Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bushoff over het bericht 'Vledder laat zich bijpraten over plannen gaswinning: 'Kansrijk om in beroep te gaan''
Vragen van het lid Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Klimaat en Groene Groei over het bericht «Vledder laat zich bijpraten over plannen gaswinning: «Kansrijk om in beroep te gaan»» (ingezonden 12 juni 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 9 juli 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vledder laat zich bijpraten over plannen gaswinning:
«Kansrijk om in beroep te gaan»» en wat is daarop uw reactie?1
Antwoord 1
Het bericht is mij bekend. Het is duidelijk dat er over de voorgenomen gaswinning
in de buurt van Vledder zorgen leven. Hoewel het Ministerie van Klimaat en Groene
Groei en Vermilion niet waren uitgenodigd bij de bijeenkomst waar het artikel op ingaat,
zijn de zorgen die daar aldus RTV Noord zijn geuit ons bekend. Zowel het ministerie
als Vermilion proberen via informele bijeenkomsten en formele stappen in de projectprocedure
deze zorgen zo goed mogelijk te adresseren en een plaats te geven in de besluiten
die worden voorbereid.
Vraag 2
Kunt u precies in kaart brengen op hoeveel bewoners de eventuele nieuwe gaswinning
bij Vledder impact heeft?
Antwoord 2
In het winningsplan dat Vermilion nog moet indienen, geeft Vermilion aan waar en hoe
de effecten van de gaswinning precies zijn te verwachten. Gedacht kan worden aan bodemdaling
of verkeersstromen die horen bij de werkzaamheden.
Verwacht wordt dat buiten een contour van 5 km rondom het gasveld geen effecten te
verwachten zijn. Binnen dit gebied zijn circa 7600 adressen gelokaliseerd. Deze adressen
omvatten eigenaren (van bedrijven, land of woningen) en bewoners van het gebied. Het
aantal personen achter deze 7600 adressen is niet bekend.
Vraag 3
Zijn alle bewoners op wie de eventuele nieuwe gaswinning impact heeft ingelicht en
hebben ze allemaal een mogelijkheid gehad om gehoord te worden?
Antwoord 3
Het is belangrijk dat bewoners worden geïnformeerd en gehoord worden. Vermilion organiseert
hiervoor met regelmaat informele bijeenkomsten waarop bewoners geïnformeerd worden
en er mogelijkheid is tot het stellen vragen. Het ministerie is daar vaak ook bij
aanwezig.
Verder is er ruimte voor inspraak. Tijdens de projectprocedure (voorheen: rijkscoördinatieregeling)
van dit project zijn er verschillende formele momenten geweest waarop het ministerie
bewoners heeft ingelicht over het project en hen om een reactie heeft gevraagd. In
2021 heeft eerst het Voornemen en voorstel voor Participatie (VenP) ter inzage gelegen
en later in dat jaar de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (concept-NRD).
Met een brief en via een advertentie in huis aan huis bladen zijn bewoners op beide
momenten geattendeerd op de mogelijkheid een reactie te geven op beide stukken. Tijdens
inloopavonden was er mogelijkheid om reactie te geven en nader geïnformeerd te worden.
Zo is er ook eind april 2025 een brief verstuurd naar de 7600 adressen rondom het
gasveld om hen op de hoogte te brengen van de laatste stand van zaken. We hebben signalen
ontvangen dat enkelen geen post hebben ontvangen. Dat is vervelend. Daarom is het
adressenbestand geactualiseerd.
Het kabinet is voornemens om, zoals gebruikelijk bij eerstvolgende stappen in de procedure
op dezelfde manier als hiervoor beschreven, bewoners te informeren en de mogelijkheid
te geven tot reactie.
Vraag 4
Bent u bereid een enquête te houden onder alle bewoners op wie de eventuele nieuwe
gaswinning impact heeft en deze uitslag leidend te maken in de definitieve beslissing
voor het verlenen van een vergunning?
Antwoord 4
Als bevoegd gezag is het kabinet gebonden aan juridische kaders voor de beoordeling
van aanvragen om gas te winnen. Dat neemt niet weg dat maatschappelijk betrokkenheid
belangrijk is. Het kabinet zet daarom in op duidelijke communicatie en het actief
betrekken van de omgeving. Zo krijgt de omgeving op meerdere momenten gedurende de
procedure de mogelijkheid om inbreng te leveren zodat deze kan worden meegenomen in
de nadere uitwerking. Het kabinet is niet bereid een enquete te houden, omdat de uitkomst
daarvan niet doorslaggevend kan zijn voor de besluitvorming.
Vraag 5
Welke stappen gaat u ondernemen om de gemeente Westerveld beter te informeren over
de nieuwe gaswinning, zodat ze niet van bewoners moeten horen dat Vermillon afziet
van een bepaalde locatie?
Antwoord 5
Het was de intentie om de gemeente en de omgeving gelijktijdig in te lichten over
de noodzaak om een nieuwe locatie aan te wijzen. De brief aan bewoners is helaas een
dag eerder aangekomen dan ons bericht aan de lokale overheden. Dat heeft tot de ongelukkige
situatie geleid dat bewoners eerder op de hoogte waren dan de gemeente Westerveld.
Bij een volgend moment zullen we de lokale overheden eerder informeren over onze communicatie
met inwoners van het gebied.
Naast deze contacten met regionale overheden organiseert het ministerie gemiddeld
één of twee keer per jaar een ambtelijk en bestuurlijk overleg over dit project. Tijdens
deze overleggen worden de lokale overheden op de hoogte gehouden van de stand van
zaken van het project en gevraagd om advies op bepaalde stukken. Het ministerie heeft
het initiatief genomen om na de zomer weer een nieuw ambtelijk en bestuurlijk overleg
te organiseren.
Vraag 6
Deelt u de opvatting van de gemeente Westerveld dat ze tegen de eventuele nieuwe gaswinning
zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Deze opvatting deelt het kabinet niet. Het kabinet heeft de Kamer op 6 december 2024
(Kamerstuk 33 529, nr. 1264) geïnformeerd dat aardgas in de transitieperiode nodig blijft als overgangsbrandstof
en dat er – vooruitlopend op de geplande herziening van de mijnbouwwet – afspraken
met de sector worden gemaakt over waar en tot wanneer gas gewonnen kan worden, onder
welke voorwaarden en batendeling. De afspraken moeten helderheid bieden over de rol
en toekomst van gaswinning op land, in het bijzonder aan omwonenden, richting medeoverheden
en de sector. Deze afspraken moeten bijdragen aan het vinden van een balans tussen
enerzijds de zorgen van bewoners en regionale overheden, en anderzijds de belangrijke
functie die gaswinning op land nog heeft. Want er zal de komende jaren nog aardgas
nodig zijn en zo lang dat veilig en verantwoord gewonnen kan worden, heeft winning
in eigen land de voorkeur van dit kabinet.
Vraag 7
Bent u bereid de mening van het lokaal bestuur leidend te maken in de definitieve
beslissing voor het verlenen van een vergunning?
Antwoord 7
Nee, de beslissing voor het verlenen van een vergunning betreft een nationale kwestie.
Het is een complex vraagstuk en vraagt om een brede afweging van uiteenlopende (nationale)
belangen. Daar komt bij dat het kabinet als bevoegd gezag gebonden is aan juridische
kaders voor de beoordeling van aanvragen om gas te winnen. Dit neemt niet weg dat
bij de besluitvorming, maar ook gedurende de projectprocedure, op meerdere momenten
inbreng wordt gevraagd aan decentrale overheden die meegenomen wordt in de verdere
besluitvorming. Deze inbreng is alleen niet leidend voor de uiteindelijke beslissing.
Dat komt ook omdat er andere adviezen van wettelijke adviseurs worden ingewonnen die
meegewogen worden in de uiteindelijke besluitvorming.
Vraag 8
Heeft u als bewindspersoon nog een mogelijkheid om de vergunning te weigeren en het
dus een politieke afweging is om de vergunning te verlenen?
Antwoord 8
Als bevoegd gezag ben ik gebonden aan juridische kaders bij de beoordeling van individuele
aanvragen om gas te winnen. Een aanvraag voor gaswinning wordt getoetst aan de Mijnbouwwet.
Daarin staat op welke gronden een aanvraag kan worden afgewezen. Ik kan aanvragen
voor vergunningen niet rechtmatig weigeren om politieke redenen die geen grondslag
hebben in de wet.
Vraag 9
Hoe groot acht u de kans dat er vanuit bewoners geprocedeerd gaat worden tegen de
nieuwe gaswinning? Vindt u het wenselijk dat Rijksoverheid recht tegenover haar burgers
en lagere overheden komt te staan?
Antwoord 9
Uiteraard zijn procedures voor niemand wenselijk. Tegelijkertijd staat het een belanghebbende
vrij om tegen het besluit juridische stappen te ondernemen. Het kabinet werkt aan
afspraken met de sector om duidelijkheid te geven hoe de gaswinning er in de transitieperiode
uit kan zien en onder welke voorwaarden er nog gas gewonnen kan worden. Deze duidelijkheid
moet ertoe bijdragen dat omwonenden en regionale overheden weten waar ze aan toe zijn,
en in een vroeg stadium met elkaar het gesprek te voeren om juridische procedures
zo veel als mogelijk te voorkomen.
Vraag 10
Hoe groot acht u dat de kans dat de vergunning niet verleend wordt door een stikstofuitspraak,
gezien de stikstofuitstoot die komt kijken bij de gaswinning en de bouw van de installatie?
Antwoord 10
Vermilion moet voor de werkzaamheden ook een omgevingsvergunning Natura2000 activiteit
aanvragen bij de Minister van Landbouw Visserij Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).
Het is aan Vermilion om te voldoen aan de dan geldende regels en aan de Minister van
LVVN om te beoordelen of de vergunning kan worden verleend.
Vraag 11
Kunt u garanderen dat de bewijslast van eventuele schade bij Vermilion komt te liggen
en niet bij de bewoners?
Antwoord 11
Mocht er schade door bodembeweging ontstaan als gevolg van gaswinning in Vledder,
dan kunnen bewoners en kleine bedrijven dit melden bij de Commissie Mijnbouwschade.
De Commissie Mijnbouwschade doet onderzoek naar de oorzaak van de schade en geeft,
indien er sprake is van mijnbouwschade, advies over de hoogte van de vergoeding. Daarmee
neemt de Commissie Mijnbouwschade de bewijslast van bewoners over. Vermilion heeft
zich via een privaatrechtelijke overeenkomst gecommitteerd aan het opvolgen van de
adviezen van de Commissie Mijnbouwschade.
Vraag 12
Deelt u de mening dat het bewijsvermoeden altijd bij mijnbouwbedrijven moet liggen,
waartoe de aangenomen motie Beckerman/Bushoff oproept?2
Antwoord 12
Het kabinet deelt deze mening niet. Op 27 maart jl. heeft het kabinet de Tweede Kamer
geïnformeerd over de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State
over de motie Beckerman/Bushoff (Kamerstuk 33 529, nr. 1284). In deze brief heeft het kabinet toegelicht dat zij – op basis van de voorlichting
van de Afdeling – tot de conclusie komt dat het uitbreiden van de reikwijdte van het
wettelijk bewijsvermoeden naar de rest van Nederland niet de oplossing biedt voor
het verbeteren van de positie van schademelders en dat een uitbreiding van de reikwijdte
van het wettelijk bewijsvermoeden bovendien ook niet juridisch houdbaar is. Daarnaast
lijkt de maatregel weinig meerwaarde te hebben ten opzichte van de huidige wijze van
schadeafhandeling door de Commissie Mijnbouwschade, omdat de commissie bewoners reeds
ontzorgt door de bewijslast over te nemen.
Vraag 13
Welke lessen heeft de overheid geleerd van de eerdere gaswinning in Groningen en Noord-Drenthe?
Antwoord 13
De ervaringen met het Groningenveld hebben tot belangrijke verbeteringen geleid. Zo
is onder andere het veiligheidsbelang voor bewoners beter verankerd in wet- en regelgeving.
Er zijn methodieken ontwikkeld om risico's van activiteiten in de diepe ondergrond
beter te kunnen beoordelen en de toezichthouder heeft meer capaciteit gekregen. Daarnaast
hebben overheden een adviesrol gekregen bij vergunningaanvragen en worden zienswijzen
van bewoners meegenomen bij besluiten. Tot slot is de schadeafhandeling via de Commissie
Mijnbouwschade georganiseerd waardoor de bewijslast niet bij de bewoner ligt.
Verder worden er aanvullende verbeteringen doorgevoerd naar aanleiding van de parlementaire
enquête Aardgaswinning Groningen, in lijn met de maatregelen uit Nij Begun. Zo wordt
er gewerkt aan een kennisprogramma voor onderzoek naar sociale effecten van het gebruik
van de diepe ondergrond, wordt data over de ondergrond beter toegankelijk gemaakt
en wordt het netwerk van KNMI om aardbevingen te meten verder uitgebreid.
Vraag 14
Garandeert u dat het principe «Drenten boven gas» leidend wordt en er niet dezelfde
fouten worden gemaakt als met de gaswinning in Groningen en Noord-Drenthe?
Antwoord 14
Met de uitdrukking «Drenten boven gas» lijkt u te refereren naar «Groningers boven
gas» welke voortkomt uit het rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning
Groningen. Het Groningenveld was uitzonderlijk groot; het was het grootste gasveld
van Europa en tenminste 400 keer groter dan de kleine velden in Nederland. De risico's
bij gaswinning uit kleine velden zijn vele malen kleiner dan die bij het Groningenveld.
De ervaringen met het Groningenveld hebben tot belangrijke verbeteringen geleid aan
het gebruik van de diepe ondergrond.
Mijnbouw is niet zonder risico’s, al is de kans op schade erg klein. Op plekken in
Nederland waar mijnbouwprojecten zijn, hebben mensen in de omgeving zorgen. De overheid
neemt deze zorgen serieus en zorgt voor veilige en verantwoorde mijnbouw via vergunningen
en het betrekken van de omgeving. Zo leert de overheid van het verleden en wil zij
situaties als in Groningen voorkomen.
Voorafgaand aan goed veiligheidsonderzoek door de overheid, moeten mijnbouwbedrijven
allereerst mensen in de omgeving op tijd betrekken. Daarnaast gaat de overheid in
gesprek met iedereen die een belang heeft. Dit zijn onder andere de omwonenden, medeoverheden
zoals gemeenten en provincies, maatschappelijke en milieuorganisaties, wetenschappers
en commerciële bedrijven. Zo wordt duidelijk welke zorgen en vragen er leven en wat
daaraan gedaan kan worden. Overheden, mijnbouwbedrijven en omwonenden onderzoeken
samen of en hoe mensen kunnen profiteren van de mijnbouwactiviteit in het gebied.
Daarnaast moeten mijnbouwbedrijven een vergunning aanvragen voor mijnbouwactiviteiten.
Het Ministerie van KGG verleent deze vergunningen alleen als mijnbouwactiviteiten
veilig en verantwoord zijn voor mens, milieu en natuur. Vooraf vraagt het ministerie
advies aan verschillende partijen zoals Staatstoezicht op de Mijnen, TNO, Mijnraad,
gemeenten, waterschappen en provincies. Op basis van die adviezen wordt beoordeeld
of de betreffende mijnbouwactiviteit veilig en verantwoord kan plaatsvinden. Dat betekent
niet dat er na het geven van de vergunning helemaal geen risico’s zijn. Het betekent
wél dat gevolgen zoals beweging van de bodem niet tot onveilige situaties leiden.
Vraag 15
Kunt u toezeggen in gesprek te gaan met bewoners van Vledder en omstreken voordat
het definitieve besluit betreft nieuwe gaswinning is genomen en de Kamer over deze
gesprekken te informeren?
Antwoord 15
In het lopende traject zijn er al diverse contactmomenten geweest met bewoners en
lokale bestuurders. Ook in het vervolg van de vergunningverleningsprocedure, die nog
ongeveer anderhalf jaar in beslag zal nemen, zullen er nog verschillende contactmomenten
zijn.3 Voordat de besluiten definitief worden, komen ze als ontwerpbesluiten ter inzage.
Hierover zullen de bewoners van het gebied worden geïnformeerd per brief, kennisgeving
in de Staatscourant en advertenties in lokale huis-aan-huis bladen. Tijdens de informatieavond
die dan zal worden georganiseerd zal er de mogelijkheid zijn om met het ministerie
in gesprek te gaan over de voorgenomen gaswinning. Daarnaast is het mogelijk een zienswijze
in te dienen op de ontwerpprojectbesluiten. Nadat de zienswijzen zijn verwerkt, worden
de definitieve besluiten pas vastgesteld. Hierop is beroep mogelijk bij de Raad van
State.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.