de problematiek van de leerlingen
uit Oost-Europese landen minimaal vergelijkbaar is met die van leerlingen uit Noord-Afrika
en Turkije. Hoe beoordeelt u het feit dat scholen met veel kinderen van Oost-Europese
arbeidsmigranten door deze systematiek in de knel komen met de ondersteuning van deze
leerlingen?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u dat scholen met veel kinderen van Oost-Europese arbeidsmigranten,
die voorheen veel kinderen uit Turkije en Noord-Afrika hadden, in de afgelopen jaren
soms bijna de helft van het extra geld voor begeleiding van leerlingen met een achterstand
hebben moeten inleveren?
Vraag 6
Hoe beoordeelt u dat scholen met veel Oost-Europese arbeidsmigranten vaak te maken
hebben met kinderen die van de ene op de andere dag als gevolg van de economische
situatie (ontslag, verlies van woning) hun kinderen van school halen vanuit het perspectief
van de kinderen en van de ouders?
Vraag 7
In de artikelen in Trouw en NRC geeft de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap aan dat er gekeken wordt naar «de weging van Oost-Europese landen», kunt
u aangeven hoe het staat met de voortgang van deze herijking?
Vraag 8
Als de herijking niet leidt tot veranderingen in de weging, bent u dan bereid om naar
een andere weging te kijken, bijvoorbeeld naar het inkomensniveau?
Vraag 9
In de rapportages van het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO) wordt op schoolniveau
gekeken naar het inkomensniveau4, bent u van mening dat het hebben van een laag inkomen het meest bepalend is voor
de onderwijskansen? Acht u de NCO-rapportages een geschikt en betrouwbaar criterium
om de weging van een school te bepalen?
Vraag 10
Bent u ervan op de hoogte dat figuur 1.2 (blz. 7) van het NCO over het inkomensniveau
van ouders mogelijk zal verdwijnen uit de NCO-rapportage? Kunt u toelichten op welke
wijze u in dat geval zicht blijft houden op het inkomensniveau van ouders bij de bepaling
van de achterstandsindicatoren?
Vraag 11
Als de herijking wel leidt tot een nieuwe weging wat is dan het vroegst mogelijke
moment waarop deze doorgevoerd kan worden?
Vraag 12
Ben u ervan op de hoogte dat scholen nu al in de problemen komen met de begeleiding
van deze leerlingen? Kun u aangeven of u het wenselijk acht dat er zo snel mogelijk
een oplossing moet komen voor deze scholen en hun leerlingen?
Vraag 13
Kunt u toezeggen dat de Kamer uiterlijk voor het einde van het zomerreces geïnformeerd
wordt over de voortgang van de CBS-herijking van de berekeningssystematiek, inclusief
een concreet tijdpad in de aanpassing van de toekenning van de achterstandsgelden
en eventuele obstakels in de aanpassing van de regeling?
Indieners
-
Gericht aan
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
Mariëtte Patijn, Kamerlid -
Medeindiener
Marleen Haage, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.