Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Welzijn over het bericht 'Nieuwbouwhuis raakt hitte slecht kwijt, we bouwen voor klimaat van 15 jaar geleden'
Vragen van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Nieuwbouwhuis raakt hitte slecht kwijt, we bouwen voor klimaat van 15 jaar geleden» (ingezonden 30 juni 2025).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
15 juli 2025)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat ook nieuwbouwwoningen vaak onvoldoende bestand zijn tegen
hitte?
Antwoord 2
De huidige bouwregelgeving stelt grenswaarden waarmee het risico op oververhitting
voor nieuwbouwwoningen beperkt wordt. Oververhitting kan dus nog steeds wel voorkomen
tijdens een hittegolf. Hierbij is ook het bewonersgedrag van invloed op de temperaturen
in de woning.
Vraag 3
Ziet u risico’s voor de gezondheid van bewoners, hogere energiekosten door koeling
en een verminderde leefkwaliteit in de wijk als gevolg?
Antwoord 3
Het risico op de gezondheid van bewoners van nieuwbouwwoningen is vanwege de hierboven
beschreven grenswaarde in de bouwregelgeving beperkt. Wel kunnen mensen afhankelijk
van hun gezondheidssituatie meer of minder overlast ervaren bij hitte.
Indien actieve koeling aanwezig is in de nieuwbouwwoning (volgens de gegevens van
RVO voor opgeleverde woningen in 2024/2025 in 30% van de gevallen) wordt het energiegebruik
meegerekend in het totale energiegebruik. Het totale energiegebruik moet binnen vastgestelde
grenzen blijven.
Een te hete leefomgeving kan zorgen voor een lagere leefkwaliteit van bewoners in
een wijk. Het groener inrichten van de buitenruimten kan zorgen voor een aangenamere
temperatuur en het stedelijk hitte-eilandeffect tegengaan. Daarnaast heeft het toevoegen
van groen ook een positief effect op de gezondheid van omwonenden, de sociale cohesie
en de biodiversiteit. Het inrichten van de openbare ruimte is de verantwoordelijkheid
van gemeenten, provincies en waterschappen. Om deze overheden te ondersteunen bij
het tegengaan van hittestress in de wijk, heb ik in mei 2024 de handreiking groen in en om de stad beschikbaar gesteld.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het de stelling dat de bouwpraktijk nog steeds onvoldoende is aangepast
aan het huidige en toekomstige klimaat, terwijl er sinds 2003 een hitteprotocol is
en klimaatadaptatie al jaren als urgent beleidsthema geldt?
Antwoord 4
Om de effecten van de gevolgen van hitte in de gebouwde omgeving te beperken, is een
integrale benadering vereist. Hitte vraagt om maatregelen op meerdere themalijnen,
zowel binnen het gebouw, gebied, gezondheid en calamiteiten. Omdat hitte een veelzijdig
vraagstuk is, zie ik de noodzaak om vanuit meerdere invalshoeken te handelen. Daarom
heb ik op 2 juli jl., in samenwerking met het Ministerie van VWS en IenW, de Hitte aanpak 2025 gelanceerd. Momenteel wordt vanuit het Rijk en andere organisaties gewerkt aan aanvullende
stappen om de gevolgen van hitte volgens de vier themalijnen te beperken.
Hiernaast heeft het RIVM ook onlangs het Nationaal Hitteplan geëvalueerd, het huidige Nederlandse hitteprotocol waaraan u refereert. Hieruit blijkt
dat het aantal sterfgevallen na de invoering van het hitteplan in 2010 is afgenomen.
Het kabinet werkt op dit moment ook aan de Nationale Adaptatiestrategie, die in 2026
wordt gepubliceerd. Hierin zal ook aandacht zijn voor de ontwikkeling van dit vraagstuk
nu en straks en de maatregelen voor de langere termijn.
Qua gebouw-eisen zijn er in 2021 eisen ingevoerd in de bouwregelgeving om het risico
op oververhitting in nieuwbouwwoningen te beperken. Aanvullend is in 2024 nog een
verduidelijking doorgevoerd wat als voldoende capaciteit wordt beschouwd bij actieve
koeling. Voor de gemoderniseerde bepalingsmethode voor de energieprestatie in 2030
zal kritisch gekeken gaan worden naar de koelbehoefte en het risico op oververhitting
van nieuwbouwwoningen.
Vraag 5
Kunt u aangeven of de huidige Bouwbesluitnormen, BENG-eisen en MPG-grenzen voldoende
rekening houden met hittestress, bijvoorbeeld door eisen aan oriëntatie, ventilatie,
groen in de wijk en gebouwschil?
Antwoord 5
In de bouwregelgeving worden nu al eisen gedefinieerd om het risico op oververhitting
te beperken voor nieuwbouwwoningen. In de bepalingsmethode wordt o.a. al rekening
gehouden met de oriëntatie, ventilatie, thermische massa en de kwaliteit van de gebouwschil.
Groen in de wijk is geen gebouweigenschap en wordt niet meegenomen in de berekening.
Vraag 6
Hoeveel procent van de huidige nieuwbouwwoningen beschikt over passieve koeling, buitenzonwering
en voldoende groen in de directe leefomgeving om hittestress te beperken?
Antwoord 6
Volgens de gegevens van RVO over opgeleverde woningen in 2024 en 2025 wordt er in
30,9% van de gevallen koeling toegepast. Iets minder dan de helft bestaat uit passieve/vrije
koeling of externe koude levering. Zonwering wordt in 12,2% van de gevallen toegepast
en zonwerende beglazing in 15,7% van de gevallen. De cijfers over overstekken die
de zonintreding kunnen beperken zijn niet beschikbaar.
Vraag 7
Hoe wordt er bij de huidige gebiedsontwikkelingen en de Woondeals rekening gehouden
met klimaatadaptatie en hittestress in de woonomgeving (bijvoorbeeld door schaduw,
water en groenvoorzieningen)?
Antwoord 7
Klimaatadaptief bouwen is een ambitie vanuit de nationale woon- en bouwagenda en de
nationale aanpak klimaatadaptatie gebouwde omgeving. Ik stimuleer dat in nieuwe gebiedsontwikkelingen
rekening gehouden wordt met toekomstbestendigheid van de ontwikkeling. Daar waar sprake
is van woningbouw, is er ook een relatie met de woondeals. Gemeenten kunnen aandacht
besteden aan het tegengaan van hittestress bij wijzigingen van het omgevingsplan voor
een gebiedsontwikkeling. Dat kan bijvoorbeeld via het voorzien in schaduw, water,
en groenvoorziening. Dit bevordert naast het tegengaan van hittestress ook de klimaatadaptatie.
Om gemeenten te ondersteunen in het toekomstbestendig en klimaatadaptief maken van
bestaande gebieden en nieuwe gebiedsontwikkelingen stel ik verschillende instrumenten
beschikbaar. Denk hierbij aan het Ruimtelijke afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving, landelijke maatlat voor een groene & klimaatadaptieve gebouwde omgeving en de handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief & natuurinclusief bouwen, inrichten
en beheren.
Vraag 8
Deelt u de analyse dat kwaliteit van de leefomgeving (inclusief hittestressbeperking)
en woningbouwproductie hand in hand moeten gaan en dat het onvoldoende is om hittestress
uitsluitend vanuit de gezondheidshoek te benaderen, zonder deze structureel te integreren
in ruimtelijke plannen?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in vraag 7 is hitte, als onderdeel van klimaatadaptief en toekomstbestendig
bouwen, een ambitie die wordt meegenomen bij de bouw van nieuwe woningen. Hoe dit
gebeurt, is afhankelijk van het specifieke nieuwbouwproject.
De unieke situatie per locatie of project laat zien dat het voorkomen van hitte een
vraagstuk is dat maatwerk vraagt. Door bij het ontwerp van woningen maar ook bij de
inrichting van de woonomgeving rekening te houden met het toenemend aantal hete dagen
en hittegolven, wordt de huidige en toekomstige kwaliteit van nieuwe woningen geborgd.
Daarom zet ik samen met mijn collega’s van IenW en VWS in de Hitteaanpak 2025 in op de vier themalijnen: gebied, gebouw, gezondheid en calamiteit.
Vraag 9
Bent u bereid te onderzoeken hoe hittestress kan worden opgenomen in de beoordeling
van woningbouwprojecten en gebiedsontwikkelingen binnen de volkshuisvestelijke prioritering,
bijvoorbeeld via een «hittestress-score»?
Antwoord 9
Binnen het Delta Programma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) werken waterschappen, gemeenten,
provincies en het Rijk samen om de ruimtelijke inrichting klimaatbestendig te maken.
Onderdeel hiervan zijn periodieke stresstesten die worden uitgevoerd, ook voor het
onderdeel hitte. Het Rijk ondersteunt deze stresstesten met het aanbieden van kaartmateriaal
via de Klimaateffectenatlas, waaronder kaarten over gevoelstemperatuur, het stedelijk hitte-eilandeffect, afstand
tot koele plekken, verstening (grijs) in een buurt en de verdeling van sociale kwetsbaren
bij hitte. Binnenkort wordt daar ook een schaduw-op-gebouwen-kaart aan toegevoegd.
In lijn met de Omgevingswet moeten omgevingsplannen en vergunningen nu al bijdragen
aan een klimaatbestendige leefomgeving, en daarmee dus aan klimaatbestendige woningbouwprojecten
en gebiedsontwikkelingen. Hiervoor kunnen de uitslagen van de stresstesten gebruikt
worden.
Vraag 10
Welke knelpunten ziet u bij gemeenten en projectontwikkelaars om bij woningbouwprojecten
structureel rekening te houden met hittestress, en welke rol kan het Rijk spelen in
het ondersteunen of normeren hiervan?
Antwoord 10
Zoals eerder benoemd is hitte een veelzijdig onderwerp dat acties op meerdere vlakken
vraagt om dit vraagstuk aan te pakken. Bij veel partijen die actief zijn op het hittevraagstuk
ontbrak vaak een overzicht van alle lopende activiteiten ook was er behoefte aan een
goede onderlinge uitwisseling van kennis over het onderwerp. Ik ben dan ook samen
met mijn collega’s van IenW en VWS gestart om de kennis en ervaring bij betrokken
partijen te verbinden middels de Hitteaanpak 2025 (zie Kamerbrief 4119583-1081971-PG). Binnen de Hitteaanpak ondersteunen we met uitwisseling van praktijkkennis en onderzoek
en ontwikkelen we instrumenten voor een integrale lokale aanpak, zoals bijvoorbeeld
de Menukaart Hitte voor gemeenten. En, als gezegd, werkt het Rijk aan de herziening
van de Nationale Adaptatiestrategie, die in 2026 uit moet komen. Hierbij gaan we expliciet
in op het onderwerp hitte en andere klimaatuitdagingen binnen de gebouwde omgeving.
Vraag 11
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk behandelen gezien de actualiteit van de problematiek?
Antwoord 11
Ik heb bovenstaande vragen zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.