Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sneller en Van der Werf over het bericht ‘Medische misstanden in Nederlandse gevangenissen. Ik kwam lopend binnen, en verliet de gevangenis in een rolstoel’
Vragen van de leden Sneller en Van der Werf (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Medische misstanden in Nederlandse gevangenissen. Ik kwam lopend binnen, en verliet de gevangenis in een rolstoel» (ingezonden 11 juni 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 11 juli
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2613
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Medische misstanden in Nederlandse gevangenissen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van soortgelijke casussen waarbij aan gedetineerden niet of niet
tijdig medische zorg is verleend? Kunt u aangeven om hoeveel gevallen het gaat?
Antwoord 2
Ja.
Gedetineerden worden aan de zorg van de Staat (DJI) toevertrouwd en zij moeten er
daarom vanuit kunnen gaan dat zij zich in een sociaal veilige omgeving bevinden en
ook de (medische) zorg krijgen die zij nodig hebben. Ik neem alle signalen, zoals
beschreven in het Misstandenboek, zeer serieus.
Zorgverlening blijft echter zowel binnen als buiten DJI mensenwerk, waarbij fouten
gemaakt kunnen worden met soms zeer ingrijpende gevolgen. Uitgangspunten voor DJI
zijn transparantie over eventuele fouten, het leren van fouten en het voor de toekomst
zoveel als mogelijk voorkomen ervan. DJI maakt hierbij gebruik van instrumenten zoals
die ook in de reguliere zorg worden gehanteerd. Voor een uitgebreide reactie op het
misstandenboek verwijs ik naar de zevende voortgangsbrief ontwikkelingen gevangeniswezen2.
Ten aanzien van de vraag om hoeveel gevallen het gaat; dit aantal is mij niet bekend.
Er vindt calamiteitenonderzoek plaats wanneer er sprake is van een calamiteit in de
zorgverlening. In deze analyses wordt geen differentiatie gemaakt op het niet (tijdig)
verlenen van medische zorg. DJI ontvangt analyses van de calamiteitenonderzoeken,
die worden gebruikt om te leren en zo nodig verbeteringen door te voeren om toekomstige
incidenten zoveel mogelijk te voorkomen. Tevens worden deze onderzoeken met de Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gedeeld.
Zoals ook aangekondigd in de hierboven genoemde brief heeft DJI het Misstandenboek
aangeboden aan de IGJ. De IGJ is verantwoordelijk voor het toezicht op de medische
zorg bij DJI.
Vraag 3
Herkent u het beeld dat medische zorg in detentie wordt uitgesteld omdat de staat
de verantwoordelijkheid overneemt van de zorgverzekeraar en daardoor «alles wat uitgesteld
kan worden, uitgesteld wordt»? Zo ja, hoe wordt bepaald welke zorg «uitstelbaar» is?
Antwoord 3
Nee, dat beeld herken ik niet. Zorgprofessionals werken bij DJI volgens de beroepsnormen
en kaders zoals die ook voor de medische zorg in de maatschappij gelden. Er is geen
beleid dat DJI-artsen andere beroepsinhoudelijke medische afwegingen zouden moeten
maken dan andere artsen.
In het Vademecum, dat elk jaar wordt opgesteld aan de hand van het basis zorgverzekeringspakket
in de vrije maatschappij, beschrijft DJI welke (para) medische en mondzorg verstrekkingen
geboden worden. Hierin staat dat de zorgprofessional een rol speelt in de kostenbeheersing
van de gezondheidszorg binnen DJI. Dit kan de indruk geven dat zorgprofessionals het
kostenaspect zwaarder mee laten wegen in hun oordeel om zorg te bieden dan dat zij
buiten DJI zouden doen. Dat is echter niet het geval.
Net zoals in de vrije maatschappij is er een veelheid aan factoren die meespelen in
de overweging van zorgprofessionals. De kosten- en doelmatigheidsaspecten van zorg
zullen in het Vademecum worden verduidelijkt, volgens de lijn «deze overwegingen zijn
hetzelfde als in de vrije maatschappij».
Vraag 4
Hoe kan het dat gedetineerden soms meerdere dagen zonder noodzakelijke medicatie zitten
of verkeerde medicijnen krijgen toegediend?
Antwoord 4
Vooropgesteld, ik betreur het ten zeerste indien dit zich voordoet. Gedetineerden
moeten er vanuit kunnen gaan dat zij de medische zorg krijgen die zij nodig hebben.
Er is binnen elke penitentiaire inrichting een medische dienst, bestaande uit in ieder
geval psychiaters, psychologen, artsen en justitieel verpleegkundigen. De apotheek
zorgt ervoor dat de juiste medicatie en dosis in afgesloten medicijnzakjes per persoon
worden geleverd. Verpleegkundigen zorgen ervoor dat de medicatie op de juiste afdelingen
terecht komt. De PIW’ers reiken de voorverpakte medicatie uit. Zij hebben hiervoor
een e-learning medicatietoediening gedaan. Hiermee zijn zij bekwaam om medicatie te
verstrekken. Het verstrekken van medicatie is geen voorbehouden handeling die alleen
door zorgprofessionals mag worden gedaan.
De medische diensten van de inrichtingen hebben daarnaast altijd toegang tot medicatie
door middel van een noodvoorraad in de inrichting, de reguliere apotheek (kantoortijden)
en dienstapotheek (buiten kantoortijden). Zo nodig kan met een spoedrit noodzakelijke
medicatie snel vanuit de apotheek in de inrichting komen, ook in de avond en nacht.
Vraag 5
Waarom worden gedetineerden die om medische hulp vragen niet direct in contact gebracht
met een arts of verpleegkundige?
Antwoord 5
Gedetineerden hebben dagelijks toegang tot medische zorg. Gedetineerden kunnen hun
zorgvragen indienen via zogenoemde sprekersbriefjes. Justitieel verpleegkundigen beoordelen
de urgentie van een hulpvraag om te bepalen hoe snel en door wie iemand behandeld
moet worden, zoals dit in een huisartsenpraktijk ook gebeurt. Zij plaatsen gedetineerden
op het spreekuur van de zorgprofessional die het best passend is bij de zorgvraag.
Dit kan de verpleegkundige zelf zijn, de huisarts of bijvoorbeeld de tandarts. Spoed-
of acute zorg wordt direct verleend.
Tijdens kantooruren is de medische dienst altijd aanwezig in de PI. In de avond-,
nacht-, en weekenduren is altijd een huisarts telefonisch bereikbaar die binnen 1
uur op locatie kan zijn. In deze avond-, nacht- en weekenduren dient de PIW’er/complexbeveiliger
altijd de arts te bellen bij zorgvragen van gedetineerden. Indien er bijzonderheden
zijn, geeft de medische dienst een nachtoverdracht mee aan de PIW’ers/complexbeveiliger.
Vraag 6
Kunt u reflecteren op de poortwachtersfunctie van penitentiaire inrichtingswerkers
(PIW), die zonder medische opleiding medicijnen verstrekken of beoordelen of een arts
nodig is?
Antwoord 6
Een PIW’er of complexbeveiliger beoordeelt niet of een gedetineerde een arts nodig
heeft. PIW’ers/complexbeveiligers dienen tijdens avond, nacht en weekenduren in het
geval van een zorgvraag altijd de dienstdoende arts te raadplegen. Indien er bijzonderheden
zijn, geeft de medische dienst een nachtoverdracht mee aan de PIW’ers/complexbeveiliger.
Uit cijfers blijkt dat de arts tijdens de avond, nacht en weekenduren veelvuldig consulten
op locatie houdt (enkele honderden keren per jaar per vrouweninrichting).
De PIW’ers reiken de voorverpakte medicatie uit en zien toe op inname. Zij hebben
hiervoor de bovengenoemde verplichte e-learning «veilig omgaan met medicatie» gevolgd.
Zie ook het antwoord op vraag 4.
Vraag 7
Hebben alle PIW'ers een cursus gehad om adequaat op te treden bij medische vragen?
Hoeveel van de nieuwe medewerkers die het afgelopen jaar zijn aangenomen zijn hierop
getraind?
Antwoord 7
PIW’ers en complexbeveiligers bellen bij medische vragen altijd de arts of schakelen
met de medische dienst, zie ook het antwoord op vraag 6. Dit protocol is onderdeel
van de basisopleiding. Executief personeel is opgeleid en bevoegd om levensreddende
handelingen te verrichten in kader van Bedrijfshulpverlening (BHV).
Vraag 8
Zijn er medewerkers die zonder het volgen van een cursus wél medicijnen verstrekken
aan gedetineerden? Zo ja, hoe vaak komt dit voor?
Antwoord 8
Het volgen van een cursus voor medicijnverstrekking is verplicht. Tot het afronden
van de e-learning is het voor een PIW’er niet toegestaan om medicatie uit te delen.
Vraag 9
Acht u het wenselijk dat in de avonduren en weekenden geen medisch personeel aanwezig
is en PIW's verantwoordelijk zijn voor medische zorg?
Antwoord 9
Zoals benoemd in het antwoord op vraag 5 is er in de avond-, nacht-, en weekenduren
altijd een huisarts telefonisch bereikbaar die binnen 1 uur op locatie kan zijn. De
PIW’er en complexbeveiliger belt altijd de arts bij zorgvragen van gedetineerden.
Vraag 10
Herkent u het beeld dat klachten van vrouwelijke gedetineerden niet altijd serieus
worden genomen? Wat wordt er gedaan om dit te verbeteren?
Antwoord 10
Dit beeld herken ik in zijn algemeenheid niet. Dat wil niet zeggen dat er geen verkeerde
inschatting van klachten kan plaatsvinden door de zorgprofessional.
Een aantal zaken rondom de medische zorg kan zeker verbeterd worden, zoals opgenomen
in de reactie op het Misstandenboek van Bureau Clara Wichmann in de zevende voortgangsbrief
ontwikkelingen gevangeniswezen.3
Ik vind het zeer belangrijk dat klachten serieus worden genomen, van alle gedetineerden.
De afgelopen periode is er meer aandacht geweest voor de positie van (jong)volwassen
vrouwen in detentie. Zowel bij de herijking van de visie op het gevangeniswezen als
bij de ontwikkeling van nieuwe behandel- en detentieconcepten door DJI zal de (vormgeving
van) detentie van (jong)volwassen vrouwen een specifiek focuspunt zijn.
DJI zal zich met interne en externe partners herbezinnen over (jong)volwassen vrouwen
in geslotenheid. Mede naar aanleiding van de verschillende rapporten die zijn verschenen
op dit onderwerp, zoals het rapport van de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming
(RSJ) «ingesloten vrouwen in beeld» en het Misstandenboek van Bureau Clara Wichmann.
Zoals hiervoor aangegeven, stuurt DJI het misstandenboek toe aan de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ).
Gedetineerden kunnen zorgvragen indienen bij de medische dienst. Wanneer een gedetineerde
een klacht heeft over het medisch handelen van een zorgverlener, dan volgt eerst een
bemiddelingsgesprek met het hoofd zorg of een andere functionaris. Als dit gesprek
niet tot een acceptabele uitkomst leidt, dan stuurt het hoofd zorg de klacht door
naar de medisch adviseur (of tandheelkundig adviseur indien van toepassing). Als de
gedetineerde het niet eens is met de uitspraak van de medisch of tandheelkundig adviseur,
dan kan hij/zij in beroep gaan bij de RSJ. Een gedetineerde mag ook afzien van het
bemiddelingsgesprek, dan wordt de klacht direct doorgeleid.
Als een gedetineerde een klacht heeft die gaat over de organisatie van zorg of toegang
tot zorg, dan kan deze ingediend worden bij de Commissie van Toezicht. Ook hierbij
geldt dat wanneer de gedetineerde het niet eens is met de uitspraak van de Commissie
van Toezicht, hij/zij in beroep kan gaan bij de RSJ.
Vraag 11
In hoeverre kunnen vrouwelijke gedetineerden op dit moment met medische klachten bij
vrouwelijke PIW’ers terecht? Kunnen zij vragen naar een vrouwelijke medewerker als
zij dat wensen?
Antwoord 11
Medische zorgvragen worden door PIW’ers direct bij medische dienst neergelegd.
Een diverse teamsamenstelling is een prioriteit voor DJI. Ook in vrouwengevangenissen
streeft DJI naar een goede balans tussen mannelijk en vrouwelijk personeel. Hier wordt
bij werving en selectie en samenstelling van de teams op gestuurd. Daarmee kan echter
niet gegarandeerd worden dat er altijd een vrouwelijke PIW’er op de afdeling is.
Vraag 12
Wanneer wordt beoordeeld of iemand detentieongeschikt is wegens medische klachten?
Waarom gebeurt dit niet voorafgaand aan de detentie?
Antwoord 12
Indien specialistische zorg noodzakelijk wordt geacht verwijzen de huisarts, verpleegkundig
specialist of tandarts van DJI naar de specialist. Als het vermoeden bestaat dat de
benodigde zorg niet in of vanuit detentie kan worden gerealiseerd, kan de casemanager
op verzoek van de medische dienst, de gedetineerde zijn/ haar advocaat of de medische
dienst een detentiegeschiktheidsonderzoek of een strafonderbreking aanvragen.
Detentiegeschiktheidsonderzoeken kunnen ook voorafgaand aan detentie worden aangevraagd.
Wanneer iemand nog niet gedetineerd is, kan deze persoon zelf een detentiegeschiktheidsonderzoek
aanvragen.
Vraag 13
Kunt u reflecteren op de druk op de bezetting in het gevangeniswezen en de verhoogde
kans op fouten op onder andere medisch gebied? Is er een relatie tussen gevangenissen
waar «code zwart» geldt en het aantal fouten dat wordt gemaakt?
Antwoord 13
Er is geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een verhoogde kans op fouten
op medisch gebied als gevolg van de druk op de bezetting in het gevangeniswezen. Tijdens
kantooruren is de medische dienst altijd aanwezig in de PI. In de avond-, nacht-,
en weekenduren is altijd een huisarts telefonisch bereikbaar die binnen 1 uur op locatie
kan zijn. Zie ook het antwoord op vraag 5.
Vraag 14
Kunt u in dit kader ook reageren op het eerdere standpunt van de directeur van de
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) dat «vrouwengevangenissen een tekortschietende
kopie zijn van mannengevangenissen» en er meer rekening moet worden gehouden met de
specifieke behoeften van vrouwen in detentie?4
Antwoord 14
Verschillende rapporten, zoals van de universiteit Leiden5 en de RSJ6, laten zien dat detentie voor vrouwen te zeer een afgeleide is van detentie voor
mannen en daarmee onvoldoende recht doet aan de specifieke kenmerken van vrouwelijke
gedetineerden. Een meer fundamentele herbezinning is dus wenselijk. DJI is daarom
een traject gestart om tot een herontwerp van detentie van (jong)volwassen vrouwen
te komen. Zowel bij de herijking van de visie op het gevangeniswezen als bij de ontwikkeling
van nieuwe behandel- en detentieconcepten door DJI zal de (vormgeving van) detentie
van (jong)volwassen vrouwen een specifiek focuspunt zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.