Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over het bericht dat de uitbreiding van het hoogspanningsnet is vertraagd
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het bericht dat de uitbreiding van het hoogspanningsnet is vertraagd (ingezonden 20 juni 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 18 juli 2025).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2567.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Uitbreiding hoogspanningsnet jaren vertraagd in Gelderland,
Utrecht en Flevopolder»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van dit nieuws?
Antwoord 2
De aangekondigde vertraging van tenminste vier jaar is ook voor het kabinet zeer teleurstellend,
gezien de urgentie van de uitdaging om de schaarste aan transportcapaciteit op het
elektriciteitsnet te verminderen, in het bijzonder ook in deze regio. Dit is een tegenvaller
met negatieve gevolgen voor de economie, de woningbouw en de voortgang van de energietransitie.
Het kabinet spant zich tot het uiterste in om, samen met alle betrokken betrokken
partijen, TenneT en de provincie Utrecht voorop, iedere mogelijkheid om de realisatie
van dit project te versnellen aan te grijpen. Daarbij zal het kabinet elke stap zetten
die het kan zetten om alle cruciale elektriciteitsprojecten te versnellen of minimaal
te voorkomen dat ze vertraging oplopen. Iedere maand die kan worden ingelopen is winst
voor de maatschappelijke uitdagingen op het gebied van economie, woningbouw en de
energietransitie.
Vraag 3
Hoe kan het dat de uitbreiding van het hoogspanningsnet in deze regio’s jaren vertraging
oploopt?
Antwoord 3
Met name de bouw van het hoogspanningsstation in Utrecht Noord duurt langer dan gepland.
De vertraging is het gevolg van een combinatie van factoren: een complex en dichtbevolkt
zoekgebied, moeizame grondverwerving en technische uitdagingen die groter zijn dan
was voorzien. Daarnaast lijkt TenneT uit te zijn gegaan van een te optimistische planning.
Netbeheerders, medeoverheden en Rijk zetten alles op alles om vertraging tot 2035
zo veel mogelijk te beperken.
Vraag 4
Wat zijn de economische en maatschappelijke gevolgen van de vertraging?
Antwoord 4
Op dit moment staan bedrijven op een wachtlijst voor een grootverbruikersaansluiting.
Zij zullen als gevolg van de vertraging waarschijnlijk nog langer moeten wachten.
De netbeheerders maken momenteel nieuwe prognoses, waarin zowel het effect van de
maatregelen als de vertraging van de uitbreiding van het net worden meegenomen. Deze
prognoses worden dit najaar opgeleverd. Dan wordt ook inzichtelijk wat de eventuele
gevolgen zijn van de vertraging op specifieke andere groepen. Overigens hebben energieleverancier
Eneco en TenneT onlangs afspraken gemaakt om twee gascentrales bij de stad Utrecht
langer in bedrijf te houden om de druk op het elektriciteitsnet in de provincie Utrecht
te verlichten.2
Vraag 5, 6 en 9
Hoe strookt dit nieuws met het Landelijk Actieplan Netcongestie (LAN) en de acties
die hieruit volgen? Hoe kan het dat er alsnog vertraging wordt opgelopen?
Wat kunt en gaat u doen om vertragingen bij het oplossen van netcongestie te voorkomen?
Welke nieuwe acties gaat u ondernemen?
Wat kunt u als Minister aanvullend doen om vertraging van het verzwaren van het elektriciteitsnet
te voorkomen?
Antwoord 5, 6 en 9
Het kabinet werkt met de LAN-partners hard aan onder meer het verkorten van doorlooptijden
voor complexe netinfrastructuurprojecten, zoals in Utrecht Noord. In de Kamerbrief
«Sneller uitbreiden elektriciteitsnet» van 25 april 20253 heeft het kabinet een aanpak gepresenteerd gericht op snellere fysieke uitbreiding
van het nationale hoogspanningsnet, op basis van een grondige knelpuntenanalyse die
samen met TenneT is uitgevoerd. Dit is een divers pakket aan maatregelen, met onder
meer ondersteuning van decentrale overheden met de Vliegende Brigrade, een projectenaanpak
voor meer regie vanuit het Rijk en aanpassing van wet-en regelgeving om doorlooptijden
te verkorten. Het kabinet werkt samen met netbeheerders en medeoverheden toe naar
een nieuwe manier van werken en samenwerken om knelpunten te voorkomen of snel op
te lossen. Voor dit specifieke project Utrecht Noord heeft het maatregelenpakket beperkt
effect, omdat het project zich al in een verder gevorderd stadium bevindt. Wel is
het project Utrecht-Noord één van de 25 projecten die onderdeel uitmaken van de projectenaanpak
uit het pakket. Mogelijk bieden wel de onderdelen gedoogplicht van rechtswege in de
ontwerpfase en verkorten van vergunningsprocedures enige versnelling in dit concrete
project.
Vraag 7
Hoe ziet de planning er in andere regio’s uit? Is er een kans dat ook in andere regio’s
vertraging wordt opgelopen? Zo ja, in welke regio’s is hier sprake van?
Antwoord 7
De netbeheerders realiseren op dit moment een groot aantal projecten. Hiervoor wordt
zoveel mogelijk gewerkt met robuuste planningen die kleine tegenvallers op kunnen
vangen. Vertraging door beroepsprocedures of onverwachte belemmeringen (natuurbescherming,
erfgoed, nettechnische belemmeringen, welstand) is echter niet uit te sluiten. Aangezien
netcongestie in nagenoeg heel Nederland speelt, kan iedere vertraging van cruciale
projecten grote gevolgen hebben. Nieuwe berichten van vertraging ten opzichte van
de huidige planningen zijn dan ook niet uit te sluiten. In de genoemde brief van 25 april
jl. is de aanpak van het kabinet, samen met netbeheerders en medeoverheden, uiteengezet
om doorlooptijden van met name hoogspanningsprojecten te beperken.
Vraag 8
Gaat u netbeheerders helpen met het sneller vinden van geschikte locaties voor hoogspanningsstation?
Gaat u acties ondernemen om het vinden van locaties en het verkrijgen van vergunningen
hiervoor te versnellen?
Antwoord 8
Het vinden van geschikte locaties voor nieuwe hoogspanningsstations is complex vanwege
de schaarse ruimte en de ruimteclaims van andere grote opgaven. Daarnaast zijn voor
de meeste 110–150kV projecten, en voor veel 380kV-projecten, vooralsnog geen ruimtelijke
reserveringen of aanwijzingen gedaan in provinciale of gemeentelijke ruimtelijke plannen.
Het Rijk beziet met provincies, gemeenten en netbeheerders hoe de ruimtelijke keuzes
voor toekomstige elektriciteitsinfrastructuur eerder gemaakt kunnen worden. De Nota
Ruimte is het overkoepelende kader voor de ruimtelijke ordening en het Programma Energiehoofdstructuur
(PEH) biedt het kader voor het nationale energiesysteem. De inzet van het kabinet
is erop gericht deze kaders te benutten om sneller tot gedragen en haalbare locatiebesluiten
te komen.
Deze uitdaging vraagt om een zorgvuldige afweging van belangen en een duidelijke rolverdeling
tussen betrokken partijen. Om projecten te versnellen, is het belangrijk dat er snel
duidelijkheid komt over het bevoegd gezag voor de locatiekeuze in een project, en
wie daarmee de verantwoordelijkheid neemt voor de keuze. Hier sorteert het kabinet
op voor met het maatregelenpakket dat is gepresenteerd in de genoemde Kamerbrief «Sneller
uitbreiden elektriciteitsnet» van 25 april 2025.
Vraag 10
Hoe wordt voorkomen dat snelle realisatie ten koste gaat van goede inpassing en participatie
omwonenden?
Antwoord 10
Effectieve participatie kan bijdragen aan snellere realisatie en zorgvuldige inpassing
van elektriciteitsinfrastructuur. Dat vergt tijdig starten met participatie, volgens
duidelijke uitgangspunten en met voor omwonenden kenbare termijnen. In de praktijk
blijkt dat participatie vroeg in het traject vertraging als gevolg van bezwaren verder
in het traject kan voorkomen.
Vraag 11
Door het niet honoreren van het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB)
«Koersen op klimaatneutraal»4 valt dekking weg voor netcongestie aanpak provincies. Bent u bereid dit te repareren
om te voorkomen dat de netuitbreidingen verder gaan vertragen? Zo ja, met hoeveel
middelen gaat u dit per wanneer regelen? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 11
Het kabinet heeft met de voorjaarsbesluitvorming € 50 mln. uit het Klimaatfonds beschikbaar
gesteld voor uitvoeringskosten van provincies op het gebied van klimaat en energie.
De middelen worden tot aan 2030 beschikbaar gesteld. Daarnaast is € 36 mln. uit het
Klimaatfonds toegekend onder voorwaarden voor de projectaanpak netcongestie. Afhankelijk
van de uitwerking komen hieruit mogelijk ook middelen beschikbaar voor het overnemen
van bevoegd gezag door provincies voor geselecteerde projecten. Het kabinet zal op
korte termijn in een brief aan medeoverheden over de uitvoeringsmiddelen voor klimaat-
en energiebeleid een toelichting geven op de uitkering van deze middelen en gaat daarbij
nader in op de aanbevelingen uit het adviesrapport van de ROB en de opvolging hiervan.
Vraag 12
Bent u bekend met het bericht «Amsterdams elektriciteitsnet blijft langer overvol:
bouw van nieuwe stroomstations vertraagd»5?
Antwoord 12
Ja.
Vraag 13
Wat vindt u van dit bericht?
Antwoord 13
Aanleiding voor dit bericht is de presentatie door netbeheerders TenneT en Liander
op 17 juni jl. van maatregelen om overbelasting en uitval van het elektriciteitsnet
in Noord-Holland te voorkomen. Op 19 december 2024 kondigden deze netbeheerders al
aan dat zonder gerichte maatregelen het elektriciteitsnet in Noord-Holland de komende
jaren overbelast raakt. Vanaf dat moment werden nieuwe aanvragen van grootverbruikers
voor een nieuwe of zwaardere aansluiting op een wachtlijst geplaatst. De impact hiervan
is met name voor bedrijven zeer ingrijpend.
Vraag 14
Bent u bekend met de kritische situatie in het deelnet Vijfhuizen waar onder andere
Schiphol en de Zuidas onder vallen?
Antwoord 14
Ja.
Vraag 15
Bent u bekend met het feit dat de groei van datacenters overbelasting gaan veroorzaken
in het deelnet Vijfhuizen vanaf winter 2026/2027?
Antwoord 15
Netbeheerders TenneT en Liander laten weten dat in het gebied rond Vijfhuizen sprake
is van een snelle verwachte toename van het elektriciteitsverbruik. Deze groei kan
inderdaad leiden tot overbelasting. De groei wordt veroorzaakt door autonome groei
(reeds aangesloten partijen die meer elektriciteit gaan gebruiken) en nieuwe partijen
die transportcapaciteit hebben aangevraagd en gecontracteerd voordat in dit gebied
netcongestie werd afgekondigd en een wachtrij werd ingesteld. Datacenters hebben in
dit gebied inderdaad een substantieel aandeel in de gevraagde en gecontracteerde capaciteit.
Vraag 16
Klopt het dat er soms capaciteit is gereserveerd voor partijen die hier langere tijd
geen gebruik van maken, zoals bijvoorbeeld datacenters die nog geen vergunning hebben?
Zo ja, hoe vaak komt dit voor en om hoeveel capaciteit op het net gaat het?
Antwoord 16
Ja. Zolang er ruimte op het elektriciteitsnet beschikbaar is mogen netbeheerders bij
het toekennen van transportcapaciteit geen onderscheid maken tussen aanvragers. Zij
kijken dan ook niet of een partij al een vergunning heeft, maar kennen het gevraagde
vermogen toe op basis van het first-come-first-served principe. Als een partij eenmaal
vermogen heeft gecontracteerd kan de transportcapaciteit niet opnieuw worden uitgegeven
aan een andere partij in wachtrij. Bij het bepalen of in een gebied in de nabije toekomst
netcongestie optreedt wordt daarom rekening gehouden met reeds toegekend toekomstig
elektriciteitsgebruik. Of de toegekende transportcapaciteit daadwerkelijk (volledig)
benut gaat worden, kunnen de netbeheerders niet voorspellen.
Vraag 17 en 18
Wat gaat u doen om deze ongebruikte capaciteit, die daardoor niet beschikbaar is voor
andere doeleinden (met mogelijk meer maatschappelijke waarde), ter beschikking te
stellen aan andere partijen?
Bent u het eens dat een mogelijke oplossing zou zijn het terugdraaien van de contractruimte
die aan datacenters is vergeven?
Antwoord 17 en 18
Het terugnemen van reeds toegekend transportvermogen door de netbeheerders is via
het GOTORK-instrument (gebruik op tijd of raak het kwijt) mogelijk als de aangeslotene
tenminste één jaar beschikt over zijn aansluiting inclusief transportcapaciteit, deze
niet volledig benut, en dit ook niet binnen een redelijke termijn zal doen. Dat is
niet het geval bij gecontracteerde maar nog niet gebruikte capaciteit, zoals van bijvoorbeeld
nog niet gerealiseerde datacenters.
Voor onder andere datacenters kan gelden dat de vergunningprocedure nog niet is afgerond,
waardoor onzeker is of een vergunning verleend zal worden, en daarmee ook of de aanvrager
daadwerkelijk gebruik gaat maken van de toegekende transportcapaciteit. TenneT heeft
aangegeven met partijen in gesprek te gaan om te informeren of en wanneer de transportcapaciteit
benut zal gaan worden.
Overigens kan de netbeheerder in specifieke gevallen gecontracteerde, maar voorlopig
nog niet gebruikte capaciteit, inzetten om tijdelijk transportcapaciteit toe te kennen,
bijvoorbeeld aan bouwprojecten, vooral als deze, om de stikstofuitstoot te minimaliseren,
emissieloos worden uitgevoerd.
Vraag 19
Welke concrete stappen gaat u zetten om ervoor te zorgen dat de regio in het deelnet
Vijfhuizen niet te maken krijgt met stroomuitval vanaf de winter 2026–2027?
Antwoord 19
Om afschakelen van delen van het regionale elektriciteitsnet en wachtlijsten voor
huishoudens te voorkomen heeft TenneT verschillende maatregelen uitgewerkt. Het gaat
zowel om technische maatregelen die TenneT zelf inzet om het bestaande elektriciteitsnet
efficiënter te benutten als om maatregelen die overheden, het bedrijfsleven en consumenten
kunnen nemen. De maatregelen voor Vijfhuizen en de andere deelnetten in Noord-Holland
worden uitgebreid toegelicht op de website van TenneT6. Het kabinet houdt uiteraard vinger aan de pols en blijft zoeken naar mogelijke bijdragen
aan versnelling.
Vraag 20
Hoe verhoudt dit nieuws zich tot het Codebesluit prioriteringsruimte bij transportverzoeken,
die maatschappelijke prioritering aan zou moeten brengen binnen transportverzoeken?
Antwoord 20
Het codebesluit prioriteringsruimte bij transportverzoeken bepaalt wie voorrang kan
krijgen in de wachtrij voor transportcapaciteit in een congestiegebied. Het kader
is bedoeld voor aanvragen die op de wachtrij staan. Het heeft dus geen betrekking
op transportvermogen dat reeds is gecontracteerd voordat er sprake was van netcongestie.
De vertraging van de uitbreidingsprojecten zorgt ervoor dat er langer sprake zal zijn
van schaarste aan transportcapaciteit en er dus langer een wachtrij blijft bestaan
bij de netbeheerders.
Vraag 21
Werkt dit codebesluit goed om ervoor te zorgen dat projecten met meer urgentie en
toegevoegde maatschappelijke waarde voorrang krijgen op andersoortige projecten? Zo
niet, wat zou er nog meer moeten gebeuren?
Antwoord 21
Het codebesluit biedt netbeheerders een transparant kader op basis waarvan zij partijen
die actief zijn in de geprioriteerde categorieën (congestieverzachter, veiligheid
en basisbehoefte) prioriteit kunnen verlenen. De bewijslast ligt bij de aanvragende
partij en in het kader is vastgelegd aan welke voorwaarden deze moet voldoen. Dit
voorkomt dat netbeheerders zelf per aanvrager een individuele afweging moeten maken.
Alleen claims op de categorie congestieverzachter beoordelen netbeheerders zelf op
basis van technische criteria. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 20 heeft
dit codebesluit alleen betrekking op prioritering binnen een bestaande wachtrij, niet
op reeds gecontracteerde transportcapaciteit.
Overigens heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), naar aanleiding
van beroepsprocedures van verschillende partijen, bepaald dat het prioriteringskader
onvoldoende is onderbouwd. De ACM heeft daarom onlangs een nieuw conceptbesluit voor
consultatie gepubliceerd7. Uiterlijk 1 januari 2026 zal een definitief besluit in werking moeten treden omdat
op dit datum het huidige besluit komt te vervallen.
Het codebesluit prioriteringsruimte bij transportverzoeken ziet enkel op de prioritering
van transportverzoeken, niet op de investeringen die netbeheerders doen om het net
uit te breiden en te verzwaren. Op het prioriteren van energie-infrastructuurprojecten
wordt gestuurd via het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK).
Projecten voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet die in het nationale of provinciale
MIEK worden opgenomen krijgen prioriteit in de investeringsplannen van de netbeheerders.
De betrokken overheden zetten zich bij deze projecten daarnaast in om de ruimtelijke
procedures snel maar zorgvuldig te doorlopen.
Vraag 22
Hoe staat het met de uitvoering van motie-Kröger (Kamerstuk 29 023, nr. 547) over het in kaart brengen van op welke locaties lokale opwek netcongestieverlagend
werkt en daar deze lokale opwek aan te jagen? Hoe gaat u deze motie uitvoeren?
Antwoord 22
Deze motie is recent, op 17 juni jl., aangenomen en verzoekt de Kamer om in overleg
met lokale overheden en netbeheerders in kaart te brengen op welke locaties lokale
opwek netcongestie-verlagend werkt en dit aan te jagen. Er lopen reeds meerdere acties
waar uitvoering van deze motie in kan worden meegenomen; dit is nu onderwerp van gesprek
van met de netbeheerders. Binnen het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) wordt
reeds gekeken naar welke bestaande installaties met regelbaar opwekvermogen bij kunnen
dragen aan het mitigeren van netcongestie. Daarnaast doen de netbeheerders een analyse
naar waar in het net extra flexibel vermogen, waaronder opslag, kan bijdragen aan
het mitigeren van netcongestie. Hiermee zal in ieder geval uitvoering worden gegeven
aan de motie-Grinwis c.s.8 met het verzoek om met de netbeheerders geschikte opslaglocaties in kaart te brengen
en hierover in overleg met gemeenten en provincies vergunningverlening voor wenselijke
locaties op gang te brengen. In het kader van het Stimuleringsprogramma Energiehubs
kijken provincies en netbeheerders daarnaast waar er binnen het netwerk kansen liggen
voor energiehubs, zodat lokaal vraag en aanbod van energie meer in evenwicht kunnen
worden gebracht. Netbeheer Nederland werkt aan het beschikbaar maken van data hiervoor.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.