Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Saris en Postma over de ‘Mogelijk lichtpuntje voor werknemers Apollo Vredestein’ bij Apollo Vredestein in Enschede
Vragen van de leden Saris en Postma (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht «Mogelijk lichtpuntje voor werknemers Apollo Vredestein: Europese miljoenen voor re-integratie» (ingezonden 23 juni 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei), mede namens de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 18 juli 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Mogelijk lichtpuntje voor werknemers Apollo Vredestein:
Europese miljoenen voor re-integratie» en de antwoorden van de Europese Commissie
op vragen uit het Europees Parlement?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van het betreffende bericht.
Vraag 2
Deelt u het standpunt van de Europese Commissie dat een herziening van de geldende
staatssteunregels niet nodig is? Zo ja, waarom?
Antwoord 2
De staatssteunregels bevatten reeds bepalingen die verplaatsing van economische activiteiten
vanwege staatssteun binnen de interne markt beogen te voorkomen, bijvoorbeeld door
beperkingen op steun aan ondernemingen die recent elders in de EU activiteiten hebben
afgebouwd. Het zogeheten verbod op steun bij relocatie, is op zichzelf waardevol.
Tegelijkertijd is het in de praktijk vaak lastig om de causaliteit tussen staatssteun
en verplaatsing van activiteiten aan te tonen. De effectiviteit van de anti-relocatiebepalingen
hangt daarbij in belangrijke mate af van de beoordeling en het toezicht door de Europese
Commissie.
Op basis van deze afweging ziet het kabinet op dit moment geen noodzaak tot herziening,
maar blijft aandachtig volgen of de anti-relocatiebepalingen en de toepassing ervan
in de praktijk toereikend zijn.
Vraag 3
Bent u bereid om in Europees verband te pleiten voor een herziening van de geldende
staatssteunregels?
Antwoord 3
Ten algemene is de Nederlandse lijn voor staatssteun terughoudend maar biedt ruimte
om voor gericht herzieningen te pleiten mits onderbouwd met een goede probleemanalyse.
Zoals in het antwoord op de voorgaande vraag is aangegeven ziet het kabinet vooralsnog
geen aanleiding om in EU verband te pleiten voor een herziening van de anti-relocatiebepalingen,
zoals toegepast in de diverse staatssteunkaders. Het kabinet heeft oog voor de zorgen
rondom de praktische effectiviteit van de anti-relocatiebepalingen, mede ook in relatie
tot recente verruimingen van de staatssteunregels. In dat kader is hier recent nog
aandacht voor gevraagd in de Nederlandse reactie op de publieke consultatie over de
het nieuwe staatssteunkader onder de Clean Industrial Deal, het CISAF. Deze reactie
is met uw Kamer gedeeld via de EU-kwartaalrapportage van Q1 2025 op 19 mei j.l.2
Vraag 4
Op welke wijze kan het ESF+ fonds gebruikt worden door Twente als een van de 35 Nederlandse
arbeidsmarktregio’s om de getroffen medewerkers te ondersteunen?
Antwoord 4
Het Nederlandse programma ESF+ is gericht op de ondersteuning van mensen met een kwetsbare
arbeidsmarktpositie. Dit kunnen zowel werkenden als werkzoekenden zijn. De 35 arbeidsmarktregio’s
kunnen middelen uit het ESF+ aanvragen voor het opleiden en naar werk begeleiden van
een brede doelgroep van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie die is opgenomen
in de subsidieregeling ESF+. De arbeidsmarktregio’s maken hierbij zelf de keuze voor
de nadere invulling van het project als het gaat om activiteiten en doelgroepen, zolang
dit in overeenstemming is met de voorwaarden die zijn gesteld in de subsidieregeling
ESF+. Naar verwachting wordt eind 2025 een nieuw tijdvak voor dit onderdeel uit het
ESF+ programma opengesteld.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de getroffen medewerkers van Apollo Vredestein zo goed mogelijk
moeten worden ondersteund in het verliezen van hun baan in de zomer van 2026?
Antwoord 5
Ja, in aansluiting op de afspraken tussen werkgever en werknemers kan het vinden van
nieuw werk worden ondersteund door de werkgeversdienstverlening vanuit UWV en gemeenten.
Vanuit het Werkplein en op termijn het Werkcentrum Twente (dit Werkcentrum is in oprichting)
is goed zicht op de vraag naar personeel binnen de desbetreffende arbeidsmarktregio
en kan ook dienstverlening aan werkzoekenden worden geboden. Binnen het Werkcentrum
werken werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties, gemeenten, UWV, onderwijsinstellingen
en de samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) samen. Zij kunnen
binnen het Werkcentrum gebruik maken van elkaars expertise gericht op het ondersteunen
naar nieuw werk.
Vraag 6
Bent u in dat geval voornemens om namens de rijksoverheid een aanvraag te doen bij
het Europese globaliseringsfonds (EGF) om de getroffen medewerkers financieel te ondersteunen
door middel van re-integratie, scholing en begeleiding? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 6
Het ESF+ en het EGF zijn dossiers van de Staatssecretaris van SZW. Medewerkers van
het Ministerie van SZW zijn inmiddels in contact met Apollo Vredestein en de betreffende
arbeidsmarktregio om de mogelijkheden voor Europese subsidie te verkennen.
Vraag 7
Bent u bereid om alsnog naar Enschede af te reizen, om in overleg te treden met de
betreffende partijen om te bezien hoe de getroffen medewerkers zo goed mogelijk ondersteund
kunnen worden?
Antwoord 7
Zoals ook reeds aangegeven in de beantwoording van de Kamervragen van 25 april jl.
over de situatie bij Apollo Vredestein, volgt het kabinet de ontwikkelingen nauwgezet.
Voordat ik een eventueel bezoek aan Enschede overweeg, is het van belang dat er eerst
meer duidelijkheid komt over de verdere plannen van de directie van Apollo Vredestein.
Het kabinet wil daar op dit moment niet op vooruitlopen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede namens
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.